Tiny gaat zingen

De heerlijke zomer van 2024 is helaas voorbij. De schoolboeken slingeren ondertussen al weer even rond in huis en we worden het nieuwe ritme stilaan gewoon.

Tijd voor nieuwe goeie voornemens aan het begin van die septembermaand en zo viel mijn oog een tijdje geleden op een aankondiging van de spoogler groep (The Zürich Spooglers are an informal group of spouses/partners of Zooglers (Googlers in Zurich) who help and support each other, sharing information about life in Switzerland.)

Een advertentie waarin het Googler/Spoogler koor op zoek is naar nieuwe leden. Repetitie wekelijks op maandagavond in één van de Google gebouwen en belangrijk: iedereen welkom!

Zeer belangrijk zinnetje voor mij want ik genoot geen muzikale opleiding en heb geen voorkennis maar ik ben een fervente auto- en douchezangeres die heel hard geniet van meebrullen op leuke deuntjes.

En zo stond ik vorige week maandag stipt om 18.50 uur aan de ingang van één van de Google gebouwen. Klaar voor mijn eerste zangles. De lessen worden trouwens gegeven door een studente aan de universiteit in Zurich.

Een Googler kwam mij en nog twee andere dames beneden ophalen. Privacy redenen zorgen ervoor dat wij als Spoogler niet zonder Googler in de gebouwen mogen rondlopen. Ik kreeg de verplichte badge opgespeld en stapte aarzelend achter het groepje aan dat elkaar duidelijk al kende.

We mochten plaatsnemen in 1 van de meetingrooms en vooraan nam een man het woord. Hij gaf wat uitleg over het koor, mensen konden vragen stellen en nieuwe leden werden voorgesteld.

En toen, toen dacht ik echt even dat ik in een verborgen camera programma was terechtgekomen. Op een whiteboard werden nummertjes geschreven en iedereen kon vrij een muzieknummer noteren. Van ABBA tot Let it go tot 99 Luftballons… Alle genres en talen werden aangevraagd en de karaoke werd opgestart. Man, vrouw, jong, oud… allen namen met veel goesting de micro in de handen en begonnen uit volle borst te zingen.

Ok, dus dit is het Googler/Spoogler koor dacht ik bij mezelf. Hoe belachelijk heb ik me gemaakt door te denken dat ik een echt koor zou vervoegen en dat ik thuis stiekem gebruik had gemaakt van een app om te bepalen of ik een alt of een sopraan ben.

Ik durfde uiteraard de meetingroom niet stilletjes verlaten dus zat ik wat heen en weer te wiegen op mijn stoel en bij 99 Luftballons kreeg ik van een onbekende een micro in mijn handen geduwd en heb ik wat mompelend meegezongen.

Rond 21.30 uur (het zogezegde koor duurde normaal maar tot 21 uur) ben ik stilletjes naar buiten geslopen maar voor ik vertrok fluisterde ik de dame naast me toe: ‘So this is what you do every week?’ Waarop zij verontwaardigd zei: ‘Nooo, not at all, today is a social event because the teacher is still on holidays.’ Ooooooh, ok, dus er is weldegelijk een echt koor. Een pak van mijn hart.

Toen ik iets later thuiskwam, proeste ik het uit en wou ik manlief vertellen wat me die avond was overkomen waarop hij doodleuk zei: ‘Ohja, ik kreeg vandaag nog een mail dat het koor pas volgende week echt start en dat vandaag een soort social event was.’ Whaaaaaaaaa!!!!

En zo stond ik gisteren met klamme handjes om 18.50 uur stipt weer voor de deur van het Google gebouw. Opnieuw kwam een Googler ons halen en kende ik al voorzichtjes enkele gezichten van de week ervoor. Er waren ook heel wat nieuwe gezichten die nu echt naar het koor kwamen. Bij de ingang van de meetingroom kreeg ik partituren in mijn handen geduwd en na wat kennismakings- en opwarmingsoefeningen begonnen we echt te zingen: olei!

De zanglerares had me vooraf gevraagd of ik een alt of een sopraan ben maar ik durfde dus niet al te luid vertellen over mijn app en zei dus maar dat ik het niet heel zeker wist. ‘Ok, kom dan straks na de les maar even bij mij langs en dan gaan we even kijken’. Samen met een 6-tal nieuwe leden mocht ik dus wat stemoefeningen doen en kreeg ik ‘for sure a Soprano’ op mij geplakt.

Soprano, klinkt goed he! Zou ik dan naast mijn douche- en auto ervaring toch wat van mijn vaders genen geërfd hebben? Die had op familiefeesten met momenten iets van Luciano Pavarotti.

En zo ben ik begonnen aan mijn nieuwe maandagavond avontuur. Benieuwd naar ons winteroptreden met het koor in december…

Tips and tricks 100: Caumasee – Swiss Grand canyon ‘Il Spir’ – Crestasee

De 100ste tips and tricks, jawel jullie lezen het goed.  Deze moest natuurlijk een ‘specialleke’ zijn en dat is het ook geworden.  3 Zwitserse toppers in 1 dagactiviteit.  Klinkt goed toch?

Onze wandeling start aan parkeerplaats Flims Waldhaus (Rudi Dadens 3, 7018 Flims) waar je ook 2 laadplaatsen voor elektrische wagens kan vinden.

Vanaf de parkeerplaats volg je de wandelbordjes Caumasee, Conn, Crestasee, Trin Mulin.

Aan de Caumasee zou je eventueel al halt kunnen houden en in het prachtige groen/blauwe water duiken maar wij hielden het zwemmen voor het laatste aan de Crestasee.  Tijdens de zomermaanden betaal je trouwens om in deze meren te zwemmen.

