Italië, al lang op mijn verlanglijstje maar om één of andere reden nog nooit in het land van pasta, pizza, Fiats en Vespa’s geraakt. Toen we 2,5 jaar geleden naar Zwitserland verhuisden, beseften we plots hoe dicht we eigenlijk bij de Italiaanse grens zouden wonen (al mag je je niet focussen op enkel en alleen de kilometers in vogelvlucht, enkele serieuze bergen tussen Zürich en Italië maken de rit wat complexer).
Natuurlijk was een tripje naar Italië niet het eerste wat we planden toen we net verhuisden. Er was nog zoveel moois en nieuws te ontdekken in Zwitserland. En toen kwam corona. Lombardije, het meest noorderlijke deel van Italië, grenzend aan Zwitserland was bij aanvang van corona een uiterst zwaar getroffen gebied met talloze coronadoden en veel te weinig plaats in de lokale ziekenhuizen. Het was dan ook voor hele lange tijd niet mogelijk of zeer moeilijk om dat stuk van Italië te bezoeken.

Zelfs nu nog moet je op het openbaar vervoer een FFP2 masker dragen (zelfs op een boottochtje in openlucht) en ook al is het niet meer verplicht toch draagt de overgrote meerderheid nog een masker in de supermarkt of bij het binnengaan van een restaurant. De schrik moet er daar zeer goed ingezeten hebben, dat merk je.
Zowel Julia als ik zelf vieren in de maand mei onze verjaardag. En dus zat er een leuk verjaardagstripje aan te komen. De keuze was snel gemaakt en ik ging op zoek naar een leuk plekje met Italiaanse vibes. Ik vond het vakantieappartement ‘La Cascina’ via Booking.com in Carlazzo, gelegen aan het Piano meer (natuurreservaat) tussen het wel gekende Lago Lugano en Lago Como. De ideale uitvalsbasis om mooie dorpjes en stadjes te bezoeken aan de meren.


We zijn op vrijdag rond 16 uur vertrokken vanuit Thalwil en ook al was er dit weekend geen speciaal lang of feestweekend, toch zwelde de file voor de Gotthardtunnel al snel aan. We moesten meer dan een uur aanschuiven om de tunnel te kunnen binnenrijden. Gelukkig waren we vol verlangen en vol goeie moed voor het aankomende weekend. Net voorbij Lugano bereikten we de Italiaanse grens. We moesten niet stoppen aan de grenscontrole maar zagen dat er wel random auto’s werden tegengehouden. Gelukkig konden we vlot doorrijden.

Aangezien we toch wel een hongertje begonnen te krijgen en de langverwachte pizza of pasta al de hele rit door ons hoofd spookte, besloten we niet naar het vakantiehuisje te rijden maar meteen naar Menaggio, gelegen aan het Como meer. Nadat we de wagen in de piepkleine parkeerplaatsjes kwijtraakten, (nu begrijpen we waarom die Italianen met Fiats rondrijden, ik kreeg ook een geweldige flashback naar mijn kindertijd waarin mijn mama met een Fiat Panda rondracete 🙂 ) waren we meteen betoverd door het prachtige Como meer. De avond viel net en dus begonnen de talloze lichtjes aan de overkant van het meer te schitteren. Daar aan die overkant zouden wij de volgende dag ronddwalen, maar nu eerst pizza!

Op het marktpleintje van Menaggio vonden we een gezellig terrasje met zicht op het meer en gezellige lampjes en kaarsjes op tafel. Perfect om onze trip te starten. En naast het restaurant vonden we de eerste echte gelateria waardoor we in het donker op een bankje naast het meer heerlijk genoten van ons ijsje, elkaar en het mooie uitzicht.

