Tips and tricks 84: Caumasee

Ondertussen wonen we iets meer dan 3 jaar in Zwitserland en hebben we de hotspots op +/- anderhalf uur van Zürich zo ongeveer wel gevonden. Tegenwoordig iets minder blogposts dus aangezien we nu vaker eens teruggaan naar eerder bezochte geliefde plekjes.

Maar vandaag mocht ik nog eens een stipje aanduiden op onze Zwitserse landkaart. We ontdekten de Caumasee in de omgeving van Flims-Laax in het kanton Graubünden.

De parking, parking Waldhaus, niet te verwarren met *****hotel Waldhaus waar ik manlief naartoe stuurde en gemopper kreeg als: ‘Ik ga nu echt niet parkeren op de parking van een 5 sterrenhotel hoor.’ Misschien helpt het als je het volgende adres ingeeft: Rudi Dadens 3, 7018 Flims. Flims is vanaf Thalwil trouwens ongeveer 1 uur en 20 minuten rijden en het dorp zelf is zeker ook een bezoekje waard (kan gerust in combinatie met een wandeling naar de Caumasee).

Vanaf de parking kan je op verschillende manieren meteen aan de afdaling richting de Caumasee, een prachtig felblauw meer, beginnen. Je hebt het rolstoel- en kinderwagen toegankelijke pad, (een wandelpad met een rood/roze ondergrond) dat leidt naar het kabelliftje, dat je op de meest eenvoudige wijze richting de Caumasee brengt. Let op, het liftje is enkel open vanaf 7 april 2023 tussen 10 en 16 uur, het is gratis en werkt met zelfbediening.

Als je mobiel genoeg bent om de afdaling door het prachtige dennenbos zelf te maken, kan ik dat alleen maar aanraden. Je wandelt een 20-tal minuten bergafwaarts, verder langs het rood/roze pad, tot je de ingangspoort van de Caumasee bereikt.

Wanneer je sowieso wat avontuurlijker bent aangelegd, volg je niet het rood/roze pad maar de andere wegwijzer richting ‘Caumasee’. Dan loop je echt op een bospad en doe je er misschien een halfuurtje over. Wij namen deze weg en vonden het heel mooi.

Natuurlijk, wij waren er in de lente (op een regenachtige dag) en van zwemmen of baden was helemaal geen sprake. Wanneer je op een heerlijke zomerdag wil gaan zonnebaden en je hebt picknick, zwemgerief en ander speelmateriaal voor de kleintjes bij, dan wandel je beter richting liftje natuurlijk. Ik kan me het sleuren met baby’s, peuters of kleuters, enkele zwaargeladen tassen en misschien nog een kinderwagen levendig voorstellen. Al lijkt dat nu wel verre geschiedenis met onze 2 tieners in huis hier. Maar: been there, done that!

Vanaf 25 mei 2023 moet je betalen om de Caumasee te kunnen betreden. Rond het meer staat een omheining (die nu gewoon geopend was) maar vanaf dan betaal je voor een volwassene CHF 19 en voor een kind CHF 9,5. Honden zijn niet toegelaten tijdens het betalende seizoen.

Tijdens ons bezoek in maart was het er vrij kalm en waren de eetgelegenheden en sommige toiletten gesloten. Dat is in de zomer natuurlijk anders.

Wij maakten de Seerundgang, dat is ongeveer 25 min. wandelen rond het prachtig blauw kleurende meer. Langs het meer zijn ook verschillende spel- en speelmogelijkheden voor de kinderen. Ik kan me voorstellen dat het er op een zomerdag heerlijk vertoeven is.

Het was heel aanlokkelijk en er waren zelfs enkele daredevils aanwezig vandaag maar met een temperatuur van 6,5° leek het water mij toch nog net iets te frisjes. Maar ooit, op een dag, wil ik zeker een plonsje wagen in het prachtig blauwe meer.

Er zijn uiteraard ook grotere wandelingen in de buurt die niet enkel richting Caumasee en terug gaan maar de Caumasee als onderdeel van de wandeling bezoeken. In de link hierboven vind je er eentje.

Have fun!

Tips and tricks 83: Day trip Zürich – Lugano + bezoek aan Gandria

Jullie herkennen het gevoel wellicht allemaal. De kerstdagen zijn voorbij, de kerstboom + versiering verdwenen naar de zolder en de gezellige sfeerlichtjes zijn ondertussen ook uit het straatbeeld verdwenen.

Vanaf dan mag het voor mij stilletjes aan lente worden. Een streepje zon, iets warmere temperaturen maar vooral de hopen energie die je van die combinatie krijgt. Zoals voorbije vrijdag. Na bijna 2 grijze weken hier scheen de zon volop en voelde het buiten aangenaam warm. Een onnatuurlijke kracht zoog me naar de kast met poetsspullen en deed me buiten mijn weten om alle ruiten in het hele huis kuisen. Gek hoor zo’n ervaring maar zeer welgekomen.

Ik kreeg hoop in nog meer van dat maar toen ik het weerbericht voor het komende weekend bekeek, zag ik grijs, koud en zelfs kans op wat smeltende sneeuw. Nope, je laat iemand niet eerst proeven van wat lekkers om dan iets vreselijks te serveren. Ik scrolde wat verder in mijn MeteoSwiss app en zag opeens allemaal zonnetjes maar bovenal temperaturen tot 20 graden verschijnen in Locarno, Ascona en Lugano in het kanton Ticino, tegen de Italiaanse grens. Mmmmm, nog snel een last minute weekendje boeken leek verleidelijk maar dat is niet alleen duur (ook al zit je tegen de Italiaanse grens, toch gelden daar nog de Zwitserse prijzen) en die twee tieners hier in huis hebben nu eenmaal nog schoolwerk ook. Wel, eentje eigenlijk maar want de andere vertrekt maandag voor een weekje skiklassen dus zou een weekendje logeren ook niet praktisch zijn om de valies nog voor te bereiden (al weten mijn trouwste volgers natuurlijk wel dat die valies eigenlijk al een week klaarstaat) . Dus ik borg het idee snel weer op. Tot ik de hubby vertelde over mijn plannen en hij toch nog eens checkte hoelang het nu eigenlijk sporen is van Zürich naar Lugano en we eigenlijk zeer aangenaam verrast waren.

En zo gebeurde het dat ik vrijdagavond alles klaarmaakte om op zaterdagochtend als vroege vogels naar Lugano te kunnen vertrekken. Koffie en croissants mee in de rugzak, laagjes kleren voorzien op warmere temperaturen én… de zonnebril + zonnecrème in de aanslag.

In Thalwil namen we de trein om 7.38 uur en maakten 1 overstap in Zug (om 7.56 uur daar aangekomen en terug vertrokken om precies 8 uur). In Zug merkten we al snel dat we niet de enige waren die een tripje naar de zon hadden gepland. De ellenlange trein leek overvol te zitten waardoor we verplicht werden op te splitsen en Julia zelfs het ritje doorbracht op mijn en Pieters schoot. Al was het dan weer handig dat zij de hele familie van eten en drank kon voorzien door nu en dan eens een tochtje te maken van het ene naar het andere plaatsje.

Tijdens de rit spoor je door de Gothard tunnel, die het wereldrecord voor langste trein tunnel kreeg door maar liefst 57 km lang te zijn. En dan opeens kom je uit de tunnel in het kanton Ticino en zie je tussen de bergen het ochtendzonnetje verschijnen. Na een laatste stopje in Bellinzona (waar je eventueel kan overstappen om richting Locarno of Ascona te gaan) rijd je zachtjes verder tot in Lugano. En nog geen 2 uur later stapten wij, samen met honderden anderen, om 9.30 uur precies, uit de trein in Lugano.