De wandeling gaat verder langs de linkerkant van de Caumasee (Caumasee laat je dus rechts liggen) en op het einde begin je aan de enige klim (valt zeer goed mee hoor) die je die dag zal maken.  Maar de inspanning wordt beloond want bovenaan heb je een prachtig zicht op de rijnkloof.  Het uitzichtpunt zit wel een beetje verstopt dus ga zeker niet terug naar beneden voor je het gevonden hebt.

Daarna daal je terug af wat je net hebt geklommen en gaat de wandeling verder richting restaurant Conn met iets voorbij het restaurant ‘Il Spir’, de uitkijktoren die je een prachtige kijk geeft op de Swiss Grand canyon.

Nadat je even je hoogtevrees hebt overwonnen, keer je een paar passen terug om de wandeling richting Crestasee verder te zetten.  Deze loopt tussen bomen wat ideaal is op een warme zomerdag. 

En dan natuurlijk de apotheose, de Crestasee.  Een groen/blauw meertje omgeven door bomen en machtige bergtoppen.  Julia en ikzelf hadden niet lang nodig om in ons badpak te duiken (er zijn trouwens ook omkleedhokjes voor mannen en vrouwen apart voorzien).

Niks zo fijn om die verhitte voetjes en warme lichamen te verfrissen in het meer.  Het water was trouwens zeker doenbaar qua warmte.  In het midden van het meer is een houten vlot waar je even kan verpozen en je kan er ook roeibootjes of een SUP huren. Als ‘kortzwemmer’ betaal je CHF 3 om een uurtje te zwemmen.  En dat is eigenlijk meer dan genoeg om even te verfrissen.

Na het terug omkleden hebben wij het laatste stukje van de wandeling verdergezet dat vertrekt rechts achter het restaurant (naast de omkleedhokjes) en je in een kwartiertje naar het busstation van Trin Mulin Crestasee brengt. De eigenlijke wandeling loopt tot in Trin Mulin maar je mist zeker niks met de eerste halte te nemen nl. Trin Crestasee.  Van daaruit hebben wij de bus teruggenomen naar busstation Flims Waldhaus Caumasee.  Dat is een ritje van een 15-tal minuten terug tot aan de auto. Voor de busrit betaal je als volwassene CHF 4.40 en voor kinderen CHF 2.20.  Aan busstation Flims Waldhaus Caumasee (waar de wagen geparkeerd staat) is ook een Volg supermarkt waar je wat natjes en droogjes voor tijdens of na de wandeling kan kopen.

Samengevat: een prachtige, doch lichte, wandeling die ideaal is voor het hele gezin met als hoogtepunt de frisse duik in de Crestasee.

Tips and tricks 99: Bahnerlebnisweg Preda-Bergün

De voorbije winterperiode hebben we een zalige familieactiviteit ondernomen in kanton Graubünden in de Albulapas. We gingen er sleeën op een 6 kilometer lange sleebaan van het bergdorpje Preda naar het idylische dorpje Bergün. Zalig was dat! We hebben gelachen, geroepen en gejodeld tijdens het glijden.

Omdat de omgeving zo mooi is (Unesco werelderfgoed zelfs) wilden we er in de zomer graag eens teruggaan. En zo gezegd, zo gedaan. We reden met de wagen door Zwitserse, kronkelende wegen tot het station van Bergün waar je zelfs elektrische wagens kan laden.

Van daaruit neem je telkens om xx:14 uur de trein naar Preda. Maar dit alleen al is een geweldige ervaring. Je rijdt over het bekende Landwasserviaduct, gekend van vele foto’s en prentjes over Zwitserland.

Na 18 minuten op de trein kom je aan in het station van Preda van waar de wandeling eigenlijk meteen start. Je volgt voortdurend de gele bordjes ‘Bergün’ wat heel gemakkelijk is. Alleen bij de start wijst een geel bordje met Bergün naar boven en eentje naar beneden maar je volgt die naar beneden. De wandeling gaat zo goed als de hele tijd naar beneden. De totale lengte is 6 km.

De wandeling is heel gevarieerd en enorm mooi. Een rivier, het viaduct, de trein, bossen en brugjes komen afwisselend voorbij. Je moet het gewoon zelf ondervinden en meemaken.

Na de 6 km genieten en vele oooooohs en aaaaaaahs kom je vanzelf weer in het dorpje Bergün en kan je terugwandelen naar de wagen aan het station.

Ik zou de wandeling niet doen met hele jonge kinderen of ouderen want met momenten moet je toch goed uitkijken waar je stapt. Een optie voor hen is gewoon de trein nemen en terug.

Het was heel warm toen wij gingen (jammer genoeg wel wat bewolkt) maar gelukkig had ik deze verfrissende verrassing achter de hand. We reden naar het Freibad (buitenzwembad) van Bergün waar we genoten van een heerlijke plons in het verkoelende water. Mooier kon de dag niet zijn!

Tips and tricks 98: Globi Wanderweg Lenzerheide

Ik blijf het geweldig vinden om nieuwe tripjes te ontdekken in het mooie Zwitserland. Al kan een ‘oud’ en vertrouwd plekje waar ik ooit mijn hart verloor zeker nog steeds voldoening geven.

De meeste tips and tricks vertrekken vanuit Zürich maar in de omgeving van Lenzerheide komen we ook graag. Naar Lenzerheide rijd je ongeveer 1.45 uur zonder file vanuit Zürich.

Vandaag beschrijf ik de Globi Wanderweg in Lenzerheide. Globi is een gekend Zwitsers kinderboekenfiguur. De wandeling die ik beschrijf is oorspronkelijk een familiewandeling met 13 doe-activiteiten onderweg maar zelfs zonder kinderen of met onze pubers blijft het een mooie wandeling en storen de kinderactiviteiten zeker niet.

