Tips and tricks 83: Day trip Zürich – Lugano + bezoek aan Gandria

Jullie herkennen het gevoel wellicht allemaal. De kerstdagen zijn voorbij, de kerstboom + versiering verdwenen naar de zolder en de gezellige sfeerlichtjes zijn ondertussen ook uit het straatbeeld verdwenen.

Vanaf dan mag het voor mij stilletjes aan lente worden. Een streepje zon, iets warmere temperaturen maar vooral de hopen energie die je van die combinatie krijgt. Zoals voorbije vrijdag. Na bijna 2 grijze weken hier scheen de zon volop en voelde het buiten aangenaam warm. Een onnatuurlijke kracht zoog me naar de kast met poetsspullen en deed me buiten mijn weten om alle ruiten in het hele huis kuisen. Gek hoor zo’n ervaring maar zeer welgekomen.

Ik kreeg hoop in nog meer van dat maar toen ik het weerbericht voor het komende weekend bekeek, zag ik grijs, koud en zelfs kans op wat smeltende sneeuw. Nope, je laat iemand niet eerst proeven van wat lekkers om dan iets vreselijks te serveren. Ik scrolde wat verder in mijn MeteoSwiss app en zag opeens allemaal zonnetjes maar bovenal temperaturen tot 20 graden verschijnen in Locarno, Ascona en Lugano in het kanton Ticino, tegen de Italiaanse grens. Mmmmm, nog snel een last minute weekendje boeken leek verleidelijk maar dat is niet alleen duur (ook al zit je tegen de Italiaanse grens, toch gelden daar nog de Zwitserse prijzen) en die twee tieners hier in huis hebben nu eenmaal nog schoolwerk ook. Wel, eentje eigenlijk maar want de andere vertrekt maandag voor een weekje skiklassen dus zou een weekendje logeren ook niet praktisch zijn om de valies nog voor te bereiden (al weten mijn trouwste volgers natuurlijk wel dat die valies eigenlijk al een week klaarstaat) . Dus ik borg het idee snel weer op. Tot ik de hubby vertelde over mijn plannen en hij toch nog eens checkte hoelang het nu eigenlijk sporen is van Zürich naar Lugano en we eigenlijk zeer aangenaam verrast waren.

En zo gebeurde het dat ik vrijdagavond alles klaarmaakte om op zaterdagochtend als vroege vogels naar Lugano te kunnen vertrekken. Koffie en croissants mee in de rugzak, laagjes kleren voorzien op warmere temperaturen én… de zonnebril + zonnecrème in de aanslag.

In Thalwil namen we de trein om 7.38 uur en maakten 1 overstap in Zug (om 7.56 uur daar aangekomen en terug vertrokken om precies 8 uur). In Zug merkten we al snel dat we niet de enige waren die een tripje naar de zon hadden gepland. De ellenlange trein leek overvol te zitten waardoor we verplicht werden op te splitsen en Julia zelfs het ritje doorbracht op mijn en Pieters schoot. Al was het dan weer handig dat zij de hele familie van eten en drank kon voorzien door nu en dan eens een tochtje te maken van het ene naar het andere plaatsje.

Tijdens de rit spoor je door de Gothard tunnel, die het wereldrecord voor langste trein tunnel kreeg door maar liefst 57 km lang te zijn. En dan opeens kom je uit de tunnel in het kanton Ticino en zie je tussen de bergen het ochtendzonnetje verschijnen. Na een laatste stopje in Bellinzona (waar je eventueel kan overstappen om richting Locarno of Ascona te gaan) rijd je zachtjes verder tot in Lugano. En nog geen 2 uur later stapten wij, samen met honderden anderen, om 9.30 uur precies, uit de trein in Lugano.

Het duurde geen minuut voor we alle 4, met open mond, vanop het hogergelegen stationsplatform richting Lugano centrum en het meer stonden te kijken. Dit was het vroege opstaan nu al meer dan waard en we waren nog niet eens aan de dag begonnen.

Na wat foto’s voor het thuisfront volgden we de groep mensen (die hier duidelijk al eerder waren geweest) langs trappen en steegjes naar de oude binnenstad. De eerste bars openden hun deuren en (bijna) echte Italianen zaten hun eerste mini koffietje te slurpen op een zonovergoten terras. La dolce vita…

Na wat kuieren in het oude stadsgedeelte werden we toch wel richting het meer gezogen en zetten we zo onze wandeling verder langs de promenade richting het Ciani park. Langs de ene kant een mooi groen park met authentieke villa’s en langs de andere kant ‘Lago di Lugano’ dat door het zonnetje op een gouden paradijs leek. Een foto aan de beroemde smeedijzeren poort of ‘Gate to nowhere’ hoort er natuurlijk ook bij en die poort lijkt echt de toegang tot het paradijs.

