
We kennen wellicht allemaal de uitdrukking ‘zijn neus achterna gaan’. Wel, gisteren gingen we niet alleen onze neus achterna maar ook de zon. Het voorjaar is dit jaar bijlange niet zo zonnig en droog als dat van 2020. Mijn facebookherinneringen doen me terugdenken aan de talrijke zwempartijtjes in het meer, picknicken langs de oever van het meer en kajaktochtjes op het meer. Dit voorjaar hebben we ‘ons’ meer vooral vanuit het grote livingraam, met naar beneden bengelende regendruppels, mogen aanschouwen.
Opnieuw een lang weekend voor de deur, Pinksteren. Terwijl we vorig jaar een weekendje dicht bij de Jungfrau doorbrachten, durfden we het dit jaar er niet op wagen om een 3-daagse te boeken om daarna teleurgesteld te zijn dat onze centjes letterlijk en figuurlijk in het water vielen. Ik besloot gewoon de weerkaart af te lopen op zoek naar het plekje in Zwitserland met het droogste en warmste weer. Ik zocht en ik vond. Vanaf Zürich tot aan de Bodensee (meer van Konstanz of lake Constance hieronder op de kaart) gaven ze zon en minstens 18 graden. Voldoende voor ons om er een leuke dag van te maken.

Een paar weken geleden (zie tips en tricks 44) wandelden we een stukje van de Thurgauer Rundwanderweg. Het oorspronkelijke plan was toen om Etappe 15 (Romanshorn – Altnau 12,5 km) af te stappen maar we geraakten uiteindelijk ‘maar’ tot in Kesswil (zo’n 8 km) . We vonden de omgeving zo mooi dat we toen al besloten om ooit nog het 2de deel van de etappe af te werken. Deze keer besloten we in omgekeerde richting te lopen met zicht op de bergen in plaats van zicht op Konstanz.
We parkeerden de wagen aan het station van Altnau. Daar kan je een dagticket kopen voor CHF4 per dag. De vorige keer hadden we gezien dat er naast het mooie wandelpad langs de Bodensee ook een fiets- en rolschaatspad is voorzien. Julia had toen al hardop gedroomd van rolschaatsen langs dit vlakke en schijnbaar oneindige pad maar toen hadden we de rolschaatsen natuurlijk niet mee. Deze keer waren we voorzien en namen we de wieltjesschoenen + toebehoren mee. Van aan het station vertrekt dan ook het rolschaats- of fietspad wat ideaal was. Julia’s gewone schoenen namen we mee in de rugzak.
Tijdens het rolschaatsen zong ze zomaar uit zichzelf ‘I believe I can fly, I believe I can touch the sky…’ . Geen idee van waar ze het liedje kent maar zalig om haar zo vrij en gelukkig te zien bewegen. Hopla, de eerste bonuspunten voor mama en papa waren binnen. Geen ‘saaie’ wandeling voor haar vandaag maar heerlijk vrij rollen in de natuur. Zowel Pieter als ikzelf waren stiekem een beetje jaloers dat wij geen rolschaatsen bijhadden.
Op zich vind ik het wandelpad langs het meer zelf mooier dan het fiets- en rolschaatspad evenwijdig maar enkele meters verder weg van het meer maar we maakten een compromis. We zouden Julia een stuk laten rolschaatsen en afwisselend ook langs het meer wandelen. In Güttingen, het eerste dorpje na Altnau kwamen we na zo’n 3,5 kilometer kinderboerderij Sunnehüsli tegen. Het is eigenlijk een soort bio-boerderij, tea-room, kinderboerderij en speelplaats in 1. Zeker met kleinere kinderen een absolute aanrader. Tussen de speeltoestellen staan oude, echte tractoren die de kleintjes maar al te graag beklimmen.

Aangezien het net iets na de middag was toen we Sunnehüsli bereikten, besloten we er te stoppen en iets te drinken te kopen. Onze homemade belegde broodjes aten we samen met onze gekochte drankjes aan 1 van de tafeltjes onder de fruitbomen op. Het is een heerlijke zen-plaats en eventjes voelde ik me ergens in Limburg tussen de fruitbomen (toch misschien best dat ik op dat moment niet echt in Limburg zat aangezien militair Jürgen de streek momenteel ietwat onveilig maakt). Na het eten speelden Gust en Julia nog wat op de speeltuigen en genoten Pieter en ikzelf nog van een koffietje. Daarna bezochten we samen de kinderboerderij. Er zijn geiten, konijntjes, ezels, een paard, varkentjes, kippen en eenden,…

Vanaf Sunnehüsli besloten we verder te stappen langs het meer. Eerst wandel je door en tussen de bomen tot je het dorpje Kesswil bereikt. In Kesswil namen we bij onze vorige trip de trein terug tot in Romanshorn waar onze wagen geparkeerd stond. We besloten dat we wel nog even verder konden stappen en vooral genieten van die prachtige vissershuisjes langs het water. We liepen door tot in Uttwil waar we bij tea-room en restaurant Pier langs de haven nog even een stop maakten voor een fris drankje.
Het stuk van Kesswil tot Uttwil is met stip mijn favoriete deel van de wandeling en opnieuw voelde ik me ergens aan een caraïbisch strand. In Uttwil besloten we de trein te nemen richting Altnau. De trein tussen Romanshorn en Altnau rijdt elk halfuur dus ideaal. Heel erg lang zal je nooit moeten wachten. Het station van Uttwil was 5 minuutjes van restaurant Pier verwijderd. Alleen hoorden we plots iets mopperen op de achtergrond. ‘Ik had graag nog wat langer kunnen rolschaatsen. En nu is het hier zo’n goed rolschaatspad.’ Ze heeft ergens wel gelijk. Op de meeste plaatsen in Zwitserland is rolschaatsen niet aangewezen tenzij je er met plezier een paar arm- of beenbreuken bijneemt. Enkel op de vlakke stukken langs meren is het haalbaar. Moederken kreeg medelijden met de puppy oogjes van dochterlief en instant kreeg ik een lumineus idee. ‘Wat als we nu de trein terugnemen van Uttwil tot aan het dorpje net voor Altnau, Güttingen? Daar stappen we af en mag Julia het laatste stuk (zo’n 3 km) rolschaatsen tot aan het station van Altnau.’ De puppy ogen werden stralende ogen en alle familieleden konden zich vinden in de deal. Oef! Brandjes blussen, waar moeders goed in zijn! Vader bluste ook een brandje gisteren op het terras van Sunnehüsli. Maar dan eentje om te drinken wel te verstaan 😉