Wij namen de zetellift bij het dalstation in Val Sporz (adres: Lenzerheide Bergbahnen
Parkplatz Scalottas, 7078 Lenzerheide). Met de halftaxkaart en de juniorkaarten van de kinderen konden wij voor CHF21 met 4 naar boven en beneden (een volwassene met halftax betaalt CHF 10.5 en kinderen met juniorkaart reizen gratis).

Het is een heerlijk ritje op de zetellift (zetelliftjes blijven mijn favoriet boven de gondels). Je bent veel meer in de natuur en hebt echt tijd om de omgeving op te snuiven.

Uitstappen doe je in Tgantieni vanwaar je de wandeling meteen kan starten. Bij de start is een speelplein en een bergrestaurant (Acla Grischuna) maar dat kan je misschien beter als laatste houden.

Aan het dalstation namen wij een brochure mee met familiewandelingen in de omgeving waarop je oa. de Globi Wanderweg mooi kan volgen.

De meeste doe-activiteiten zijn te vinden in het eerste deel van de wandeling. Apotheose was het helblauwe meer (Speichersee) bijna op het einde van de wandeling. Daar kan je op 2 plaatsen grillen (hout steeds beschikbaar) maar tijdens de wandeling zijn meerdere grillplaatsen beschikbaar.

De wandeling is 6 km lang en je stijgt of daalt maximaal een 180 meter. Deze wandeling is goed te doen voor kleinere kinderen die het gewoon zijn om te wandelen. De doe-activiteiten maken de wandeling natuurlijk attractief voor hen en doet vergeten dat ze een wandeling maken. Als je dan nog grilt onderweg of halt houdt aan de Speichersee kan je er een daguitstap van maken.

Wij wandelden er ongeveer een uur of 2 over met enkele stopjes op een bankje aan een mooi uitzichtpunt en aan de Speichersee en lieten de doe-activiteiten grotendeels links liggen. We werden zeker ook niet overspoeld door gezinnen met kleine kinderen dus echt wel een mooie en gevarieerde wandeling voor groot en klein, jong en oud(er).

Tips and tricks 97: Het charmante stadje Baden aan de Limmat rivier

Zwitserland heeft een paar heel erg schattige stadjes waar je sowieso de vakantievibes voelt. Ok, je hebt de grotere steden zoals Zürich, Luzern, Basel, Bern, Chur,… met hun charmante Altstadt waar je dat zelfde gevoel kan ophalen maar het blijft toch een grotere stad.

Prachtig weer hier momenteel en dus had ik zin om de bergen in te trekken. Maar in de late namiddag/avond was er kans op onweer en dan ben je natuurlijk liever niet op je eentje in de bergen. Ik ging op zoek naar een goed alternatief.

Het werd het charmante en levendige stadje Baden, gelegen in het kanton Aargau, langs de Limmat rivier. Die Limmat rivier is dan ook 1 van de grote troeven van het stadje naast de ongelooflijk charmante, vaak met bloemen versierde, huizen, straten, pleintjes, winkeltjes en koffiehuizen.

Wanneer we met het gezin richting Baden trekken, nemen we de wagen. Vandaag ging ik er op mijn eentje op uit en nam ik de trein. Met de wagen rijd je een 20 minuten vanuit Zürich wat ongeveer gelijk loopt met een treinrit vanuit Zürich Hauptbahnhof.

Wanneer je met de trein gaat, kom je meteen in het mooie stadsgedeelte en kan je beginnen ontdekken, slenteren en genieten. Met de wagen parkeren wij ons meestal net buiten de stad in de Ländliweg van waar we langs park Villa Boveri de stad binnenwandelen. In het stadscentrum zijn ook openbare parkeerplaatsen zoals bv. Parkhaus Theaterplatz waar je meteen in het hart van het centrum terechtkomt.

Een echte wandeling in de stad heb ik niet. Ik vind vooral het ontdekken, slenteren, straatjes en steegjes inslaan, de rivier opzoeken,… heerlijk. Er zijn wel enkele highlights die je natuurlijk niet mag missen: de Stadtturm, de Holzbrücke over de rivier, de Promenadenlift, de Limmatsteg, restaurant/pizzeria Schwyzerhüsli, de fontein aan de Bahnhofplatz en natuurlijk de mooie promenade langs het water.

Ik ben via een heel leuk steegje op de hoek van de houten brug en de Kronenstrasse (beetje verstopt tussen het groen) naar het water afgedaald, van daar wandelde ik langs het water tot aan de Limmatsteg (waar ook de Promenadenlift is maar die heb ik dan nog niet genomen), ik stak hier de rode ijzeren brug over en wandelde langs de andere kant van de Limmat rivier verder (niet opgeven want je kan blijven wandelen) tot aan de volgende brug ‘Schiefe Brücke’ om zo de rivier terug over te steken en terug te wandelen tot aan de Promenadenlift die ik dan naar boven nam waarbij ik meteen terug in het oude stadsgedeelte terechtkwam.

Verder heb je in Baden ook nog het Casino ‘Grand Casino Baden’, het Historisches museum Baden, Fortyseven Wellness en Thermen en via een klim kan je aan de overkant van de rivier (niet de kant van de oude stad) ook een klimmetje maken naar Schloss Schartenfels van waar je natuurlijk een prachtig zicht hebt op de stad Baden.

Baden, de naam verklapt het natuurlijk al een beetje, was oorspronkelijk gekend voor zijn natuurlijke bronnen en thermen.