Het duurde geen minuut voor we alle 4, met open mond, vanop het hogergelegen stationsplatform richting Lugano centrum en het meer stonden te kijken. Dit was het vroege opstaan nu al meer dan waard en we waren nog niet eens aan de dag begonnen.

Na wat foto’s voor het thuisfront volgden we de groep mensen (die hier duidelijk al eerder waren geweest) langs trappen en steegjes naar de oude binnenstad. De eerste bars openden hun deuren en (bijna) echte Italianen zaten hun eerste mini koffietje te slurpen op een zonovergoten terras. La dolce vita…

Na wat kuieren in het oude stadsgedeelte werden we toch wel richting het meer gezogen en zetten we zo onze wandeling verder langs de promenade richting het Ciani park. Langs de ene kant een mooi groen park met authentieke villa’s en langs de andere kant ‘Lago di Lugano’ dat door het zonnetje op een gouden paradijs leek. Een foto aan de beroemde smeedijzeren poort of ‘Gate to nowhere’ hoort er natuurlijk ook bij en die poort lijkt echt de toegang tot het paradijs.

Na park Ciana wandelden we tot aan het haventje van Lugano en staken we de Cassarate rivier over om langs de ander kant van het haventje verder te kunnen wandelen. Het was zo heerlijk wandelen dat we bleven verder gaan langs het meer en we eigenlijk niet doorhadden dat we een gekende wandeling van Lugano tot het dorpje Gandria aan het maken waren. Langs de ‘Sentiero dell’ olivo’ of olijvenroute stap je verder richting ‘Sentiero di Gandria’ die je leidt tot aan het prachtige oude dorpje Gandria. Het dorpje ligt verscholen in de bergflank en bestaat uit oude steegjes en huisjes met als topper de kapel San Rocco. Het dorpje was vroeger een ideale smokkelplaats tussen Italië en Zwitserland. In de zomermaanden kan je Gandria ook met de boot bereiken. Nu was dat enkel te voet of met de bus vanuit Lugano mogelijk maar we vonden de 6 kilometer lange wandeling meer dan de moeite waard. Er wordt tijdens het wandelen lichtjes geklommen en af en toe weer gedaald maar zeker goed haalbaar voor fervente wandelaars.

In Gandria waren we even stil. Het is er zo mooi en de tijd lijkt er te zijn stilgestaan. Je vindt er een 5-tal restaurantjes (met terras aan het meer) maar die waren nu, omdat het natuurlijk nog winterseizoen is, niet allemaal geopend. Diegene die wel open waren, hebben even een goudmijntje verdiend en konden ’s avonds waarschijnlijk geen stap meer zetten. Alle bezoekers van Gandria wilden natuurlijk genieten op een terrasje met zicht aan het meer. Wij maakten een stopje bij restaurant Antico (letterlijk en figuurlijk een beetje charmant Antico) waar we toch een 20-tal minuutjes moesten wachten op een plaatsje al was het die 20 minuten zeker meer dan waard. Een kleine, Italiaanse kaart met heerlijke gerechtjes deed ons al snel watertanden. En om het helemaal af te maken, bestelden we ook een Aperol als aperitief. Mmmmmmm

Met een volle maag en een klein krulletje boven het hoofd van de aperitief verlieten we het restaurant. Kleine afweging: ‘Keren we te voet terug of nemen we de bus en wandelen we nog wat rond in Lugano zelf?’ Aan de tieners moesten we die vraag niet stellen en dus besloten we van Gandria dorpje helemaal via de oude trapjes en steegjes naar boven te klimmen waar een weg was. De verbindingsweg trouwens tussen Zwitserland en Italië en op een boogscheut van de Italiaanse grens.

Geen Zwitserse stiptheid hier maar eerder wat Italiaans charme want de busuren op onze smartphone bleken helemaal niet te kloppen met de busuren aan de stopplaats zelf en dus moesten we nog 40 minuten wachten. We besloten niet aan de busstop zelf te wachten maar liepen wat verder richting Italiaanse grens om toch even het gevoel te ervaren om in Italië te zijn. Toen we een halfuur later terug waren aan de busstop stonden er toch al een 15-tal mensen te wachten. Even later was het busje daar en begon de Italiaans ogende buschauffeur met beide armen te zwaaien als in ‘ik zit helemaal vol’. De deuren van het kleine busje gingen open en in het Italiaans expliceerde de chauffeur dat er nog 3 personen konden opstappen. Nog even probeerde ik hem te overhalen om 2 volwassenen en 2 kinderen mee te nemen maar geen geluk. Een koppel naast me vroeg in het Italiaans wanneer de volgende bus zou komen en aan hun blikken te zien leek het geen goed nieuws. Ze vertaalden voor ons in het Engels dat de volgende bus 2 uur later zou komen. Ik voelde me helemaal in Italië op dat moment.

We twijfelden niet lang en zouden de wandeling langs het meer gewoon terug maken. Na het mopperend jong geweld wat op te peppen, ging de wandeling nog vlotter dan het doorgaan en stonden we voor we het wisten terug in park Ciani waar we een echte gelato toch niet konden skippen.

16.30 uur ondertussen en ook al leek het een echte lentedag, toch zou het nu snel kouder en donker worden. We zagen de zon al zakken tussen de bergen langs het meer. Schitterend om ook dat nog te kunnen waarnemen.

Met toch al wat vermoeide benen, van het stappen maar vooral de vele trappen in Gandria, slenterden we langs de oude binnenstad terug richting het station. We wisten dat er nog een klimmetje zou komen aangezien we ’s morgens bijna rollend van het station naar het meer waren gekomen. En net toen de klim zou beginnen, spotten we de funicular (of kabelspoortreintje) die toeristen vlotjes van de stad naar het hogergelegen station brengt. Toegegeven, we hebben heel even getwijfeld maar geen één van ons 4 wilde nu nog opgeven en dus klommen we, iets minder vlot, naar boven waar het uitzicht adembenemend was met de ondergaande zon.

Dat dit een topdagje was, kan ik niet ontkennen. Heel even het gevoel dat je op vakantie bent en dan toch ’s avonds in je eigen bedje kunnen duiken. Perfect voor mij! En opnieuw… I’ll be back. Misschien trek ik binnenkort wel eens een dagje naar Lugano terwijl de kroost richting school/kantoor trekt.

La Dolce Vita Dry Viva Underwear Laundry Towel

Tips and tricks 82: Tannalp winterwandelweg Melchsee-Frutt

Jullie hebben het zeker al gelezen in kranten en andere nieuwskanalen. Het is op dit moment te warm in de Alpen en dat zorgt uiteraard voor te weinig sneeuw in de skigebieden. Dus laten we (of toch 3/4 van het gezin) het skiën even voor wat het is en genieten we des te meer van een winterwandeling. Al is het ook niet zo eenvoudig als het klinkt hoor. Sommige gebieden rond Zürich liggen echt te laag waardoor ook sleepistes en winterwandelwegen moeilijk te onderhouden zijn en dus spijtig genoeg gesloten blijven. Maar goed, ideaal voor ons om eens de grenzen te verleggen want vaak grijp je terug naar de gekende plekjes in de dichte (+/- 1 uur rijden vanuit Zürich) omgeving.

En zo kwam het dat wij vandaag richting Melchtal (waar mijn eigen moederken als kind nog op CM-kamp ging) reden. We waren verrast want Melchtal is eigenlijk ook maar een goed uurtje rijden voor ons dus dat opent misschien ook weer nieuwe mogelijkheden.

