Half september, bij 26 graden, met je voeten in de sneeuw wandelen. Dat kan in Zwitserland!

Maar voor we op zondagmorgen vertrokken richting Glacier 3000 werden we in ons hotel op een wel heel speciale manier gewekt. We sliepen met het raam open en opeens hoorden Julia en ik (de mannelijke helft van het gezin lag nog lekker te slapen) een vreemd geluid. We keken uit de ramen maar zagen niks. Waar kwam dat vreemde geluid toch vandaan? Tot we opeens voor onze neus maar liefst 4 luchtballonnen zagen opstijgen. Nog nooit stonden we zo dicht bij een luchtballon. Chateau d’ Oex is dan ook gekend om het ballonvaren en heeft zelfs een ballonmuseum waar je ook de Breitling Orbiter (de eerste ballon die non-stop rond de wereld vloog) kan bezichtingen.
Na deze toch wel speciale ochtend reden we zo’n 40 minuten naar Col du Pillon waar we de auto gratis konden parkeren op een ruime parkeerplaats naast de kabellift. Een ritje naar boven kost normaal CH80 per volwassene maar met onze SBB halfcard en de juniorcard van de kinderen betaalden we in totaal CH80. Prijzig maar absoluut de moeite waard.
Je neemt eerst de kabellift van Col du Pillon (1546 m) naar Cabane (2525 m) en vanuit Cabane neem je een andere lift naar Scex Rouge (2971 m). Om de 3000 meter te bereiken (vandaar de naam Glacier 3000) ga je via een hangbrug naar het uitkijkpunt van waar je de Mont Blanc, de Jungfrau, Mönch, Eiger en de Matterhorn hun witte topjes kan zien (bij mooi en open weer uiteraard). Wij hadden geluk en konden ze allemaal spotten.
Nadat je vanuit het uitkijkpunt de omgeving hebt verkend, daal je terug naar beneden waar je de hoogste Alpine Coaster van de wereld treft. In volle vaart naar beneden glijden was een grote droom voor mijn Couckjesclan en dus kochten we een ticketje voor Pieter, Gust en Julia. Per ticket betaal je CH9 zelfs al rijd je met 2 samen in 1 karretje. Maar ze hebben er van genoten, gelukkig maar!
Hoog tijd om aan de gletsjer wandeling te beginnen. Gust en Julia konden niet wachten om met hun voeten in de sneeuw te staan en de sneeuw ook werkelijk aan te raken. Je neemt eerst de Ice Express (een zetellift) naar beneden van waaruit je dan de wandeling ‘Glacier Walk’ kan starten. De wandeling duurt zonder stops een kleine 2 uur. Je wandelt over de gletsjer naar Quille du Diable (2908 m) en terug. Zeker geen zware wandeling maar het stappen in de sneeuw is toch niet te onderschatten. Voorzie zeker waterdichte wandelschoenen.
Quille du diable is de puntige rots achter mij.
We beleefden een fantastische dag en waren alle 4 onder de indruk van de hoogtes, de besneeuwde bergtoppen, de gletsjer, de sneeuw, de pure natuur…
Helemaal zen reden we terug richting Chateau d’Oex maar omdat we die dag nog ergens wilden eten (we aten op de gletsjer als lunch wat droge crackers die we mee hadden in de rugzak) en we de Käsefondue van de streek toch zeker eens wilden proberen, hielden we halt in G-Staad: Gstaad is een dorp in het Berner Oberland in Zwitserland. Het ligt op een hoogte van 1050 m en behoort tot de gemeente Saanen. Gstaad staat bekend als een van de meest exclusieve wintersportplaatsen ter wereld, en trekt wereldwijd beroemde artiesten en leden van koningshuizen aan.
Dat laatste hebben we gemerkt: winkels als Dolce & Gabanna, Dior, Louis Vuitton,…zijn er zeker terug te vinden. Maar buiten de ‘iets duurdere winkels’ is het dorpje wel heel charmant. Prachtige typische Bernerse huizen versierd met kleurrijke bloemen doen je helemaal wegdromen. Ik kan me zeker voorstellen dat het er tijdens het skiseizoen heel aangenaam vertoeven is. Misschien moeten we in de winter nog wel eens terugkeren naar deze streek. Opgelet: hier spreken ze dan weer Duits wat binnen ons gezin voor toch wel wat spraakproblemen begon te zorgen (Duits, Frans, Nederlands,…op 1 dag)
We vonden een ‘betaalbaar’ en gezellig restaurant, Posthotel Rössli, in de hoofdstraat van het dorpje waar we eindelijk van onze Käsefondue (met gruyère) konden smullen. Daarna keerden we moe maar voldaan terug naar het hotel in Chateau d’Oex.