Genoeg te ontdekken in deze historische Zwitserse stad (of beter stadje). Slenter gerust door de straten en langs de rivier en vergeet onderweg niet te genieten 😉

Tips and tricks 96: Gotthardpass + Teufelsbrücke + Schöllenenschlucht

Een roadtripje door een Zwitserse bergpas blijft toch 1 van mijn favorieten. Het mooie Zwitserland ten volle ervaren op een lazy manier. Ok, een zware tocht door de bergen geeft zeker ook voldoening hoor maar zo’n bergpas zie ik me nu ook weer niet te voet doen.

We reden al door de Klausenpas, Albulapas, Brünigpas, Flüelapas, Furkapas, Grimselpas, Ibergereggpas en de Sustenpas. Een mooi overzicht van de Zwitserse bergpassen vind je hier.

Velen onder jullie reden zeker al door de alom bekende Gotthardtunnel om het zuiden van Zwitserland, Ticino, of natuurlijk het bella Italia te ontdekken. Dat deden wij ook al een aantal keer maar over de Gotthardpas (die je vermijdt door de tunnel te nemen) waren we nog niet gereden. Hoog tijd dus!

We reden van Zürich langs de Zugersee, Brunnen, Urnersee, Altdorf richting Gotthardtunnel. De tunnel zelf hebben we genomen tot in Airolo. Dit zou ik wel vermijden tijdens het weekend in de zomermaanden of tijdens een verlengd Zwitsers weekend want dan rijden alle Zwitsers richting Ticino.

Vanuit Airolo zijn we aan de beklimming van de Gotthardpas begonnen terug richting Zürich. Er wordt uiteraard hier en daar ‘halt’ geroepen voor een stopje waarbij we genieten van het prachtige uitzicht: kronkelende wegen, besneeuwde bergtoppen, groene heuvels,… en waar de nodige foto’s worden genomen.

Op het hoogste punt van de pas zijn we even gestopt en daar werden we zelfs nog verrast door veel sneeuw en een overwegend wit landschap.

Vanaf dat hoogste punt begint de afdaling opnieuw waarbij we nog een stopje maakten bij een kudde grazende koeien. Toch ook altijd toppunt van Zwitserland voor mij.

De volledige pas is maar 24 km lang en brengt je van Airolo naar Hospental (niet te verwarren met de Vlaamse bewoording voor ziekenhuis 😉 ).

Ik vind de pas mooi maar voor mij persoonlijk niet de mooiste moest ik maar eentje mogen uitkiezen. Ik denk dat de Grimselpas, de Albulapas, de Flüelapas en de Klausenpas bovenaan het lijstje staan voor mij.

Ik was natuurlijk niet teleurgesteld, hoe zou een Zwitserse pas zelfs maar kunnen teleurstellen, maar het hoogtepunt kwam eigenlijk onverwacht na de pas. Nadat je het einde van de pas hebt bereikt, rijd je van Hospental richting Andermatt. We waren er ooit doorgereden na de Grimselpas en toen had ik wegwijzers naar de Teufelsbrücke gezien. Ik vroeg me altijd al af wat die Duivelse brug precies zou zijn. Deze keer was het dus de ideale gelegenheid om daar halt te houden. En daar hebben we absoluut geen spijt van gehad.

We parkeerden de wagen op de voorziene parkeerplaatsen en dachten dat het plots begon te regenen. De voorruit van de auto werd besprenkeld maar bij het uitstappen bleek het geen regen te zijn maar het opspattende water dat door de Schöllenenkloof stroomt. Ongelooflijk mooi daar! Het stromende water van de Reuss rivier, de kloof, de Duivelsbrug met zijn legende en het korte maar prachtige toertje dat je daar kan maken. Wie liever een iets grotere wandeling doet kan deze wandeling doen. Voordeel van de wandeling is dat er veel parkeermogelijkheid is aan het station van Andermatt. De hierboven vermeldde wandeling is eenrichting maar vanuit het eindpunt kan je de trein terugnemen naar Andermatt. Voor wie de Gotthardpas liever vermijdt in de zomermaanden zal deze uitstap zeker al meer dan de moeite waard zijn. En op terugweg van Andermatt rijd je ook nog door het vervolg van de Gotthardpas wat op zich ook prachtig is (Andermatt – Altdorf volgen).

Wie liever de wandeling hierboven overslaat en enkel de Teufelsbrücke wil bezoeken, moet zeker het korte rondtoertje maken. Dit duurt ongeveer 20 minuutjes maar brengt je via een ondergronds tunneltje door de berg. Wanneer je uit de tunnel komt, heb je aan de overkant van de kloof nog een veel mooier uitzicht. Dus dit mag je bij een stopje aan de Teufelsbrücke zeker niet overslaan. Je volgt hiervoor de bordjes ‘Rundweg Schöllenen’

Kort samengevat zijn er dus 3 mogelijkheden voor een uitstap naar de Teufelsbrücke:

  1. Combineren met de Gotthardpas: van Airolo naar Andermatt rijden en stoppen aan de Teufelsbrücke
  2. Naar het station van Andermatt rijden en deze wandeling van een kleine 5 km maken en toch nog een bergpas gevoel bij de terugkeer van Andermatt richting Altdorf.
  3. Parkeren aan de Teufelsbrücke zelf en de kleine rondwandeling daar maken en zoals hierboven terugkeren richting Altendorf voor nog wat bergpasgevoel.

Optie 2 heb ik zelf nog niet uitgeprobeerd maar staat bij deze ook weer op het lijstje van to do’s.