We reden naar Sportbahnen Melchsee-Frutt, Sarnerstrasse 1,6064 Kerns. Heel gek maar het laatste stuk van de rijweg loopt recht naar het bergstation en zo sta je opeens zonder dat je het beseft voor slagbomen om het skigebied in te rijden terwijl je eigenlijk nog op de gewone weg aan het rijden bent. Misschien wat moeilijk uit te leggen maar er is dus geen mogelijkheid om langs de Sarnerstrasse door te rijden. Het bergstation is het einde van de weg.

We namen flink een ticketje uit de automaat aan de slagbomen (5CHF later te betalen aan de kassa) en lieten ons leiden door de verkeersmannetjes. De dichtste parking was blijkbaar al vol en wij werden naar parking 2 geleid. Maar he, Zwitserland zou Zwitserland niet zijn als daar niet meteen een klein busje voor ons klaarstond om een 15-tal personen per keer 5 min. verder richting het bergstation te brengen. Zeker ideaal voor skiërs met skischoenen aan de voeten en latten in de handen.

Met de eitjesliftjes werden we naar boven gebracht. Hoe hoger we kwamen hoe groter het wolkendek onder ons kwam en hoe sterker het zonnetje bij ons begon te schijnen. Heerlijk. Echt het gevoel dat je ergens boven de wolken leeft in een andere dimensie ofzo.

Eenmaal boven aangekomen volgden we de bordjes 540 Tannenalp Winterwanderweg. De wandeling gaat eigenlijk van de Melchsee naar de Tannensee en terug in een rondweg. Halverwege kan je heerlijk verpozen bij bergrestaurant Tannalp (hoe kon het ook anders). Daar genoten wij van een braadworst of een gerstensoepje met de volle zon op ons gezicht. Zalig! Ik herinnerde de kroost er toch nog even aan dat zo’n uitzicht echt wel niet alledaags is en dat we dit echt moeten omarmen.

Op het kaartje hieronder zie je de weg die wij genomen hebben. Je kiest zelf hoe je de rondweg maakt.

Een leuk extraatje is de panoramalift die je neemt kort nadat je het bergstation in Melchsee-Frutt verliet. Een grote lift met prachtig uitzicht (aja, panoramalift uiteraard) brengt je meteen naar de Melchsee die helemaal bevroren was en waar vissers aan het ijsvissen waren. We waanden ons even in Noorwegen ofzo.

Wij wandelden tegen de richting van de klok op de rondweg maar beiden zijn zeker mogelijk. In totaal wandelden we zo’n 9 km met een hoogteverschil van 220m. De bevroren meren zijn echt wel heel mooi om te zien en tijdens de wandeling bevind je je precies de hele tijd in een pan tussen de bergen. Dus geen vergezichten maar volledig omgeven door bergtoppen. Echt wel eens een ander zicht dan we normaal gewoon zijn. Zeker een aanrader!

Christmas isn’t a holiday, it’s a whole season

Onlangs keek ik met dochterlief een zeemzoete, romantische kerstfilm op Netflix (Christmas made to order) waar de titel van deze blog als quote in voorkwam. En toen dacht ik… dit omschrijft nu eens echt het gevoel dat ik sinds begin november in Zwitserland mag ervaren. Kerstmis is hier niet iets tussen 7 december en 6 januari maar werkelijk een heel seizoen.

En ik moet toegeven, het helpt je echt door de donkere en grijze herfst- en wintermaanden heen te komen. Er zijn zoveel activiteiten die licht en gezelligheid creëren en waar je werkelijk ‘warm’ van wordt (of ik toch alvast).

Heel eerlijk, ik ben een echt kerst-persoon. Het huis gezellig inrichten, overal kaarsjes en warmgele lampjes, een haardvuurtje, kerstmuziek op de achtergrond, de tafel mooi aankleden,… jep, that’s me. Dus op dat vlak ben ik in Zwitserland perfect terecht gekomen. Het start zo wat begin november. Dan zie je de eerste kerstversiering in de winkelstraten en etalages en de activiteitenkalender wordt gevuld met mega cosy to-do’s. Ik som er hieronder enkele op:

De Honold Shoggi-tram in Zürich

Raebelistoet (parade met uitgeholde rapen) in verschillende dorpen en steden

Kaasfondue eten op de meest originele plaatsen: op een speciaal voorziene tram, in een oude stilstaande kabellift, in een hottub, tijdens een ritje met een kabelliftje, in een cosy berghut…

Schaatsen in openlucht (en dan bedoel ik niet een schaatsbaan op een kerstmarkt ofzo)

Lichtjeswandeling of Lanternliweg

De officiële start van de kerstmarkten met als hoogtepunt ‘Lucy in the sky’ in de Bahnhofstrasse in Zürich

Talrijke kerstmarkten om U tegen te zeggen (en niet 5 jenerverkraampjes en een hotdogkraampje)

De zingende kerstboom in Zürich

Ongelooflijk mooi versierde winkeletalages en winkelstraten

De Märlitram in Zürich waarbij kinderen mogen meerijden met de kerstman en zijn engelen en ondertussen kerstverhalen en liederen mogen aanhoren

Kerzenziehen of zelf kaarsen maken: blijkbaar de familieactiviteit onder de Zwitsers

En dan net voor de kerstdagen de opening van de skipistes, winterwandelwegen en sleepistes

Geef toe, je wordt hier toch instant happy van, je krijgt een soort warm gevoel en je kan er niet aan weerstaan om half november je kerstboom te versieren en de kerstsokken aan de schoorsteen te bevestigen. Toch?

It’s beginning to look a lot like Christmas… everywhere you go…

Tips & tricks 81: Schoggi tram

Zwitserland slaagt er meer dan ooit in om de donkerste dagen en periodes van het jaar toch aantrekkelijk en vooral sfeervol te maken.

Het eerste jaar toen we hier woonden, had ik na de zomer een echte dip. No more swimming in the lake, geen groener dan groene bergwandelingen meer, geen spontane worstjes op het vuur of aperitiefjes aan het meer,… en ga zo nog maar even door.

Eerlijk, nog steeds bekruipt dat gevoel me na de zomer en dit jaar werden we zelfs extra verwend en mochten we extra lang genieten van de zomer. Zo zwom ik begin oktober nog in het meer en konden we vorige week nog buiten lunchen. Maar ik voel het toch elk jaar opnieuw: ‘Wat gaan we doen in die ‘overbrug’ weken of maanden?’ Want het is, als expat, nu eenmaal niet zo dat je op zondagnamiddag even bij oma en opa binnenspringt voor een kopje koffie, een homemade cake en dat sociale babbeltje.

Maar ik moet het echt gaan geloven. Dit is mijn 3de nakende winter en ik geef toe, die Zwitsers kunnen de sfeer er in houden (dan heb ik het wel niet over hun mode of interieur beste lezers). Zo ontpopt Zwitserland zich stilletjes aan tot Winterwonderland.

Vorige week zagen we de grote department stores zoals Globus en Jelmoli al veranderen in echte Christmas shops met kerstbomen, lichtjes en cadeau-ideeën a volonté. Dit weekend opent ook de openlucht schaatspiste in ons dorp en de agenda raakt voor de volgende weekends gevuld met lantaarntjeswandelingen, de officiële opening van de kerstmarkt in Zürich op 24 november met als hoogtepunt ‘Lucy in the sky’ (hieronder meer daarover) en vandaag dus de Honolds Schoggitram.

