Nee, het is nog niet zover gekomen dat ik een bucket list aan het opstellen ben. Geen midlife crisis (denk ik toch) en ook niet van plan om te gaan (hoop ik toch).
Maar er was 1 iets dat me sinds onze verhuis naar Zwitserland bleef achtervolgen. Een piepklein lijstje dus als je het zo bekijkt.
Tijdens onze pre-trip naar Zürich in oktober 2019 bezochten we samen met een relocation agente een aantal woningen. Toen we onze huidige woonplaats bezochten (aan de Zürichsee gelegen) vertelde lieve Angelika dat men jaarlijks georganiseerd het meer over zwemt. En toen gloeiden mijn oortjes. Deze, van kleinsaf aan, waterrat zag zichzelf dat meer overzwemmen. Een to-do waar ik (hopelijk) blij van zou worden en uiteraard trots zou zijn op mezelf.
Maar jup, hier gaan we weer, COVID stak ook hier weer een stokje voor. Geen georganiseerde meer-oversteek-partijtjes de voorbije 2 jaar. Tot ik begin juni ergens las dat het dit jaar opnieuw zou doorgaan. Ik negeerde het halvelings al bleef het eigenlijk wel door mijn hoofd spoken. Als ik het nu niet zou doen, wanneer dan wel. Ik had echter 1 probleem. Met wie zou ik dat doen? Alleen vond ik toch een beetje gewaagd. Pieter vragen was niet meteen een optie. Niet alleen zat hij tijdens de week van de oversteek met 10 bezoekende Amerikaanse en Duitse Googlers, zwemmen in het meer is voor hem eerder je grote teen in het water soppen. Gust was oud genoeg om mee te zwemmen (minstens 12 jaar en onder begeleiding van een volwassene) maar het grote teen-effect is blijkbaar erfelijk en ook hij is niet echt een waterrat te noemen. Dan bleef er nog mijn cloontje (toch op watervlak) Julia over maar zij was jammergenoeg net nog te jong en ik wou me toch vooral op mezelf kunnen concentreren i.p.v. de verantwoordelijkheid voor haar te moeten dragen. Want, wie zegt dat ik dat eigenlijk wel zou kunnen: 1500m zwemmen in een meer!
Ik had het idee eigenlijk al wat opgeborgen tot ik de ochtend van de oversteek zelf een berichtje kreeg in de Thalwil Spooglers (Spouse of a Googler) groep. Dat groepje gebruiken we om elkaar te verwittigen van de maandelijkse kartonophaling of de jaarlijkse kermis in het dorp waardoor de supermarkt moeilijk te bereiken is of om elkaar te verwittigen voor een storm of… Maar nu dus een berichtje van een lieve dame, die ik nog nooit eerder had ontmoet, die het meer zou over zwemmen met een groep vrienden (hun jaarlijkse gewoonte) en vroeg of iemand zin had om mee te komen. En toen, iets van nu of nooit, te nemen of te laten, doorzetten, nie plooje… Ik schreef terug: ‘Oh nice, I would like to join!’. En zo gebeurde het dat ik me 5 minuten later online had ingeschreven en 25 Zwitserse Frank had betaald om een meer over te zwemmen. Ik hoor het sommigen al denken: ‘Ze zouden me verdorie geld moeten toesteken!’

Ik appte de Belgische studente even die een tijdje bij ons verbleef in het voorjaar. Zij is nogal sportief en zou me misschien raad kunnen geven: ‘Euh Caro, ik zou het meer over zwemmen, denk je dat ik dat kan?’ ‘Euhm ja, als je een beetje oefent.’, was haar antwoord. Waarop ik zei: ‘Ewel euh, ’t is dat het deze namiddag al is.’

