Het moet zo’n 28 jaar geleden zijn dat ik op exact dezelfde plaats stond. Toen, een 14 jarig meisje op kamp met de zeer populaire CM kampen (nu beter gekend als Kazou kampen van de mutualiteit) ergens verdeeld tussen de vrienden van de nieuwe middelbare school in Roeselare en de ‘oude’ vrienden van het lagere schooltje in Lichtervelde.
Eerlijk, veel kan ik er mij precies niet meer van herinneren. Ook niet toen ik dit weekend opnieuw aan de Schwarzsee stond. Raar, want eigenlijk heb ik best wel een goed geheugen. Wat ik me wel nog goed herinner is dat we tijdens de terugreis met de trein uren hebben vastgestaan ergens tussen Bern en Basel. De trein die moest aansluiten op onze trein had een ongelukje gehad en dus moesten wij wachten tot al deze kinderen konden overstappen op een andere trein en opnieuw konden aansluiten richting België. Ik kan de geur in de trein nog levendig ophalen. Stel je voor, een combinatie van kinderen en leiding die 10 dagen niet gedoucht hadden, stinkende bergschoenen en nog meer stinkende wollen wandelsokken, de geur van hout door de houtzagerij waarnaast onze trein stilstond en als toppunt kreeg één van onze kampleidsters een epileptische aanval door de stress. Ik ben nog nooit zo blij geweest om thuis te komen na een kamp, geloof me!
Een bezoekje aan Schwarzsee stond dus al eventjes op de to-do lijst. Zo gingen we ook al naar Fiesch in kanton Wallis waar Pieter met de 14-jarigen op CM kamp ging. Maar het werd niet zomaar Schwarzsee. De eigenlijke redenen van ons weekendje weg waren een verlengd weekend n.a.v. de feestdag ‘Knabenschiessen’ in het hele kanton Zürich (verlof voor Pieter en de kinderen die dag dus) en het feit dat Gust en Julia hun Belgische identiteitskaart dreigt te vervallen. Aangezien je voor het vernieuwen een afspraakje moet maken bij de Belgische ambassade in Bern en we liever geen school skippen hiervoor, maakte ik dus een afspraak op de vrije maandag. Bern is een kleine 2 uur rijden vanuit Thalwil dus groeide al snel het idee om er nog een weekendje weg van te maken.
Zaterdagochtend vertrokken we richting Schwarzsee. Normaal ongeveer 2,5 uur rijden voor ons maar het was druk onderweg en zo kwamen we pas rond de middag aan. We boekten een vakantiehuisje via Booking.com ‘Chalet Alte Post’. Daar konden we vanaf 16 uur inchecken dus had ik vooraf een kleine planning gemaakt. Zo zouden we op zaterdag de korte (4km) wandeling rond het meer maken en aansluitend zouden Gust en Julia de zomerrodelbaan naast het meer mogen uittesten.
We maakten niet alleen de rondwandeling toen we aankwamen maar we picknickten met zicht op het meer en de omliggende bergen, we speelden een partijtje minigolf bij ‘Minigolf und Tennisanlange Schwarzsee’ en we dronken een koffietje bij hotel Schwarzseestärn. Gust en Julia kregen elk 5 ticketjes om de zomerrodelbaan uit te proberen en wij genoten van het zonnetje en 2 blije gezichtjes die hun ervaringen over het rodelen uitwisselden en afstemden.





Het moet rond 17 uur geweest zijn als we incheckten in de chalet die op 5 min. wandelen van het meer en de zomerrodelbaan ligt. Enkel een parking ligt tussen meer en het huisje.
Via een sleutelcode konden we de chalet betreden en de verwachtingen waren van buitenaf al groot. Zwitsers zijn meestal niet zo modern en onder ‘cosy’ verstaan zij vaak toch iets anders dan wij. Maar het gebouw was vrij recent gerenoveerd en de inkomhal straalde alvast warmte uit door het gebruik van hout en schapenvelletjes.