Die Schoggi (Zwitsers voor chocolade) tram rijdt jaarlijks in de maand november door de stad. Het is een ritje van zo’n 30 minuten met een antiek trammetje waar je verwend wordt met heisse Schoggi (warme chocolademelk), een taartje en pralines. De organisator is chocolatier Honold.

Ik had er al over gelezen en gehoord maar helaas pindakaas ook deze activiteit werd de voorbije jaren on hold gezet. Maar dit jaar rijdt het trammetje gelukkig weer en was ik bij de lucky ones om op tijd tickets te kunnen bestellen. Die tickets zijn niet goedkoop (CHF 20 voor volwassenen en CHF 10 voor kinderen t.e.m. 12 jaar (gelukkig wordt Gust pas binnen 3 dagen 13 jaar 😉)). Dus voor CHF 60 maakten we een tramritje van een halfuur door Zürich terwijl we chocomelk dronken en taart aten maar hey, geef toe, dit moet je toch één keertje hebben gedaan. Alleen al om er een blog te kunnen over schrijven of leuke Instagram foto’s te posten, niet?

Ik heb genoten, niet enkel van de overload aan chocolade maar ook van het ritje door Zürich en zelfs van het antieke trammetje. Maar hoe fijn is het niet dat ik dit vandaag met mijn gezin mocht beleven. Een soort aanloop naar het hele kerstgebeuren (Sinterklaas wordt hier heel miniem gevierd waardoor je zelfs geheel gepermiteerd je kerstboom vóór 6 december mag zetten. Jihaa!!! Ben ik dan toch geboren voor dit land? 🤔

En die kerstboom komt er, vrij snel zelfs. Want, op 24 november ga ik naar Lucy in the sky (ook al 2 jaar op mijn verlanglijstje). Die avond worden om 18 uur de 11 550 kristallen kerstlichtjes in Zürich stad aangestoken met feest erbij natuurlijk. Kraampjes met heisse Maroni (gepofte kastanjes), raclette, kaasfondue, Glühwein,…en ga zo maar door. En dan samen aftellen tot 18 uur… Can’t wait 😍

Binnenkort meer hierover, beloofd!

Tips and tricks 80: Weg der Schweiz – Etappe 4: Sisikon – Brunnen

Weg der Schweiz, een 35 kilometer lange wandelweg langs de Urnersee (zuidelijkste deel van de Vierwaldstättersee of beter gekend als Lake Lucerne). 

De wandeling start oorspronkelijk in Seelisberg/Rüti en eindigt in Brunnen.  Maar weinig mensen maken de wandeling in 1 stuk en dus werd de wandeling in etappes ingedeeld.  Zo kan je tijdens een vakantie in de streek elke dag een stuk wandelen of zoals wij, naar goesting en believen, een etappe uitkiezen en bewandelen.

In Tips and tricks 71 beschrijf ik etappe 3: Flüelen – Sisikon.   Toen beschreef ik ook al dat je in het voorjaar en het najaar vaak moeilijker wandelingen kan vinden in de bergen zelf.  De liftjes gaan in onderhoud of er ligt al/nog sneeuw in de bergen.  Daarom is een etappe van de Weg der Schweiz ideaal tussen april en oktober.  De kans is bv. groot dat er binnen 2 weken al sneeuw ligt op het hoogste gedeelte van onze wandeling.

Over het hoogste gedeelte gesproken.   Etappe 3 was een ‘lichte’ wandeling, etappe 4 was een ‘middel’ wandeling.  Mijn beenspiertjes hebben het geweten!  Vanaf de start van de wandeling klim je 480 meter tot je in Morschach het hoogste punt hebt bereikt.  Daarna daal je de 480 meter weer tot aan het meer in Brunnen.  Gelukkig zijn er onderweg meer dan genoeg prachtige stopplaatsjes om even te verpozen.  Op de foto hieronder zie je onze startplaats nabij het dorpje Sisikon aan het meer en de foto zelf is genomen op ongeveer het hoogste punt van de wandeling.

Ergens op 1/3 van de klim kwamen we de eerste Hofladen tegen.  Een Hofladen is vrij vertaald een ‘boerderijwinkel’.  Die vind je hier in allerlei formaten.  Van een echt winkeltje bij een plaatselijke boerderij tot een blokhutje of zelfs een houten bak met een minimaal aanbod aan bv. kaas- of vleeswaren, drankjes, huisgemaakte confituur,…  En op die eerste stop vonden wij een kleine houten kist met daarin een mini koelkast waarin enkele stukken Alpkäse lagen.  Je kan vaak op 2 manieren betalen: contant waarbij je het geld gewoon achterlaat in een klein geldkistje of met Twint (de Zwitserse Payconiq).  Verder op de wandeling kwamen we zeker nog 2 Hofladen tegen dus in nood ga je niet omkomen van de dorst of honger.

De etappe die wij maakten gaat van Sisikon naar Brunnen door bos en weide tot je terug aan het meer in Brunnen staat.  In Sisikon zijn er zeer weinig parkeerplaatsen waardoor wij de wagen in Brunnen aan het station (met veel parkeerplaatsen) parkeerden en de trein naar Sisikon namen.  De trein spoort elk uur om xx:39 uur dus een beetje planning kan je dag wel aangenamer maken.  Het ritje zelf naar Sisikon duurt slechts 4 min.  Om het met de woorden van Gust te zeggen: ‘Dus wij zitten hier 4 min. op de trein om straks die 8 kilometer terug te wandelen ofzo?’  Nog een voordeel om in Brunnen te starten, naast de parkeerplaatsen, is dat je op het einde van de wandeling niet meer moet wachten om de trein terug te nemen naar je startplaats.  Wij konden gewoon terug richting de wagen wandelen.  Ohja, vanuit Thalwil naar Brunnen rijd je een goeie 45 min.

De wandeling zelf is 8,3 km op prima bewandelbare paden.  Hou wel rekening met de hoogte als je een minder geoefend wandelaar bent.  Maar nu en dan stoppen tijdens de klim is niet alleen een goed excuus om de hoogtemeters niet in 1 keer te moeten afleggen maar vooral om te genieten van het prachtige uitzicht op lake Lucerne, de besneeuwde bergtoppen aan de overkant en de prachtige groene weides onderweg.

Kijk zelf maar!

Na de wandeling kan je in Brunnen nog heerlijk genieten langs het water, uitrusten op de houten ligzetels aan het meer of iets lekkers drinken aan 1 van de terrasjes langs de oever.

Misschien tot een volgende etappe ergens?

Tips and tricks 79: Kaasmarkt + Alpabzug Elm

Koeien, in België had ik er nooit een band mee. Ze waren er, in verschillende kleuren en formaten, maar dat was het dan ook.

In Zwitserland daarentegen werd ik al heel snel verliefd op de lichtbruine Zwitserse koeien mét koeienbel. Heerlijk: het plattelandsgevoel, de groene heuvelflanken, de houten boerderijtjes en het geklingel van de bellen. Al zeg ik er wel steeds bij dat ik geen hoogsensitieve koe zou willen zijn. Dag en nacht (ok, ze liggen voornamelijk neer dan maar toch) dat getingel en getangel rondom jou en vooral nog eens veroorzaakt door jezelf.

Maar tijdens onze talrijke wandelingen word ik steeds helemaal zen van de koetjes. Koeien zijn in Zwitserland nog steeds heel belangrijk. Het is het land van kaas en chocolade en hiervoor heb je nu eenmaal melk nodig. De Zwitsers zijn er ook 100% van overtuigd dat hun chocolade en kaas de lekkerste is omdat hun melk zo vers en gezond is want die melk komt van koetjes die een hele zomer lang heerlijk in het groene gras op een bergflank konden grazen. Eerlijk, ik zou in Zwitserland best een koe of geitje willen zijn.