Tips and tricks 95: Baumwipfelpfad Laax – Senda Dil Dragun

De skibroeken zijn gewassen en de laatste sneeuw begint stilaan echt te verdwijnen. Het sneeuwde dit jaar enorm lang en ook best veel. Heel fijn tijdens het winterseizoen maar nu is het hoogtijd voor lente en de daarbij horende lentewandelingen. Deze zijn trouwens altijd zo fijn omdat Zwitserland dan weer groen ademt en de meren weer prachtig blauw schijnen.

We houden normaal niet zo van uitstapjes met voorgekauwde belevingen en kinderpaden maar de uitstap van vandaag bood toch nog voldoende natuur en eigen beleving dat ik deze zeker met jullie wil delen. Wij gingen vandaag voor het eerst naar Laax. We waren eerder al in de omgeving bij de Caumasee en de Rheinschlucht. Flims-Laax wordt vaak in 1 adem genoemd als bekend en druk bezocht skigebied. Dat merkten we ook meteen bij het binnenrijden van de parkeergarage aan de start van onze wandeling. Hier kunnen ze vast en zeker wat skiërs kwijt in het winterseizoen. De parking was niet alleen nieuw maar ook groot, duidelijk en er was meer dan voldoende plaats voor het laden van elektrische wagens. De prijs was uiteraard ook in orde 😉

Je vindt de parkeergarage terug langs de Via Murschetg in Laax (nabij het Rocksresort). Van daaruit volg je de wegwijzers naar de ingang van het Baumwipfelpfad. Er is een informatiecentrum waar je tickets kan kopen of je kan ze eenvoudig en snel buiten het kantoortje aan een automatische kassa betalen met de kaart. Wie graag een houten knikkerbal koopt, om de kleinsten plezierig bezig te houden, loopt beter toch binnen. De prijs voor 1 houten bol is CHF5. De ingang voor het pad bedraagt CHF 16 voor een volwassene en CHF 8 voor kinderen (onder de 6 jaar gaan kinderen gratis mee).

Daarna ga je met je ticketje (zeker bijhouden de hele tijd want je koopt eigenlijk een soort dagkaart) door de scanner aan de ingang en word je meteen al omver geblazen door een reuze toren met trappen, een lift maar vooral een gigantische glijbaan. Met je dagkaart krijg je 1x gratis toegang tot de glijbaan. Extra kaartjes bijkopen is ook mogelijk (CHF5 voor 2 extra beurten). Kinderen onder de 6 jaar mogen samen met mama of papa glijden.

Van daaruit start ook het wandelpad door de bomen wat bijzonder mooi gemaakt is en ondanks de attracties voor kinderen de eenheid met de natuur blijft behouden. Voor wie wil, staan er langs het pad bordjes met uitleg over bomen en dieren die de kleinsten ook kunnen zoeken in het bos (wolf, vos, uil, hert, beer,… in hout uitgesneden uiteraard).

Daarnaast kan je ook met de grote houten knikkerbal, die je aan de ingang kon kopen, enkele parcours afleggen. Zeker wel de moeite waard voor wie het pad met kinderen onderneemt.

Deze wandeling tussen de bomen is in totaal 1.5 km lang (enkel) maar door het interactieve doe je er een stuk langer over dan gewoon wandelen uiteraard. Op het einde heb je de mogelijkheid om met de lift/trap naar beneden te gaan en Laax dorp te bezoeken of het pad gewoon terug te nemen en dan heb je een wandeling van 3 km gemaakt wat ideaal is met heel jonge kinderen of grootouders die het liever rustig aan doen. Het uitzicht onderweg is sowieso prachtig en zal iedereen zeker bekoren.

Kies je om Laax dorp even te bezoeken dan ga je eigenlijk uit het park met je kaartje, wandel je 20 min. door het bos en bereik je op die manier Laax dorp waar je een kleine wandeling rond het meer kan maken, in de zomer zelfs kan zwemmen, picknicken of je uitleven op de speeltuin. Voor ieder wat wils.

In Laax staat er ook een shuttle bus voor wie liever het pad niet meer terugneemt maar dat zou eerlijk gezegd wat jammer zijn. Nuja, de mogelijkheid is er en ik denk dat die bus ook inbegrepen is in je dagticket. Ik las op de website dat je die bus gewoon kan opbellen en ze je dan komen ophalen. In het drukkere zomerseizoen zal die waarschijnlijk frequenter uitrijden.

Wij maakten nog een toertje rond het meer in Laax waar de eerste pedalo bootjes werden bovengehaald. Een plonsje in het water leek voor de meesten nog wat te vroeg. Al zag ik hier en daar iemand pootje baden. Wij kochten een ijsje in de plaatselijke Volg supermarkt en vonden een mooi bankje aan het water om even heerlijk te verpozen.

Uiteindelijk wandelden we terug naar het bomenpad waar we makkelijk met ons dagticket terug konden wandelen tussen de bomen en zo opnieuw Rocksresort en de parking bereikten. Al hielden we eerst nog even halt aan de grote glijbaan waar ik met plezier mijn toegangsticket aan dochterlief doorgaf (wat ook helemaal geen probleem was voor de dame die het glijden coördineerde).

Nog even vermelden dat honden niet toegelaten zijn op het bomenpad, dat je het pad met kinderwagen en rolstoel kan beleven dankzij de liften in de torens, dat je niet mag picknicken op het pad zelf (wat ik pas achteraf heb gelezen en wij dus wel hebben gedaan, sorry), dat de glijbaan tussen 13 uur en 14 uur gesloten is…

Voor families absoluut een aanrader en voor wie in de omgeving logeert of er iets extra aan wil breien, is de Caumasee of de Crestasee (wil ik binnenkort bezoeken) zeker een optie.

