Tips and tricks 22: Glacier 3000

Half september, bij 26 graden, met je voeten in de sneeuw wandelen. Dat kan in Zwitserland!

Maar voor we op zondagmorgen vertrokken richting Glacier 3000 werden we in ons hotel op een wel heel speciale manier gewekt. We sliepen met het raam open en opeens hoorden Julia en ik (de mannelijke helft van het gezin lag nog lekker te slapen) een vreemd geluid. We keken uit de ramen maar zagen niks. Waar kwam dat vreemde geluid toch vandaan? Tot we opeens voor onze neus maar liefst 4 luchtballonnen zagen opstijgen. Nog nooit stonden we zo dicht bij een luchtballon. Chateau d’ Oex is dan ook gekend om het ballonvaren en heeft zelfs een ballonmuseum waar je ook de Breitling Orbiter (de eerste ballon die non-stop rond de wereld vloog) kan bezichtingen.

Na deze toch wel speciale ochtend reden we zo’n 40 minuten naar Col du Pillon waar we de auto gratis konden parkeren op een ruime parkeerplaats naast de kabellift. Een ritje naar boven kost normaal CH80 per volwassene maar met onze SBB halfcard en de juniorcard van de kinderen betaalden we in totaal CH80. Prijzig maar absoluut de moeite waard.

Je neemt eerst de kabellift van Col du Pillon (1546 m) naar Cabane (2525 m) en vanuit Cabane neem je een andere lift naar Scex Rouge (2971 m). Om de 3000 meter te bereiken (vandaar de naam Glacier 3000) ga je via een hangbrug naar het uitkijkpunt van waar je de Mont Blanc, de Jungfrau, Mönch, Eiger en de Matterhorn hun witte topjes kan zien (bij mooi en open weer uiteraard). Wij hadden geluk en konden ze allemaal spotten.

Nadat je vanuit het uitkijkpunt de omgeving hebt verkend, daal je terug naar beneden waar je de hoogste Alpine Coaster van de wereld treft. In volle vaart naar beneden glijden was een grote droom voor mijn Couckjesclan en dus kochten we een ticketje voor Pieter, Gust en Julia. Per ticket betaal je CH9 zelfs al rijd je met 2 samen in 1 karretje. Maar ze hebben er van genoten, gelukkig maar!

Hoog tijd om aan de gletsjer wandeling te beginnen. Gust en Julia konden niet wachten om met hun voeten in de sneeuw te staan en de sneeuw ook werkelijk aan te raken. Je neemt eerst de Ice Express (een zetellift) naar beneden van waaruit je dan de wandeling ‘Glacier Walk’ kan starten. De wandeling duurt zonder stops een kleine 2 uur. Je wandelt over de gletsjer naar Quille du Diable (2908 m) en terug. Zeker geen zware wandeling maar het stappen in de sneeuw is toch niet te onderschatten. Voorzie zeker waterdichte wandelschoenen.

We beleefden een fantastische dag en waren alle 4 onder de indruk van de hoogtes, de besneeuwde bergtoppen, de gletsjer, de sneeuw, de pure natuur…

Helemaal zen reden we terug richting Chateau d’Oex maar omdat we die dag nog ergens wilden eten (we aten op de gletsjer als lunch wat droge crackers die we mee hadden in de rugzak) en we de Käsefondue van de streek toch zeker eens wilden proberen, hielden we halt in G-Staad: Gstaad is een dorp in het Berner Oberland in Zwitserland. Het ligt op een hoogte van 1050 m en behoort tot de gemeente Saanen. Gstaad staat bekend als een van de meest exclusieve wintersportplaatsen ter wereld, en trekt wereldwijd beroemde artiesten en leden van koningshuizen aan.

Dat laatste hebben we gemerkt: winkels als Dolce & Gabanna, Dior, Louis Vuitton,…zijn er zeker terug te vinden. Maar buiten de ‘iets duurdere winkels’ is het dorpje wel heel charmant. Prachtige typische Bernerse huizen versierd met kleurrijke bloemen doen je helemaal wegdromen. Ik kan me zeker voorstellen dat het er tijdens het skiseizoen heel aangenaam vertoeven is. Misschien moeten we in de winter nog wel eens terugkeren naar deze streek. Opgelet: hier spreken ze dan weer Duits wat binnen ons gezin voor toch wel wat spraakproblemen begon te zorgen (Duits, Frans, Nederlands,…op 1 dag)

We vonden een ‘betaalbaar’ en gezellig restaurant, Posthotel Rössli, in de hoofdstraat van het dorpje waar we eindelijk van onze Käsefondue (met gruyère) konden smullen. Daarna keerden we moe maar voldaan terug naar het hotel in Chateau d’Oex.