Ook het interieur was modern en uiteraard heel belangrijk: super proper! Alleen had de Poolse dame die het huis verhuurde de inrichting misschien een beetje te serieus genomen. Ik hou niet van kitsch maar een Zwitserse chalet mag een beetje kitsch zijn. Koffiekopjes met een koe of een Zwitserse vlag, een koeienbel en misschien zelfs een koekoeksklok zijn helemaal toegestaan maar hier had de Zwitserse vlag precies een beetje overgegeven over het interieur. Ok nee, ik overdrijf. Het was eigenlijk top maar die gordijnen waren ‘trop’. En ‘trop’ is te veel, toch?





We verdeelden de slaapplaatsjes, ontdekten de lades en keukenkastjes, Gust vond meteen een gezellig zeteltje met koeienvel én…zicht op de bergen. Een flesje wijn en een aperitiefje werden geopend en verorberd en wij waren klaar om te genieten van een gezellige familieavond. En omdat we dan toch in het Zwitserse thema waren, aten we meegebrachte Flamkuchen. Na nog een klein avondwandelingetje (de kids bleven liever chillen) gingen we allemaal vrij vroeg slapen want de volgende dag stond een mooie wandeling op de planning.

Zondagochtend was ik (zoals gewoonlijk) als eerste wakker. Voor één keertje vond ik dat absoluut niet erg want ik liep op kousenvoeten de slaapkamer uit richting de living. Jaaaa, waar ik op hoopte was werkelijkheid. Het zonnetje, dat zich de zaterdag nog vaak had verstopt, scheen volop en vanuit het livingraam zag ik prachtige bergen met een ontluikend zonnetje. Algauw verscheen Julia aan mijn zijde en zochten we samen, dankzij Mr. Google, de handleiding van de Dolce Gusto om met een kopje koffie mét Zwitserse vlag te kunnen genieten van al dat moois.


Niet veel later kwam ook het mannelijke gezelschap erbij en konden we samen een heerlijk ontbijtje nuttigen. Na het verorberen van de croissants en de eerste mandarijntjes trokken we onze wandeloutfit aan en vertrokken we richting kabellift. De kabellift ‘Kaisereggbahnen Schwarzsee’ bevindt zich net naast de zomerrodelbaan, net voor het meer. We kochten 4 enkele ticketjes naar boven want de wandeling die we zouden maken, daalt terug richting Schwarzsee zonder liftje. Een stevige afdaling stond ons te wachten. Wij maakten wandeling 6 van onderstaand kaartje:
Met de zetelliftjes ga je naar Riggisalp wat sowieso al een prachtig ritje met een veelbelovend uitzicht is. Voor de niet-wandelaars kan je boven genieten van iets lekkers bij berghut Riggisalp. Wij werden er getrakteerd door een Zwitsers orkestje. De sfeer zat meteen goed. Voor de kinderen is er naast de berghut ook een leuke speeltuin waar ze zich zeker niet zullen vervelen.





Vanuit Riggisalp vertrekt de wandeling richting Untere Euchsels. Leuke bergpaadjes waar koeien en geiten gewoon hun gangetje gaan. Heerlijk! Op en top berggevoel.

Na Untere Euchels wandelden we richting Stiereberg waar we op een heel mooi uitzichtspunt even verpoosden. Op dat punt splitsten we op. De jongens hadden zin in een extra 4 km wandeling met een serieus klimmetje en de meisjes volgden liever de ‘gewone’ weg (10 km, 255m stijgen en 693m dalen).

Terwijl de jongens niet alleen genoten van de prachtige vergezichten maar ook van wat boys q-time, wandelden Julia en ik verder richting berghut Antoni Brecca. Daar dronken we een verfrissende ijsthee en aaide Julia de hele kudde berggeiten. Daarna liepen we langzaam verder naar berghut Steinige Rippa waar we de jongens opnieuw zouden ontmoeten, of dat hoopten we toch.