Maar de koeien kunnen uiteraard tijdens de koude wintermaanden niet in de bergen blijven. Want dan zijn de paden niet meer toegankelijk en kunnen de boeren ook hun zomerhutten, waar ze dagelijks melken, niet meer bereiken. Ook voor de koeien zou het boven te koud en te onveilig zijn en vooral, er is geen gras meer te vinden in de dikke pak sneeuw. Dus vanaf half september tot begin oktober ergens wordt in verschillende dorpen in Zwitserland een traditioneel (zo zijn de Zwitsers nu eenmaal) feest gevierd: de Alpabzug.

Tijdens een Alpabzug (of Alpafvaart) brengen verschillende landbouwersfamilies hun kuddes koeien feestelijk naar beneden. De dieren worden versierd met bloemen, de grootst mogelijke bellen en hoedjes. In stoet wandelen ze door het dorp om dan uiteindelijk terug naar de stallen of de weide in het dal te worden gebracht. In het dorp is er dan feest en soms, zoals vandaag in Elm, ook een traditionele markt.

De voorbije 2 jaar werd er, om gekende redenen, ook minder gevierd. We waren al eens een mini-versie van zo’n Alpabzug gepasseerd vorig jaar tijdens een tripje naar Appenzell maar dit was nu de kans om een echte traditionele Alpabzug mee te maken.

In Elm, op een goed uur rijden van Thalwil, wordt je door verkeersleiders naar de gratis parkeerplaatsen verwezen. Wij kwamen net na de middag aan en moesten ons op de verste parking van het dorp parkeren. Maar geen probleem, we zijn in Zwitserland he! Er waren 2 opties. Ofwel neem je een speciaal ingelegde bus om de 4 km te overbruggen richting dorp en feestelijkheden ofwel neem je het wandelpad (iets meer dan 4 km wellicht) dat naast de rivier loopt door de groene weides.

Onze keuze was snel gemaakt want na een weekje met vooral regen en grijze dagen scheen vandaag het zonnetje volop en konden de 9 km ons niet tegenhouden. We hebben echt genoten van de wandeling, die je aan de hand van de typische Zwitserse gele bordjes, zonder problemen naar het dorp brengt.

Toen we het dorp bereikten, werden we meteen al verrast door een prachtig concert. Mannen en vrouwen in traditionele kledij wandelen door de dorpsstraten met reuze koeienbellen op hun nek, in een gelijke pas, waardoor de bellen een synchroon geluid maken. Luid, heel luid maar ook pakkend. Vol overgave en de traditie in ere houdende, zie je de mannen glunderen met hun zware bellen in de nek.

Overal in de kleine dorpsstraatjes stonden traditionele marktkraampjes waar je (vooral) kaas, fijne vleeswaren, souveniers, houten planken, hoeveijs, enz. kon kopen. Wij lieten ons verleiden door de braadworsten en een bordje raclette. Julia vond het hoeveijsje dan weer overheerlijk.

Rond 14.30 uur was de echte Alpabzug gepland. We hoorden in de verte belletjes en de stoet werd voorgeleid door een versierde tractor die de hele bende de weg wees. De landbouwersfamilies lopen trots achter hun kudde koeien en langs alle kanten worden er foto’s en filmpjes gemaakt (ik beken geheel schuldig).

Na de abzug waren we blij dat wij de 4 km nog langs de rust en natuur terug mochten wandelen richting de parkeerplaats. We draaiden ons voor de parking nog even om en bewonderden het prachtige dal, met besneeuwde bergtoppen, nog eens goed. Aaaaah, heerlijk hier!

Tips and tricks 78: Schwarzsee

Het moet zo’n 28 jaar geleden zijn dat ik op exact dezelfde plaats stond. Toen, een 14 jarig meisje op kamp met de zeer populaire CM kampen (nu beter gekend als Kazou kampen van de mutualiteit) ergens verdeeld tussen de vrienden van de nieuwe middelbare school in Roeselare en de ‘oude’ vrienden van het lagere schooltje in Lichtervelde.

Eerlijk, veel kan ik er mij precies niet meer van herinneren. Ook niet toen ik dit weekend opnieuw aan de Schwarzsee stond. Raar, want eigenlijk heb ik best wel een goed geheugen. Wat ik me wel nog goed herinner is dat we tijdens de terugreis met de trein uren hebben vastgestaan ergens tussen Bern en Basel. De trein die moest aansluiten op onze trein had een ongelukje gehad en dus moesten wij wachten tot al deze kinderen konden overstappen op een andere trein en opnieuw konden aansluiten richting België. Ik kan de geur in de trein nog levendig ophalen. Stel je voor, een combinatie van kinderen en leiding die 10 dagen niet gedoucht hadden, stinkende bergschoenen en nog meer stinkende wollen wandelsokken, de geur van hout door de houtzagerij waarnaast onze trein stilstond en als toppunt kreeg één van onze kampleidsters een epileptische aanval door de stress. Ik ben nog nooit zo blij geweest om thuis te komen na een kamp, geloof me!

Een bezoekje aan Schwarzsee stond dus al eventjes op de to-do lijst. Zo gingen we ook al naar Fiesch in kanton Wallis waar Pieter met de 14-jarigen op CM kamp ging. Maar het werd niet zomaar Schwarzsee. De eigenlijke redenen van ons weekendje weg waren een verlengd weekend n.a.v. de feestdag ‘Knabenschiessen’ in het hele kanton Zürich (verlof voor Pieter en de kinderen die dag dus) en het feit dat Gust en Julia hun Belgische identiteitskaart dreigt te vervallen. Aangezien je voor het vernieuwen een afspraakje moet maken bij de Belgische ambassade in Bern en we liever geen school skippen hiervoor, maakte ik dus een afspraak op de vrije maandag. Bern is een kleine 2 uur rijden vanuit Thalwil dus groeide al snel het idee om er nog een weekendje weg van te maken.

Zaterdagochtend vertrokken we richting Schwarzsee. Normaal ongeveer 2,5 uur rijden voor ons maar het was druk onderweg en zo kwamen we pas rond de middag aan. We boekten een vakantiehuisje via Booking.com ‘Chalet Alte Post’. Daar konden we vanaf 16 uur inchecken dus had ik vooraf een kleine planning gemaakt. Zo zouden we op zaterdag de korte (4km) wandeling rond het meer maken en aansluitend zouden Gust en Julia de zomerrodelbaan naast het meer mogen uittesten.

We maakten niet alleen de rondwandeling toen we aankwamen maar we picknickten met zicht op het meer en de omliggende bergen, we speelden een partijtje minigolf bij ‘Minigolf und Tennisanlange Schwarzsee’ en we dronken een koffietje bij hotel Schwarzseestärn. Gust en Julia kregen elk 5 ticketjes om de zomerrodelbaan uit te proberen en wij genoten van het zonnetje en 2 blije gezichtjes die hun ervaringen over het rodelen uitwisselden en afstemden.

Het moet rond 17 uur geweest zijn als we incheckten in de chalet die op 5 min. wandelen van het meer en de zomerrodelbaan ligt. Enkel een parking ligt tussen meer en het huisje.

Via een sleutelcode konden we de chalet betreden en de verwachtingen waren van buitenaf al groot. Zwitsers zijn meestal niet zo modern en onder ‘cosy’ verstaan zij vaak toch iets anders dan wij. Maar het gebouw was vrij recent gerenoveerd en de inkomhal straalde alvast warmte uit door het gebruik van hout en schapenvelletjes.