Op zaterdagochtend werden we wakker in ons vakantiehuisje met een heel mooie view op het Piano meer en de omliggende bergen. Julia mocht in een woonkamer vol versiering, kaarsjes, toeters en cadeautjes en met de traditionele verjaardagsliederen wakker worden. Er werd gezongen, gedanst, geblazen en uitgepakt. Ik verzorgde een verjaardagsontbijt met pancakes, macarons, aardbeien, vers fruitsap,…





Na al dat gefeest en gezang maakten we ons klaar voor de daguitstap. We reden opnieuw een goeie 10 min. richting Menaggio waar we de auto gratis konden parkeren (parking langs het meer maar iets verder weg uit de dorpskern). We wandelden richting de haven waar we dagtickets kochten voor de ferryboot die je naar verschillende Italiaanse dorpjes aan het Como meer brengt. Een beetje anders dan in Zwitserland, dat wel. Zo spreken de ticketbediendes enkel Italiaans, moet je zelf uitzoeken welke boot waarheen vaart en blijkt dan uiteindelijk die boot toch plots ergens anders heen te varen en is er van stiptheid al zeker geen sprake. Maar we zochten en we vonden en kochten uiteindelijk voor €45 (€15 voor een volwassene, onder de 12 jaar gratis) de ticketjes. Gek om hier plots weer in Euro te denken en te betalen.


De boot bracht ons naar het eerste dorpje, Varenna. Oh la la, wat heb ik mijn hartje daar verloren… Heerlijke Italiaanse en smalle straatjes, mooi geklede Italiaanse dames en heren, talrijke restaurantjes waar je voor een appel en een ei (toch vergeleken met de Zwitserse restaurants) kan genieten van bruschetta pomodori, panini cotto, pasta pesto of pizza Italiano. Zelfs een cocktail mag niet ontbreken en is hier half zo goedkoop als in Zwitserland. We slenterden als echte toeristen met fototoestel in de aanslag door de Italiaanse steegjes en lieten geuren, kleuren, smaken en views aan ons voorbij komen.






Na een luch in Varenna namen we opnieuw de boot richting Belaggio. Belaggio vond ik iets minder charmant dan Varenna maar het feit dat het na de middag heel druk (ongelooflijk veel Amerikaanse toeristen) en heel warm werd, kan aan de basis liggen van mijn bevindingen. De winkeltjes met lokale specialiteiten zorgden voor verfrissing (thank you airco) en plezier.
In de late namiddag besloten we de boot terug te nemen richting Menaggio waar we ’s avonds opnieuw een gezellig plekje zouden zoeken om te dineren (geen stress meer dan om nog een boot te moeten halen). Plots werd echter de warmte zo drukkend dat een zomeronweer boven ons hoofd losbarste. Maar niemand vond het precies erg en de dikke druppels voelden zelfs warm aan. Dat hadden we dan ook weer meegemaakt. In Menaggio aangekomen schuilden we even in een plaatselijke bar terwijl we via tripadvisor een lekker plaatsje zochten om de avond te spenderen. We gingen eten bij ‘La Grolla’ net buiten de dorpskern waar onze wagen geparkeerd stond.
Op zondagochtend konden we nog een keertje genieten van Lago Piano alvorens we ons klaarmaakten om uit te checken en nog een dagje te genieten van de mooie omgeving. Nadat we het vakantiehuisje proper terug verlieten, zetten we koers richting Morcote. Morcote ligt eigenlijk al terug in Zwitserland maar ademt enorm veel Italië en ligt aan Lago Lugano.

In Morcotte maak je de klim richting de prachtige kerk Maria del Sasso. Via een kruisweg kan je de kerk bereiken. Wanneer je na het bezoeken van de kerk en het genieten van de prachtige vergezichten nog even verder klimt, kan je de Swing the world schommel treffen. Er zijn er meerdere in Zwitserland en deze was de derde die we vonden. In Ascona en Locarno swingden we al eerder over kliffen of rotsen 🙂









Na een stevige afdaling bereikten we de promenade langs het meer opnieuw en aten we onze laatste Italiaanse hapjes. Ondertussen was het zoooo warm geworden dat we de dag afsloten in het water (we = onze waterrat Julia). Het mooie einde van een heerlijk verjaardagsweekend dat we opnieuw meenemen in onze rugzak vol herinneringen.