We moesten wel eventjes wachten op de jongens want hun extra 4 km was niet alleen klimmen maar ze zagen ook nog marmotten en mochten van andere klimmers zelfs een verrekijker lenen om de beestjes goed te kunnen bewonderen.
Ondertussen sloegen Julia en ik de werking van berghaus Steinige Rippa gade. Hoe mooi kan het leven toch zijn. Grootmoemoe, Grossmutter, zoon, schoondochter en 3 Zwitserse kindertjes die op één van de mooiste plaatsjes van de streek een boerderijtje hebben waar ze tijdens de zomer hun koetjes melken. Ondertussen runnen ze gezamenlijk ook nog een typische Zwitserse berghut waar ze éénieder gelukkig maken.

Het oudste dochtertje, ze moet zo’n 9 jaar geweest zijn, liep daar rond als een volleerde ober. Opdienen, afruimen, tafels schoonmaken… geen klusje was haar teveel. Grootmoeder leidde de organisatie en liep bovenstaande houten trapjes wel honderden keren op en af om drank en spijs te voorzien. In de keuken stond een overgrootmoeder met bijhorend bultje op de rug te roeren in de potten versgemaakte Käsefondue. Het jongste dochtertje van een jaar of 3 volgde haar moeder overal waar die heen liep en het 5-jarige zoontje was papa’s grote helper. Na enige tijd verschenen vader en moeder plots in een andere outfit op het erf. Julia en ik fronsten onze wenkbrauwen en waren benieuwd wat er nu zou gebeuren. En ja hoor, vader en moeder verlieten het restaurant gebeuren en verdwenen in de schuren achter het restaurant. Ze gingen tussen de service door even koeien melken. Heerlijk toch!!!
Ondertussen hadden Pieter en Gust de berghut ook bereikt en lonkte de Käsefondue geroerd door overgrootmoeder als nooit te voren. Dit moet de lekkerste Käsefondue met het mooiste uitzicht ooit geweest zijn. Ons hartje werd warm vanbinnen en dat was niet alleen van de hete kaas.

Nadat we allemaal onze buikjes vulden (Gust koos trouwens voor een knapperige Schweinewurst mit Brot) besloten we aan de afdaling te beginnen. Vanaf Steinige Rippa tot aan de Schwarzsee daal je eigenlijk zo goed als de hele tijd. Soms houten trapjes, soms kiezeltjes en andere keren langs grasvelden. Mooi, dat zeker, maar ik voelde het al aankomen. Jup, 3 dagen na de wandeling liep ik nog rond als overgrootmoeder. Stijf in de kuiten en de bovenbillen van de stevige afdaling. Maar he, zo voelen we ook weer waar onze spieren zich bevinden, niet?
De wandeling eindigt aan de Schwarzsee waar je als laatste stukje terug naar de kabelliften (of ons vakantiehuisje) nog een 2 km langs het meer wandelt. Weten jullie eigenlijk hoe de Schwarzsee aan zijn naam komt? De legende vertelt dat een reus er ooit zijn vuile voeten zou gewassen hebben. Nu, die voeten moeten toch behoorlijk proper geweest zijn want zo ‘Schwarz’ was het meer nu ook niet. Er zijn ook enkele houten brugjes over het meer die het wandelen erg leuk maken.

Die avond kropen we moe maar voldaan in ons bedje. Nog één keertje uitkijken naar het ontbijt en heerlijk koffietje de volgende dag om dan op tijd te vertrekken richting Bern.
Heerlijk om na 28 jaar nieuwe herinneringen te kunnen maken op dezelfde plaats. Hopelijk blijft ons tripje Schwarzsee bij Gust en Julia iets langer hangen dan dat het bij mij deed toen. En voor hen misschien een herinnering aan geurende kaasfondue in plaats van geurende wollen sokken 🙂