Ook het interieur was modern en uiteraard heel belangrijk: super proper! Alleen had de Poolse dame die het huis verhuurde de inrichting misschien een beetje te serieus genomen. Ik hou niet van kitsch maar een Zwitserse chalet mag een beetje kitsch zijn. Koffiekopjes met een koe of een Zwitserse vlag, een koeienbel en misschien zelfs een koekoeksklok zijn helemaal toegestaan maar hier had de Zwitserse vlag precies een beetje overgegeven over het interieur. Ok nee, ik overdrijf. Het was eigenlijk top maar die gordijnen waren ‘trop’. En ‘trop’ is te veel, toch?

We verdeelden de slaapplaatsjes, ontdekten de lades en keukenkastjes, Gust vond meteen een gezellig zeteltje met koeienvel én…zicht op de bergen. Een flesje wijn en een aperitiefje werden geopend en verorberd en wij waren klaar om te genieten van een gezellige familieavond. En omdat we dan toch in het Zwitserse thema waren, aten we meegebrachte Flamkuchen. Na nog een klein avondwandelingetje (de kids bleven liever chillen) gingen we allemaal vrij vroeg slapen want de volgende dag stond een mooie wandeling op de planning.

Zondagochtend was ik (zoals gewoonlijk) als eerste wakker. Voor één keertje vond ik dat absoluut niet erg want ik liep op kousenvoeten de slaapkamer uit richting de living. Jaaaa, waar ik op hoopte was werkelijkheid. Het zonnetje, dat zich de zaterdag nog vaak had verstopt, scheen volop en vanuit het livingraam zag ik prachtige bergen met een ontluikend zonnetje. Algauw verscheen Julia aan mijn zijde en zochten we samen, dankzij Mr. Google, de handleiding van de Dolce Gusto om met een kopje koffie mét Zwitserse vlag te kunnen genieten van al dat moois.

Niet veel later kwam ook het mannelijke gezelschap erbij en konden we samen een heerlijk ontbijtje nuttigen. Na het verorberen van de croissants en de eerste mandarijntjes trokken we onze wandeloutfit aan en vertrokken we richting kabellift. De kabellift ‘Kaisereggbahnen Schwarzsee’ bevindt zich net naast de zomerrodelbaan, net voor het meer. We kochten 4 enkele ticketjes naar boven want de wandeling die we zouden maken, daalt terug richting Schwarzsee zonder liftje. Een stevige afdaling stond ons te wachten. Wij maakten wandeling 6 van onderstaand kaartje:

Met de zetelliftjes ga je naar Riggisalp wat sowieso al een prachtig ritje met een veelbelovend uitzicht is. Voor de niet-wandelaars kan je boven genieten van iets lekkers bij berghut Riggisalp. Wij werden er getrakteerd door een Zwitsers orkestje. De sfeer zat meteen goed. Voor de kinderen is er naast de berghut ook een leuke speeltuin waar ze zich zeker niet zullen vervelen.

Restaurant Riggisalp

speeltuin bij restauran Riggisalp
Zetelliftje van Schwarzsee naar Riggisalp

Vanuit Riggisalp vertrekt de wandeling richting Untere Euchsels. Leuke bergpaadjes waar koeien en geiten gewoon hun gangetje gaan. Heerlijk! Op en top berggevoel.

Na Untere Euchels wandelden we richting Stiereberg waar we op een heel mooi uitzichtspunt even verpoosden. Op dat punt splitsten we op. De jongens hadden zin in een extra 4 km wandeling met een serieus klimmetje en de meisjes volgden liever de ‘gewone’ weg (10 km, 255m stijgen en 693m dalen).

Terwijl de jongens niet alleen genoten van de prachtige vergezichten maar ook van wat boys q-time, wandelden Julia en ik verder richting berghut Antoni Brecca. Daar dronken we een verfrissende ijsthee en aaide Julia de hele kudde berggeiten. Daarna liepen we langzaam verder naar berghut Steinige Rippa waar we de jongens opnieuw zouden ontmoeten, of dat hoopten we toch.

We moesten wel eventjes wachten op de jongens want hun extra 4 km was niet alleen klimmen maar ze zagen ook nog marmotten en mochten van andere klimmers zelfs een verrekijker lenen om de beestjes goed te kunnen bewonderen.

Ondertussen sloegen Julia en ik de werking van berghaus Steinige Rippa gade. Hoe mooi kan het leven toch zijn. Grootmoemoe, Grossmutter, zoon, schoondochter en 3 Zwitserse kindertjes die op één van de mooiste plaatsjes van de streek een boerderijtje hebben waar ze tijdens de zomer hun koetjes melken. Ondertussen runnen ze gezamenlijk ook nog een typische Zwitserse berghut waar ze éénieder gelukkig maken.

Berghaus Steinige Rippa

Het oudste dochtertje, ze moet zo’n 9 jaar geweest zijn, liep daar rond als een volleerde ober. Opdienen, afruimen, tafels schoonmaken… geen klusje was haar teveel. Grootmoeder leidde de organisatie en liep bovenstaande houten trapjes wel honderden keren op en af om drank en spijs te voorzien. In de keuken stond een overgrootmoeder met bijhorend bultje op de rug te roeren in de potten versgemaakte Käsefondue. Het jongste dochtertje van een jaar of 3 volgde haar moeder overal waar die heen liep en het 5-jarige zoontje was papa’s grote helper. Na enige tijd verschenen vader en moeder plots in een andere outfit op het erf. Julia en ik fronsten onze wenkbrauwen en waren benieuwd wat er nu zou gebeuren. En ja hoor, vader en moeder verlieten het restaurant gebeuren en verdwenen in de schuren achter het restaurant. Ze gingen tussen de service door even koeien melken. Heerlijk toch!!!

Ondertussen hadden Pieter en Gust de berghut ook bereikt en lonkte de Käsefondue geroerd door overgrootmoeder als nooit te voren. Dit moet de lekkerste Käsefondue met het mooiste uitzicht ooit geweest zijn. Ons hartje werd warm vanbinnen en dat was niet alleen van de hete kaas.

Nadat we allemaal onze buikjes vulden (Gust koos trouwens voor een knapperige Schweinewurst mit Brot) besloten we aan de afdaling te beginnen. Vanaf Steinige Rippa tot aan de Schwarzsee daal je eigenlijk zo goed als de hele tijd. Soms houten trapjes, soms kiezeltjes en andere keren langs grasvelden. Mooi, dat zeker, maar ik voelde het al aankomen. Jup, 3 dagen na de wandeling liep ik nog rond als overgrootmoeder. Stijf in de kuiten en de bovenbillen van de stevige afdaling. Maar he, zo voelen we ook weer waar onze spieren zich bevinden, niet?

De wandeling eindigt aan de Schwarzsee waar je als laatste stukje terug naar de kabelliften (of ons vakantiehuisje) nog een 2 km langs het meer wandelt. Weten jullie eigenlijk hoe de Schwarzsee aan zijn naam komt? De legende vertelt dat een reus er ooit zijn vuile voeten zou gewassen hebben. Nu, die voeten moeten toch behoorlijk proper geweest zijn want zo ‘Schwarz’ was het meer nu ook niet. Er zijn ook enkele houten brugjes over het meer die het wandelen erg leuk maken.

Die avond kropen we moe maar voldaan in ons bedje. Nog één keertje uitkijken naar het ontbijt en heerlijk koffietje de volgende dag om dan op tijd te vertrekken richting Bern.

