De Zwitserse bergpassen… I love them. Ik vind het zalig om een roadtrip te maken door die bergpassen en een beetje à la Wim Lybaert te leven als God in Frankrijk in zijn Columbus (Zonder plan en zonder voorbereiding trekt Wim Lybaert met de Columbus de wijde wereld in. Een week lang duwt hij op pauze om te genieten van vrije tijd die écht vrij is. In alle vrijheid laat hij zich helemaal leiden door het toeval én door zijn gast.). Wel zo doen we het min of meer ook een beetje. We hebben bij vertrek een Zwitserse pas in gedachten maar onderweg stoppen we waar, wanneer en hoelang we willen op de mooiste plaatsjes.
Onlangs reden we al over de Albulapass, de Klausenpass, de Grimselpass, de Furkapass en de Flüelapass en vandaag werd daar nog de Sustenpass aan toegevoegd.
We vertrokken vanuit Thalwil langs Zug en Luzern richting de Brünigpass om halverwege die Brünigpass de weg richting Meiringen te volgen. Toen we enkele weken geleden de Grimselpass en Furkapass deden namen we diezelfde richting.
Onze eerste stop was op de Brünigpass zelf aan het uitkijkpunt van de Lungernsee. Wij noemen het ook het krokodillenmeer omdat het meer de vorm van een krokodil heeft (met een beetje verbeelding toch).

Onze eerste echte stop (want uitkijkpunt Lungernsee was enkel uit de wagen springen) was in Meiringen zelf. Toen we de Grimselpass deden, waren Pieter en ik gestopt bij Aareschlucht maar toen waren Gust en Julia niet mee. En ik had gezien dat je op 5 min. van Aareschlucht ook de Reichenbachfälle (waterval) kon bezoeken met een schattig tandradtreintje. Dus besloten we deze 2 vandaag aan het lijstje toe te voegen. Reichenbachfälle was nieuw voor iedereen en Aareschlucht vonden we toch wel de moeite om ook eens aan Gust en Julia te tonen. Je kan een combinatieticket kopen (je kiest zelf wat je eerst wil bezoeken) wat interessanter is.
Wij zijn gestart bij de Reichenbachfalle (adres: Reichenbach, 3860 Meiringen). Een schattig tandradtreintje brengt je naar boven. Er zijn 2 treintjes waar telkens 24 personen mee kunnen en die non-stop tussen 9 uur en 17.30 uur rijden. Wanneer je bijna boven bent, voel je de spetters van de waterval al op je snoet. De waterval is gigantisch en de moeite waard. Eens boven vertrekt er een kleine wandeling (vooral trappen) tot boven de waterval (je loopt zelfs met een brugje boven de waterval zelf). Wij liepen nog iets verder door tot aan gasthaus Zwirgi waar je indien gewenst kan stoppen om iets te drinken of te eten. Daar zagen we dat je de waterval ook met de auto kan bereiken maar ik durf niet te zeggen of die weg zeer smal is of niet. Het spaart je wel de kost van het treintje uit.



Na het afdalen richting bergstation bewonderden we de waterval nog even van dichtbij en namen we het treintje terug richting dal. Van daaruit is Aareschlucht slechts 5 min. rijden (Aareschluchtstrasse 15, 3860 Schattenhalb). Er zijn helemaal vooraan parking West 2 laadplaatsen voor elektrische wagens. De parking zelf is gratis (ook bij de Reichenbachfälle trouwens). Aareschlucht is een kloof waar het water van de Aare rivier doorheen loopt. Op sommige plaatsen is de kloof zeer smal (<1m) en als je dan het blauw-groene water met wat zon inbeeldt, waan je je al snel in één of ander tropisch vakantieoord.



Vanuit Meiringen vervolgden we de weg richting Innertkirchen waar je de keuze moet maken of je de Grimselpass of de Sustenpass zal volgen. Deze keer werd het dus Sustenpass voor ons. Toen we enkele weken geleden de Grimselpass bezochten, was de Sustenpass nog niet geopend. Deze pas is vooral een toeristische pas waardoor ze echt wachten tot de sneeuw natuurlijk verdwenen is. Daarom opent hij vaak later dan de andere (meer functionele passen). De Sustenpass is één van de nieuwste passen in Zwitserland en werd pas tussen 1938 en 1945 aangelegd.
Vanaf hier kan ik jullie alleen maar aanraden om te genieten, te bewonderen en te stoppen waar en wanneer je wil. Wij stopten vooral op de typische ‘point de vu’ plaatsjes, bij berghotel Steingletscher waar ook een kaasmakerij is (met alpenijs), op de pashöhe (hoogste punt nl. 2234 meter),… Kies zelf maar uit.



Het eindpunt van de bergpas is het dorpje Wassen en van daaruit reden wij via Altdorf, Luzern en Zug terug richting Thalwil.
Geen grote klim (althans niet met de benen) of verre wandelingen, al doe je op zo’n roadtrip toch verrassend veel stappen, maar vooral prachtige uitzichten en het echte Zwitserse berggevoel.