Lukas von Tschiertschen

Het moet een jaar of 2 geleden zijn dat Pieter, Gust en ikzelf na een zondag namiddag wandeling in Zürich de trein terugnamen richting huis. We namen de ’12 na’ waarmee iedereen in ons gezin de trein richting Chur van xx:12 in Zürich Hauptbahnhof bedoelt. 

Het is een andere trein dan de meeste Zwitserse rode treinen. Hij is wat koper/oranje van kleur een heeft niet de typish Zwitserse dubbele verdieping. Hij rijdt meteen van Zürich naar Thalwil zonder stoppen en krijgt bij ons naast de naam ‘de 12 na’ soms ook wel de naam ‘de snelle’.

Die namiddag hadden we even gekuierd in Zürich, stopten we nog even in de supermarkt in het station (alle winkels in Zwitserland zijn gesloten behalve de supermarkten en winkels in de stations) voor een vers brood en zaten we rustig te wachten tot de trein ging vertrekken.

Plots werden we getuige van een schattig tafereel. Een mannelijke dertiger moet het geweest zijn, nam afscheid van een jongetje met pet, rugzakje en korte broek. Het jongetje stapte alleen de trein op en ging naast me zitten. Wij waren met 3 en dus was er nog 1 plaatsje vrij. Al snel begon hij tegen ons te praten en uitleg te geven over de trein: ‘Waar gaan jullie heen, moeten jullie lang op de trein, weten jullie dat deze trein een speciaal kindercompartiment heeft waar er tekeningen op de muur staan en waar je vosjes moet zoeken?’ En zo ging hij verder. Hij sprak Zwitsers Duits maar met een accent dat zelfs Gust niet meteen kon thuiswijzen.

Ik wou niet al te nieuwsgierig zijn (al trok zijn verhaal wel mijn aandacht natuurlijk) maar toch stelde ik enkele vraagjes terug: ‘Ga jij helemaal alleen met de trein? Moet je dan ver zo alleen? Woon je in Zürich?’ En al snel kwamen we te weten dat de dertiger in het station zijn oom bleek te zijn. Die woont in ‘de grote stad’ terwijl de jongen zelf in een dorpje ergens rond Chur woont. Hij vroeg ons: ‘Kennen jullie Tschiertschen?’ Maar het moet de combinatie van zijn Zwitsers accent en de toch wel speciale naam van het dorpje geweest zijn, die ons toch wat grappig in de oren klonk.

Hij woont dus in een bergdoprje en ging met de trein richting Chur. In Chur zou zijn mama hem opwachten en dan moesten ze nog een 20-tal minuten rijden ongeveer tot aan het bergdorp. Soms komt hij in het weekend op bezoek bij zijn oom in Zürich en die reis maakt hij telkens helemaal alleen. Het deed mij wat denken aan de mannelijke versie van het Heidi verhaal. Helemaal alleen met de trein naar de grote stad, het bergdorp even achter je laten. Dat kan toch alleen maar in Zwitserland zijn, niet?

Omdat we natuurlijk op ‘de snelle’ zaten moesten wij na een korte rit de trein al verlaten. Maar het schattige en o zo spontane kereltje met de pet, de korte broek en rugzakje had mijn hart veroverd. Zijn verhaal klonk zo warm voor mij en op dat moment besloot ik dat ik ooit op bezoek zou gaan in Tschiertschen. Het Lukas-dorp in de bergen.

Maar jullie kennen het allemaal, time goes by, en we waren dus nog steeds niet in Tschiertschen geraakt. Tot vandaag! Vol spanning en niet wetende wat te verwachten reden we vanuit Chur het dal tussen Arosa en Lenzerheide in. Kronkelende wegen en haarspeldbochten deden de maag wat draaien maar al snel bereikten we Tschiertschen. Een typisch Zwitsers bord heette ons welkom en voor je het dorpje effectief binnenrijdt zijn wat parkeerplaatsen links en rechts van de weg.

Tschiertschen lijkt even in de tijd te zijn stilgestaan. Het dorp kijkt over het Schanfigger dal dat Chur en Arosa verbindt en ligt op zo’n 1300 meter hoogte. De huizen zijn zo goed als allemaal uit hout gemaakt en liggen mooi in een halve cirkel op de bergflank gebouwd. In de sneeuw toont het dorpje natuurlijk nog idyllischer.

Er is een klein en familiaal skigebied, een sleepiste en een schaatsbaan. Aan de schaatsbaan dronken wij een ‘Heisse Schoggi mit’ of int Vlaams ‘ne warme choco met slagroom’ en genoten vooral van het mooie tafereeltje.

Lukas zijn we jammergenoeg niet tegengekomen al denk ik dat het kereltje nu niet in het dorp zal huppelen met zijn petje, zijn rugzakje en vooral niet met zijn korte broek (al weet je nooit met die Zwitserse bergkinderen natuurlijk) maar ik ben heel blij dat ik dankzij het gesprekje in de trein dit mooie dorpje mocht ontdekken.

Sind Sie Amanda?

Ik weet niet of communicatieproblemen aan de directie aanpak van de Zwitsers of aan de taalbarrière liggen. Maar nu en dan gebeuren er toch van die ‘zucht’ tafereeltjes waar wij hier thuis vaak nog lang mee kunnen lachen (nadat de frustratie is uitgewerkt uiteraard).

Denk maar aan het Gaston en Leo verhaal in het zwembad een jaar of 2 geleden. Het moment zelf kon ik uit mijn vel springen maar we hebben er nadien toch wel heerlijk mee gelachen.