Heerlijk om na 28 jaar nieuwe herinneringen te kunnen maken op dezelfde plaats. Hopelijk blijft ons tripje Schwarzsee bij Gust en Julia iets langer hangen dan dat het bij mij deed toen. En voor hen misschien een herinnering aan geurende kaasfondue in plaats van geurende wollen sokken 🙂

Bucket list

Nee, het is nog niet zover gekomen dat ik een bucket list aan het opstellen ben. Geen midlife crisis (denk ik toch) en ook niet van plan om te gaan (hoop ik toch).

Maar er was 1 iets dat me sinds onze verhuis naar Zwitserland bleef achtervolgen. Een piepklein lijstje dus als je het zo bekijkt.

Tijdens onze pre-trip naar Zürich in oktober 2019 bezochten we samen met een relocation agente een aantal woningen. Toen we onze huidige woonplaats bezochten (aan de Zürichsee gelegen) vertelde lieve Angelika dat men jaarlijks georganiseerd het meer over zwemt. En toen gloeiden mijn oortjes. Deze, van kleinsaf aan, waterrat zag zichzelf dat meer overzwemmen. Een to-do waar ik (hopelijk) blij van zou worden en uiteraard trots zou zijn op mezelf.

Maar jup, hier gaan we weer, COVID stak ook hier weer een stokje voor. Geen georganiseerde meer-oversteek-partijtjes de voorbije 2 jaar. Tot ik begin juni ergens las dat het dit jaar opnieuw zou doorgaan. Ik negeerde het halvelings al bleef het eigenlijk wel door mijn hoofd spoken. Als ik het nu niet zou doen, wanneer dan wel. Ik had echter 1 probleem. Met wie zou ik dat doen? Alleen vond ik toch een beetje gewaagd. Pieter vragen was niet meteen een optie. Niet alleen zat hij tijdens de week van de oversteek met 10 bezoekende Amerikaanse en Duitse Googlers, zwemmen in het meer is voor hem eerder je grote teen in het water soppen. Gust was oud genoeg om mee te zwemmen (minstens 12 jaar en onder begeleiding van een volwassene) maar het grote teen-effect is blijkbaar erfelijk en ook hij is niet echt een waterrat te noemen. Dan bleef er nog mijn cloontje (toch op watervlak) Julia over maar zij was jammergenoeg net nog te jong en ik wou me toch vooral op mezelf kunnen concentreren i.p.v. de verantwoordelijkheid voor haar te moeten dragen. Want, wie zegt dat ik dat eigenlijk wel zou kunnen: 1500m zwemmen in een meer!

Ik had het idee eigenlijk al wat opgeborgen tot ik de ochtend van de oversteek zelf een berichtje kreeg in de Thalwil Spooglers (Spouse of a Googler) groep. Dat groepje gebruiken we om elkaar te verwittigen van de maandelijkse kartonophaling of de jaarlijkse kermis in het dorp waardoor de supermarkt moeilijk te bereiken is of om elkaar te verwittigen voor een storm of… Maar nu dus een berichtje van een lieve dame, die ik nog nooit eerder had ontmoet, die het meer zou over zwemmen met een groep vrienden (hun jaarlijkse gewoonte) en vroeg of iemand zin had om mee te komen. En toen, iets van nu of nooit, te nemen of te laten, doorzetten, nie plooje… Ik schreef terug: ‘Oh nice, I would like to join!’. En zo gebeurde het dat ik me 5 minuten later online had ingeschreven en 25 Zwitserse Frank had betaald om een meer over te zwemmen. Ik hoor het sommigen al denken: ‘Ze zouden me verdorie geld moeten toesteken!’

Ik appte de Belgische studente even die een tijdje bij ons verbleef in het voorjaar. Zij is nogal sportief en zou me misschien raad kunnen geven: ‘Euh Caro, ik zou het meer over zwemmen, denk je dat ik dat kan?’ ‘Euhm ja, als je een beetje oefent.’, was haar antwoord. Waarop ik zei: ‘Ewel euh, ’t is dat het deze namiddag al is.’

En toen, halfweg juli, tijdens de laatste schoolweek van Gust en Julia voor hun zomervakantie zou aanvatten, ging moeder efkes zot doen en het meer over zwemmen. Julia had die woensdagochtend al plannen gemaakt met enkele klasgenootjes om te gaan zwemmen aan een plaatselijke badi dus die zou me alvast niet vergezellen richting Zürich. Gust leek een beetje bezorgd en besloot meteen dat hij wel zou meegaan met mij. Precies mijn redder zo’n beetje, superlief wel!

In de namiddag vertrokken Gust en ik met de trein richting Wollishofen (Zürich) naar de grote badplaats Mythenquai waar ik de dame en haar vriendengroepje ontmoette. Ze waren vol enthousiasme en doorliepen eerst hun traditionele fotoshoot (elk jaar dezelfde pose met hetzelfde badpak en dezelfde personen). Alleen zaten ze nu met een ‘gat’ van twee jaar in hun fotoalbum. Maar dat zou nu ruimschoots goedgemaakt worden, bedacht ik.

Daarna hoorden we onze letter ‘I’ afroepen en begaven we ons naar het grote grasveld met een podium in het midden van dat veld. Daar werden opwarmingsoefeningen gegeven op hippe en opzwepende muziek. De dames gingen total loss en zelfs bij Gust gingen zowaar armpjes en beentjes schudden. Leuk hoe hij me bleef vergezellen.

En dan, tijd om ons naar de waterlijn te begeven en te wachten op het startsignaal. We hadden afgesproken dat we allemaal op ons eigen tempo zouden zwemmen maar aan de overkant zouden afspreken bij het bord met de letter ‘I’. Prima zo, ik was er ergens wel gerust in want langs de lijn waarin we mochten zwemmen, stonden houten sloepjes om mensen op te pikken die het moeilijk kregen. Liever niet natuurlijk, maar het gaf me een geruststellend gevoel.

Gust vroeg nog een laatste keer of ik wel zeker was (liiieeeef) en ik zei hem dat ik het wel zou halen op wilskracht. ‘Wilskracht mama, wat is dat precies?’ (noot: hun Nederlandse taal en woordenschat ligt natuurlijk al een 2,5 jaar een beetje stil). En toen legde ik hem uit dat ik geen zotte toeren zou doen maar dat ik het echt wel wilde en dat ik het daarom zou proberen vol te houden. Hij knikte…

Ik moet zeggen, de organisatie was fantastisch. Je gelooft het misschien niet maar die dag waren er 9000 tickets beschikbaar en dus ook 9000 zotte mensen die het meer zouden overzwemmen. We werden telkens verdeeld in blokken van ongeveer 300 mensen tegelijk. Hopen vrijwilligers, hulpdiensten, informatieborden, pijltjes en ballonnen waartussen we moesten zwemmen. Met een motorboot werd je rugzak met kledij en schoenen naar de overkant gebracht (per letter dus ook) en daar kan je bij aankomst dan alles terugvinden. Ahja, anders sta je aan de overkant van het meer in je zwembroek of badpak wel een beetje gek natuurlijk.

Alleen kon ik Gust niet meegeven met dat bootje dus bedachten we dat hij de overkant te voet zou bereiken (langs de brug van Zürich). Knap van hem dat hij dat alleen zag zitten en ergens wel dubbel voor mij ook om mij naast het focussen op mijn eigen prestatie ook nog moest hopen dat ook hij veilig en wel de overkant zou bereiken. Hij gaf me nog een laatste high-five en toen was het echt wel tijd om klaar te staan.