En toen, halfweg juli, tijdens de laatste schoolweek van Gust en Julia voor hun zomervakantie zou aanvatten, ging moeder efkes zot doen en het meer over zwemmen. Julia had die woensdagochtend al plannen gemaakt met enkele klasgenootjes om te gaan zwemmen aan een plaatselijke badi dus die zou me alvast niet vergezellen richting Zürich. Gust leek een beetje bezorgd en besloot meteen dat hij wel zou meegaan met mij. Precies mijn redder zo’n beetje, superlief wel!
In de namiddag vertrokken Gust en ik met de trein richting Wollishofen (Zürich) naar de grote badplaats Mythenquai waar ik de dame en haar vriendengroepje ontmoette. Ze waren vol enthousiasme en doorliepen eerst hun traditionele fotoshoot (elk jaar dezelfde pose met hetzelfde badpak en dezelfde personen). Alleen zaten ze nu met een ‘gat’ van twee jaar in hun fotoalbum. Maar dat zou nu ruimschoots goedgemaakt worden, bedacht ik.
Daarna hoorden we onze letter ‘I’ afroepen en begaven we ons naar het grote grasveld met een podium in het midden van dat veld. Daar werden opwarmingsoefeningen gegeven op hippe en opzwepende muziek. De dames gingen total loss en zelfs bij Gust gingen zowaar armpjes en beentjes schudden. Leuk hoe hij me bleef vergezellen.

En dan, tijd om ons naar de waterlijn te begeven en te wachten op het startsignaal. We hadden afgesproken dat we allemaal op ons eigen tempo zouden zwemmen maar aan de overkant zouden afspreken bij het bord met de letter ‘I’. Prima zo, ik was er ergens wel gerust in want langs de lijn waarin we mochten zwemmen, stonden houten sloepjes om mensen op te pikken die het moeilijk kregen. Liever niet natuurlijk, maar het gaf me een geruststellend gevoel.
Gust vroeg nog een laatste keer of ik wel zeker was (liiieeeef) en ik zei hem dat ik het wel zou halen op wilskracht. ‘Wilskracht mama, wat is dat precies?’ (noot: hun Nederlandse taal en woordenschat ligt natuurlijk al een 2,5 jaar een beetje stil). En toen legde ik hem uit dat ik geen zotte toeren zou doen maar dat ik het echt wel wilde en dat ik het daarom zou proberen vol te houden. Hij knikte…
Ik moet zeggen, de organisatie was fantastisch. Je gelooft het misschien niet maar die dag waren er 9000 tickets beschikbaar en dus ook 9000 zotte mensen die het meer zouden overzwemmen. We werden telkens verdeeld in blokken van ongeveer 300 mensen tegelijk. Hopen vrijwilligers, hulpdiensten, informatieborden, pijltjes en ballonnen waartussen we moesten zwemmen. Met een motorboot werd je rugzak met kledij en schoenen naar de overkant gebracht (per letter dus ook) en daar kan je bij aankomst dan alles terugvinden. Ahja, anders sta je aan de overkant van het meer in je zwembroek of badpak wel een beetje gek natuurlijk.

Alleen kon ik Gust niet meegeven met dat bootje dus bedachten we dat hij de overkant te voet zou bereiken (langs de brug van Zürich). Knap van hem dat hij dat alleen zag zitten en ergens wel dubbel voor mij ook om mij naast het focussen op mijn eigen prestatie ook nog moest hopen dat ook hij veilig en wel de overkant zou bereiken. Hij gaf me nog een laatste high-five en toen was het echt wel tijd om klaar te staan.
Drei, zwei, eins, goooooo! Sommigen schoten als raketten in het water maar wij gingen rustig het water in en begonnen naarstig te zwemmen. We bleven uiteindelijk toch wel in elkaars buurt en hadden gelukkig ietwat hetzelfde zwemtempo wat best fijn was. Toch werd er niet gesproken, buiten eens een knipoogje, om ons ten volle te kunnen concentreren op het zwemmen.