Na park Ciana wandelden we tot aan het haventje van Lugano en staken we de Cassarate rivier over om langs de ander kant van het haventje verder te kunnen wandelen. Het was zo heerlijk wandelen dat we bleven verder gaan langs het meer en we eigenlijk niet doorhadden dat we een gekende wandeling van Lugano tot het dorpje Gandria aan het maken waren. Langs de ‘Sentiero dell’ olivo’ of olijvenroute stap je verder richting ‘Sentiero di Gandria’ die je leidt tot aan het prachtige oude dorpje Gandria. Het dorpje ligt verscholen in de bergflank en bestaat uit oude steegjes en huisjes met als topper de kapel San Rocco. Het dorpje was vroeger een ideale smokkelplaats tussen Italië en Zwitserland. In de zomermaanden kan je Gandria ook met de boot bereiken. Nu was dat enkel te voet of met de bus vanuit Lugano mogelijk maar we vonden de 6 kilometer lange wandeling meer dan de moeite waard. Er wordt tijdens het wandelen lichtjes geklommen en af en toe weer gedaald maar zeker goed haalbaar voor fervente wandelaars.

In Gandria waren we even stil. Het is er zo mooi en de tijd lijkt er te zijn stilgestaan. Je vindt er een 5-tal restaurantjes (met terras aan het meer) maar die waren nu, omdat het natuurlijk nog winterseizoen is, niet allemaal geopend. Diegene die wel open waren, hebben even een goudmijntje verdiend en konden ’s avonds waarschijnlijk geen stap meer zetten. Alle bezoekers van Gandria wilden natuurlijk genieten op een terrasje met zicht aan het meer. Wij maakten een stopje bij restaurant Antico (letterlijk en figuurlijk een beetje charmant Antico) waar we toch een 20-tal minuutjes moesten wachten op een plaatsje al was het die 20 minuten zeker meer dan waard. Een kleine, Italiaanse kaart met heerlijke gerechtjes deed ons al snel watertanden. En om het helemaal af te maken, bestelden we ook een Aperol als aperitief. Mmmmmmm

Met een volle maag en een klein krulletje boven het hoofd van de aperitief verlieten we het restaurant. Kleine afweging: ‘Keren we te voet terug of nemen we de bus en wandelen we nog wat rond in Lugano zelf?’ Aan de tieners moesten we die vraag niet stellen en dus besloten we van Gandria dorpje helemaal via de oude trapjes en steegjes naar boven te klimmen waar een weg was. De verbindingsweg trouwens tussen Zwitserland en Italië en op een boogscheut van de Italiaanse grens.

Geen Zwitserse stiptheid hier maar eerder wat Italiaans charme want de busuren op onze smartphone bleken helemaal niet te kloppen met de busuren aan de stopplaats zelf en dus moesten we nog 40 minuten wachten. We besloten niet aan de busstop zelf te wachten maar liepen wat verder richting Italiaanse grens om toch even het gevoel te ervaren om in Italië te zijn. Toen we een halfuur later terug waren aan de busstop stonden er toch al een 15-tal mensen te wachten. Even later was het busje daar en begon de Italiaans ogende buschauffeur met beide armen te zwaaien als in ‘ik zit helemaal vol’. De deuren van het kleine busje gingen open en in het Italiaans expliceerde de chauffeur dat er nog 3 personen konden opstappen. Nog even probeerde ik hem te overhalen om 2 volwassenen en 2 kinderen mee te nemen maar geen geluk. Een koppel naast me vroeg in het Italiaans wanneer de volgende bus zou komen en aan hun blikken te zien leek het geen goed nieuws. Ze vertaalden voor ons in het Engels dat de volgende bus 2 uur later zou komen. Ik voelde me helemaal in Italië op dat moment.

We twijfelden niet lang en zouden de wandeling langs het meer gewoon terug maken. Na het mopperend jong geweld wat op te peppen, ging de wandeling nog vlotter dan het doorgaan en stonden we voor we het wisten terug in park Ciani waar we een echte gelato toch niet konden skippen.

16.30 uur ondertussen en ook al leek het een echte lentedag, toch zou het nu snel kouder en donker worden. We zagen de zon al zakken tussen de bergen langs het meer. Schitterend om ook dat nog te kunnen waarnemen.

Met toch al wat vermoeide benen, van het stappen maar vooral de vele trappen in Gandria, slenterden we langs de oude binnenstad terug richting het station. We wisten dat er nog een klimmetje zou komen aangezien we ’s morgens bijna rollend van het station naar het meer waren gekomen. En net toen de klim zou beginnen, spotten we de funicular (of kabelspoortreintje) die toeristen vlotjes van de stad naar het hogergelegen station brengt. Toegegeven, we hebben heel even getwijfeld maar geen één van ons 4 wilde nu nog opgeven en dus klommen we, iets minder vlot, naar boven waar het uitzicht adembenemend was met de ondergaande zon.

Dat dit een topdagje was, kan ik niet ontkennen. Heel even het gevoel dat je op vakantie bent en dan toch ’s avonds in je eigen bedje kunnen duiken. Perfect voor mij! En opnieuw… I’ll be back. Misschien trek ik binnenkort wel eens een dagje naar Lugano terwijl de kroost richting school/kantoor trekt.

La Dolce Vita Dry Viva Underwear Laundry Towel

Gepubliceerd door tinyindebergen

#swisslife

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s