Drei, zwei, eins, goooooo! Sommigen schoten als raketten in het water maar wij gingen rustig het water in en begonnen naarstig te zwemmen. We bleven uiteindelijk toch wel in elkaars buurt en hadden gelukkig ietwat hetzelfde zwemtempo wat best fijn was. Toch werd er niet gesproken, buiten eens een knipoogje, om ons ten volle te kunnen concentreren op het zwemmen.

Het ging goed en ik probeerde mezelf echt wel te verplichten om ook te genieten onderweg. Hier had ik zo naar uitgekeken en ook wel een beetje over gedroomd. Een persoonlijk prestatie voor mezelf. Sommige momenten leek het zwemmen voor niks te gaan en anderen momenten zwom ik precies als een zalm tegen de stroming in en had ik het gevoel geen meter vooruit te gaan. Maar ik bleef zwemmen en zwemmen en zwemmen.

Hier en daar zag ik een eenzame, aangestrande in een houten sloepje triestig kijken omdat hij of zij had moeten opgeven. Maar de vrijwilligers in de sloepjes waren echt wel aardig en moedigden zelfs de opgevers aan. Fijn!

Onderweg stonden grote oranje boeien met nu en dan de afstand op. Dat was goed al dacht ik bij de eerste boei op 380 meter echt wel: ‘Ow, ok, 380 meter, nu pas, dus nog een keer of 3 deze afstand te gaan nu, hmmm.’ En toen, ongeveer op 4/5 van de totale afstand wou ik mijn nek even ontlasten (ik zwom de hele tijd schoolslag) en trok enkele metertjes afstand in crawl waardoor er een kramp in mijn kuit schoot. Jeetje, en nu? ‘Doorzwemmen Tine, komaan, je bent er bijna!, zei ik tegen mezelf. En na wat gefriemel onder water aan mijn tenen (Pieter beweert toch altijd dat je aan je tenen moet trekken als je kuitkramp hebt) leek het opnieuw goed te komen. Ik liet de crawl voor wat hij was en zwom vol motivatie het laatste stuk.

Toen ik eindelijk grond onder mijn voeten voelde, keek ik naast me en zag een enthousiaste jonge dame op hetzelfde moment de grond raken. We maakten een klein praatje (ook de eerste keer? Goed gedaan zeg! Jij ook hoor!) en begaven ons gezamelijk op het droge. Daar werden we overdonderd door een massa volk en door bekers gevuld met bouillon. Zo zout als iets maar blijkbaar traditioneel om het lichaam terug vocht en zout te geven na de inspanning.

Met mijn bekertje ‘zoutwater’ ging ik op zoek naar de rest die zich ook net bij paaltje ‘I’ hadden verzameld. De meesten onder ons deden er 50 min. over maar 1 dame was een snelle zwemmer en zij deed er 43 min. over. Ik zocht mijn rugzak en stuurde Gust en de rest van het thuisfront snel een berichtje dat ik goed en wel in leven was en de overkant had bereikt. Joehoe!!!

Na het bekertje bouillon werden we doorverwezen naar de volgende ligweide waar we een bord risotto (overgoten door de eerder verkregen zoute bouillon) met parmezaanse kaas kregen. Beetje vreemd vond ik het maar smaken deed het zeker!

Na het verorberen van het bordje en nog wat napraten, nam ik stilletjes aan afscheid van het groepje medezwemmers en probeerde ik de uitgang te vinden waar Gust mij al even stond op te wachten. Hij leek opgelucht toen hij me zag aankomen en samen namen we tram en trein terug richting Twalwil terwijl we beiden honderduit vertelden over onze avonturen onderweg.

Ik viel die avond snel maar apetrots in slaap. Check, dit nemen ze mij niet meer af!!!

Mini-bucketlist afgerond denken jullie, al staat er ondertussen een lijntje bij. Ik wil graag eens met de tent wildkamperen (of minstens een zeer eenvoudige camping) ergens op een Zwitserse berg met mijn gezin. Om dan met een glaasje wijn de zon te zien ondergaan en de volgende ochtend met een zelf opgegoten koffietje de zon weer te zien opgaan. Misschien, wordt vervolgd….

Tips and tricks 77: Zugersee Uferweg

Einde juni, in België tellen ze de laatste punten, worden nog wat uitstapjes georganiseerd en staan talloze afscheidsfeestjes op de planning. Hier in kanton Zürich is dat nog niet het geval en heerst er nog wat toetsenstress (bij de één al wat meer dan bij de ander). Gust en Julia hebben nog school tot half juli. Nog heel eventjes op de tanden bijten dus.

Verre of spectaculaire uitstapjes zijn het dus niet geworden dit weekend. Alhoewel, er stond nog een laat verjaardagsfeestje voor Julia in de agenda geprikt. Een dagje Technorama met 3 vriendinnetjes was haar wens. En of papa misschien kon meegaan? Dus ging Pieter op zaterdag met 4 elfjarige dametjes op stap naar de wereld vol wetenschap. Al werd er door de warme temperaturen vooral geëxperimenteerd met water (veeeeeel water) in het buitengedeelte van het museum. Het was heel plezant en ons dametje genoot. Er werd heel veel gelachen en gegiecheld en zeker niet alleen met Pieter zijn ‘fantastisch’ Duits;-)

Maar vandaag dus big business en studeren geblazen. Algebra, Engels en ‘Schmetterlingen’ passeerden de revue. Tot we in de late namiddag toch nog goesting hadden om de beentjes even te strekken en wat verfrissing op te zoeken bij deze warme temperaturen. Ik dacht dat het wel een fijn idee kon zijn om een wandeling langs de oevers van een meer te maken. Deze keer niet de Zurichsee maar de Zugersee.

Zug is een kanton hier dichtbij. Op een halfuurtje staan we met de wagen (of de trein) in Zug. Zug is kleiner dan Zürich maar best heel charmant. En het prachtige zicht op de Rigi en Pilatus bergen is dan ook fantastisch.

Wij begonnen onze bewegwijzerde wandeling aan de haven van Zug. Van daaruit volg je de bordjes 858 ‘Zugersee Uferweg’. Als je nooit eerder in Zug was kan ik de wandeling langs het water richting de Altstadt zeker ook aanraden. Maar nu gingen we dus richting Cham van aan de haven.

Het eerste stuk is een beetje ‘gewoontjes want je loopt naast de spoorweg en je kan het meer niet zien omdat er huizen of badi’s tussen de weg en het meer gebouwd zijn. Na een tijdje loop je wel langs het water en ook een heel stuk door een natuurreservaat. En of we natuur gezien hebben…we kwamen zelfs een naaktstrandje tegen 🙂

Het was vandaag net iets te warm om ten volle te kunnen genieten van deze 6km lange wandeling met een hoogteverschil van max 40 meter. Ik kan me voorstellen dat het bij enkele graden minder net wat aangenamer zou geweest zijn.

Maar de inzet werd beloond. De wandeling eindigt in het romantische Vilette park in Cham. Een zeer mooi park met restaurant Villa Vilette in het midden van het park. Kort na villa Vilette sprong onze kroost in het frisse Zugermeer. Heerlijk!

Ik had gehoopt om van aan het Vilettepark te kunnen terugkeren met de boot richting Zug maar dat was ’s avonds niet meer mogelijk. Maar gelukkig ligt het station van Cham op het einde van het park en stonden wij 7 min. later terug in Zug.

Geen spectaculaire wandeling deze maar voor ons geclassificeerd in de categorie ‘fijne zondagnamiddag wandeling ‘. En ik blijf erbij, sowieso is Zug heel mooi en is flaneren langs de haven van Zug al top.

Je kan de wandeling trouwens ook omgekeerd maken, mocht je daar meer zin in hebben…