Het ging goed en ik probeerde mezelf echt wel te verplichten om ook te genieten onderweg. Hier had ik zo naar uitgekeken en ook wel een beetje over gedroomd. Een persoonlijk prestatie voor mezelf. Sommige momenten leek het zwemmen voor niks te gaan en anderen momenten zwom ik precies als een zalm tegen de stroming in en had ik het gevoel geen meter vooruit te gaan. Maar ik bleef zwemmen en zwemmen en zwemmen.

Hier en daar zag ik een eenzame, aangestrande in een houten sloepje triestig kijken omdat hij of zij had moeten opgeven. Maar de vrijwilligers in de sloepjes waren echt wel aardig en moedigden zelfs de opgevers aan. Fijn!
Onderweg stonden grote oranje boeien met nu en dan de afstand op. Dat was goed al dacht ik bij de eerste boei op 380 meter echt wel: ‘Ow, ok, 380 meter, nu pas, dus nog een keer of 3 deze afstand te gaan nu, hmmm.’ En toen, ongeveer op 4/5 van de totale afstand wou ik mijn nek even ontlasten (ik zwom de hele tijd schoolslag) en trok enkele metertjes afstand in crawl waardoor er een kramp in mijn kuit schoot. Jeetje, en nu? ‘Doorzwemmen Tine, komaan, je bent er bijna!, zei ik tegen mezelf. En na wat gefriemel onder water aan mijn tenen (Pieter beweert toch altijd dat je aan je tenen moet trekken als je kuitkramp hebt) leek het opnieuw goed te komen. Ik liet de crawl voor wat hij was en zwom vol motivatie het laatste stuk.
Toen ik eindelijk grond onder mijn voeten voelde, keek ik naast me en zag een enthousiaste jonge dame op hetzelfde moment de grond raken. We maakten een klein praatje (ook de eerste keer? Goed gedaan zeg! Jij ook hoor!) en begaven ons gezamelijk op het droge. Daar werden we overdonderd door een massa volk en door bekers gevuld met bouillon. Zo zout als iets maar blijkbaar traditioneel om het lichaam terug vocht en zout te geven na de inspanning.
Met mijn bekertje ‘zoutwater’ ging ik op zoek naar de rest die zich ook net bij paaltje ‘I’ hadden verzameld. De meesten onder ons deden er 50 min. over maar 1 dame was een snelle zwemmer en zij deed er 43 min. over. Ik zocht mijn rugzak en stuurde Gust en de rest van het thuisfront snel een berichtje dat ik goed en wel in leven was en de overkant had bereikt. Joehoe!!!
Na het bekertje bouillon werden we doorverwezen naar de volgende ligweide waar we een bord risotto (overgoten door de eerder verkregen zoute bouillon) met parmezaanse kaas kregen. Beetje vreemd vond ik het maar smaken deed het zeker!

Na het verorberen van het bordje en nog wat napraten, nam ik stilletjes aan afscheid van het groepje medezwemmers en probeerde ik de uitgang te vinden waar Gust mij al even stond op te wachten. Hij leek opgelucht toen hij me zag aankomen en samen namen we tram en trein terug richting Twalwil terwijl we beiden honderduit vertelden over onze avonturen onderweg.
Ik viel die avond snel maar apetrots in slaap. Check, dit nemen ze mij niet meer af!!!

Mini-bucketlist afgerond denken jullie, al staat er ondertussen een lijntje bij. Ik wil graag eens met de tent wildkamperen (of minstens een zeer eenvoudige camping) ergens op een Zwitserse berg met mijn gezin. Om dan met een glaasje wijn de zon te zien ondergaan en de volgende ochtend met een zelf opgegoten koffietje de zon weer te zien opgaan. Misschien, wordt vervolgd….

Knap, amai!
En dat (wild)kamperen, gewoon doen! Ook al doe ik het dan met iets meer luxe 😉, ik kan het alleen maar aanraden!
Groetjes!
LikeLike