En zo komt na Gaston en Leo het Amanda verhaal mijn archief vervoegen. In de voorbije kerstvakantie gingen wij sleeën in Brambruësch (huisberg van Chur) wat wij als gezinsactiviteit heerlijk vinden. Ikzelf ski niet en de overige huisgenoten zijn nog in de oefenfase waardoor we na een voormiddag skiën al even graag de latten eens inruilen voor een paar sleetjes. In Brambruësch is een sleeroute van 5 km lang met (voor mij althans toch) voldoende hellingsgraad en snelheid om te genieten van de kriebels in de buik.

Na die 5 km gegiechel en ‘sjwoes sjwoes’ door de sneeuw bereik je het middenstation Känzeli waar je de liftjes terug naar boven kan nemen. Tijdens het sleeën had ik mijn zonnebril (aangepast aan mijn ogen) opgezet maar in het liftje heb ik hem netjes aan mijn jas gehangen. Tot daar heb ik nog zekerheid want ik nam (uiteraard zullen mijn volgers nu zeggen) een foto tijdens het naar boven gaan en ja hoor, daar hangt de zonnebril nog mooi te bengelen.

Daarna gaat het licht uit. Toch voor het bestaan van mijn zonnebril. We hebben de sleetjes opgeruimd, zijn naar de wagen gewandeld en hadden daar even een slippertje waarbij enkele vriendelijke Zwitsers onze wagen een duwtje hebben gegeven.

Is het nu gebeurd bij het uitstappen uit het liftje, bij het wegzetten van de sleetjes, bij het stappen naar de auto of het duwpartijtje op de parking… geen idee. Maar wat ik wel zeker weet, is dat ik de dag daarna mijn zonnebril nergens meer kon vinden. Elke jaszak, elk vakje in de veel te grote handtas, de hele binnenkant van de wagen… werden uitgekamd. 

Ik ben nu niet zo zeer van het ‘snel iets verliezen’ type en hou mijn spullen meestal nogal geordend bij. Het stemde me dan ook zeer verdrietig dat ik de bril was verloren en vooral na een intense zoektocht niet meer kon vinden. Het verdriet slijt…maar vergeten deed ik niet 😉

Tot we twee weekends geleden opnieuw richting het skigebied in Brambrüesch gingen en ik heel zelfzeker alle openbare plaatsen aan de skilift ging ambeteren: kassa boven, verhuurcenter, informatiecenter,… 

‘Entschuldigung, ich habe vor ein paar Wochen meine Sonnenbrille verloren.’ ging het telkens opnieuw. Maar overal kreeg ik hetzelfde antwoord: ‘Alle verloren spullen worden beneden aan de grote kabellift in Chur afgeleverd’. 

Dus na een heerlijke dag sneeuwpret reden we de berg naar beneden en stopten we aan de kassa’s van de kabellift. Opnieuw dezelfde vraag uiteraard: ‘Entschuldigung, ich habe vor ein paar Wochen meine Sonnenbrille verloren.’ Een jonge stagiaire dook onder de kassa en haalde een drietal examplaren tevoorschijn. Bij twee brillen was ik meteen zeker want dat waren zo’n zwarte, eerder sportbrillen, en dat was mijn model helemaal niet. Bij de derde bril voelde ik connectie. Ik wees de bril aan en zei dat dit wel eens mijn bril kon zijn. Er hing een briefje rond de benen van mijn bril gekleefd. De stagiaire nam de bril en vroeg: ‘Sind Sie Amanda?’ Ik: ‘Euh, nee, Tine.’ Dan is het uw bril niet zei ze kordaat en ze stak de drie brillen terug onder haar desk. Ok, dat was het dan. Bril definitief verloren.

Ondertussen ging ik de week die daarop volgde op zoek naar hoe ik hier in Zwitserland aan een nieuwe zonnebril op sterkte zou geraken. De verloren bril had ik tijdens een vakantie in België gekocht maar dan moet je zeker minstens 10 dagen in België zijn tussen opmeting en aflevering. En geen idee of ik snel 10 dagen in België zal zijn.

Maar de bril met het briefje bleef door mijn hoofd spoken. Ik wist bijna zeker dat ik hem niet ergens verkeerd had gelegd want dat zou zeer uitzonderlijk zijn voor mij. Ik moest hem echt wel ergens verloren zijn (ik vermoed nog steeds tijdens het duwen van de auto) in Brambrüesch. Maar ja, de bril bleek van Amanda. Toch gek dat er op een verloren bril een naam staat, bedacht ik nog wel.

Het voorbije weekend gingen we weer die richting op om een winterwandeling te maken en dus vroeg ik manlief om nog één keertje te stoppen aan de kabellift in Chur. Ik ging binnen en merkte een man op achter de kassa’s. ’Ok, nieuwe kans!’ schoot er meteen door mijn hoofd. En dus deed ik alsof ik daar nog niet eerder was geweest. ’Entschuldigung, ich habe vor ein paar Wochen meine Sonnenbrille verloren.’ ging het weer.

De man haalde nu vanonder de kassa een stoffige doos boven en ik zag wandelstokken, een skibril, een sneeuwschoen en nog veel andere verloren voorwerpen liggen. Helemaal vanonder vond de man drie brillen. Twee zwarte sportmodellen en een bril met een briefje. Ha! Ik nam mijn telefoon en toonde de foto van tijdens het ritje in de kabellift om te bewijzen dat de bril met het blaadje mijn bril was. De man keek wat bedenkelijk (tsss Zwitsers) en zei: ‘Mmmm, die bril lijkt toch een andere kleur te hebben. Of misschien is het de lichtinval?’ ’Ja, de lichtinval!’ riep ik heel enthousiast. En ik probeerde hem verder te overtuigen om het briefje eraf te mogen halen en de bril eens te mogen opzetten. Dan zou ik kunnen zien of het mijn bril op sterkte was. 

Op dat moment kijkt hij naar het briefje en zegt: ‘Sind Sie Amanda?’ ’Ah nee’ zegt hij meteen daarop. Ene Amanda heeft de bril gevonden boven op de berg. ’Whaaaaaaaaa’ Nee ik ben niet Amanda maar ja, ik ben mijn bril boven op de berg verloren en deze bril is mijn bril. 

Hij duwt de bril vanonder het plexiglas mijn richting uit en roept nog net: ‘Schönen Tag’.

En of het een schönen Tag was. Tine, en niet Amanda, had haar zonnebril terug.

Eind goed, al goed zeker?

Tips and tricks 94: Griesslisee hike

Toen deze week 2 van mijn Nederlandse collega’s, tijdens de pauze, gezellig stonden te keuvelen over hun laatste hikes was ik meteen nieuwsgierig. Altijd in voor een ongekend stukje berg hier. Die dag hoorde ik voor het eerst over de Griesslisee. Soms denk ik dat ik na 4 jaar opzoeken, blogs en sites lezen en up-to-date zijn met de posts van de Zwitserse influencers dat ik de highlights al allemaal heb gezien. En dan ontdek je, als bij toeval, dit toppertje.

De wandeling naar de Griesslisee is niet zomaar een wandeling. Deze hike kan je niet doen zonder de Klausenpass over te rijden. De Klausenpass, die het Zwitserse kanton Uri met Glarus verbindt, is tijdens de winter gesloten voor verkeer door de sneeuwval. Deze wandeling kan je dus alleen maar ondernemen van de (late) lente tot de herfst. De openingstijden van de pass vind je terug via de link hierboven.

We reden al een keer of 3 over de Klausenpass. De laatste keer was samen met de familie omdat je zonder veel inspanning het echte berggevoel mag ervaren. Ideaal dus om oma’s en opa’s mee naartoe te nemen. Vaak vinden de kinderen, achteraan in de wagen, zo’n pass vrij saai. Moeder roept dan om de haverklap: ‘Kijk, ooooh, daar, mooi, stop hier even, oh waw,…’. En ik kan zo nog wel even verder gaan. Maar ik denk dat de combinatie van de pass met de wagen en dan de wandeling naar de Griesslisee voor veel mensen een ideaal dagje uit in de bergen zal zijn.

Oma’s en opa’s die het klimmen liever overslaan, kan je aan de start van de wandeling ‘achterlaten’ in het bergrestaurant Klausenpasshöhe waar je ze vast en zeker ook blij kan maken met een lekkere koffie, een frisse Zwitserse pint met Bratwurst en vooral het prachtige zicht op de bergen en rotsen.

Je parkeert je wagen dus best op 1 van de parkings in de nabijheid van de Klausenpasshöhe (1952m) want net naast het restaurant vertrekt de wandeling naar de Griesslisee (een gletsjermeer). Naast het restaurant zijn ook openbare toiletten voor wie voor vertrek nog even een kleine stop wil maken.

Het grindpad gaat behoorlijk steil omhoog maar het prachtig uitzicht over de omliggende bergen doet het klimmen wat vergeten. Na een kleine 10 min. grindpad ga je het echte bergpad in dat je kan terugvinden door de typische wit-rood-wit kentekens te volgen. Het pad is minder steil maar oneffen en je loopt als het ware tussen de stenen en rotsen door. Goed uitkijken dus al mag je zeker ook niet vergeten om nu en dan eens goed romdom je heen te kijken en te genieten.

Je wandelt ongeveer een uurtje tot je plots na een laatste klimmetje het gletsjermeer met zijn grijs-blauwe kleur voor je ziet liggen. Je staat dan eigenlijk boven het meer en hier kies je of je helemaal boven blijft, een stukje daalt om iets dichterbij te komen (wat wij deden) of helemaal naar beneden gaat maar dan moet je wel wat extra tijd (en energie bij het terugkeren) uittrekken. Ik had het water van het gletsjermeer wel graag eens aangeraakt maar we waren pas na de middag thuis vertrokken en dus zouden we wellicht niet voor het donker terug aan de wagen geraken.

Ohja, wij gingen begin oktober en toen we rond 16 uur het zicht op het meer bereikten konden we nog een 20-tal minuutjes genieten van de mooie kleur van de gletsjer waarna de zon stilletjes achter de bergen verdween (zie schaduw op de foto’s hierboven) en het meer zijn mooie en typische kleur verloor. Misschien goed om hiermee rekening te houden. In de zomer zal je wellicht veel langer kunnen genieten.

De afdaling langs het rotsenpad vond ik heel leuk om te doen. Ik had wel de wandelstokken bij die ik hier goed kon gebruiken. Ze bieden toch dat extra steuntje bij het afdalen.

Tenslotte dan nog een stukje langs het grindpad tot je opnieuw bij het restaurant en de parking komt. Voor diegene die oma en opa daar achterlieten, vergeet ze niet opnieuw op te pikken natuurlijk.

De totale wandeling (heen en terug) is zo’n 6,5 kilometer met een 250 meter stijgen tot je het meer ziet en 250 meter dalen tot je de wagen opnieuw bereikt. Extra kilometers en hoogtemeters voor wie tot aan het meer zelf wil wandelen.

Bij het terugrijden (wij reden deze keer van Glarus naar Uri) hadden we de ondergaande zon voor ons en de reflectie op de bergen was ongelooflijk prachtig. Mijn hartje is weer zo gevuld en ik wil deze wandeling dan zeker aan iedereen aanraden. Niet twijfelen, gewoon doen en genieten.