Tips and tricks 21: Gruyères

I know…ik heb jullie al vaker verteld dat ik ‘het’ mooiste plaatsje in Zwitserland heb ontdekt. En ja, jullie weten al dat het hier ontzettend mooi is maar vorig weekend maakten we een tripje dat zeker ook ergens bovenaan het lijstje komt.

Mesdames et messieurs, je vous présente…Gruyères! Vandaag een beetje Frans i.p.v. Duits aangezien Gruyères zich in het Frans sprekende gedeelte, in het kanton Fribourg, bevindt.

We vertrokken op zaterdagochtend richting het middeleeuws dorpje Gruyères. Je rekent best een 2,5 uur om vanuit Thalwil je bestemming te bereiken. Gruyères zelf is niet groot maar uiterst charmant. Je waant je zo terug in de middeleeuwen en het dorpje lijkt me de set van meerdere grote films.

We hadden het blijkbaar getroffen. Dit weekend was er een soort ‘chocoladefestival’. Aan het toeristisch kantoor konden we een metalen koekendoosje kopen voor CH12. Met het doosje kregen we toegang tot een 6-tal verschillende locaties in Gruyères zelf waar we telkens per doosje 1 praline in ontvangst mochten nemen en alle 4 telkens 1 praline mochten proeven. Lokale handelaars stelden er hun producten voor. Ohja!!! Ik kan jullie garanderen dat er gesmikkeld werd. En de warme temperaturen zorgden er voor dat we de pralines uiteraard best niet te lang bewaarden…dus smullen maar!

De chocoladezoektocht zette zich nog verder in Pringy waar ook de kaasmakerij, La Maison Gruyère en Chocolaterie de Gruyères, zich bevinden. Na Pringy reden we door naar Broc waar je Maison Cailler, de chocoladefabriek van het merk Cailler, kan bezoeken. Maar voor ik jullie daarover vertel…eerst nog even terug naar Gruyères zelf.

Het oude, middeleeuwse dorpje bestaat uit wat traditionele winkeltjes waar je vooral chocolade en kaas kan kopen en daarnaast vind je er verschillende restaurants waar vooral Käsefondue wordt gesmuld. Maar het hoogtepunt van het dorpje is ‘Le château de Gruyères’. Dat kasteel bevindt zich op de uitloop van het oude dorpje en is zeker het bezoeken waard. Een familieticket kost CH25 en voor de (kleinere) kinderen is er een zoektocht voorzien.

We hebben het getroffen, er waren die dag 2 huwelijken in het kerkje van Gruyères en ook al ben ik niet zo’n prinses-in-de-witte-jurk-fan-en-ik-wil-absoluut-trouwen, het begon toch stiekem wel een beetje te kriebelen hoor.

Omdat de buiken al goed gevuld waren met smeuïge en heerlijke pralines hadden we geen grote honger meer. Toch wilden we graag nog wat genieten van het dorpje op een terrasje. We bestelden een frisse pint met een kaasplankje. Absoluut aan te raden!

Nadat we Gruyères uitwuifden, reden we door naar Prigny (waar de chocoladezoektocht zich verder zette) en als laatste stopplaats van de zoektocht kwamen we aan in Broc bij Maison Cailler.

Je voelt je precies in de film ‘Sjakie en de chocoladefabriek’. Echt de moeite waard en al zeker voor de chocoladeliefhebbers onder ons. Er is een atelier waar je pralines kan zien maken en personaliseren, er is een toeristische toer die je net zoals in een pretpark helemaal meeneemt naar de oorsprong en geschiedenis van chocolade, je kan een stukje van de fabriek bekijken achter een glazen wand (zo zie je een loopband een chocoladereep maken van begin tot einde, van vloeibare chocolade tot een verpakte chocoladereep in een kartonnen doos verpakt), er is een proef-atelier (waar je best wel veel chocolade kan proeven) en uiteindelijk kom je op het einde terecht in de chocoladeshop waar je een lekker souvenir kan kopen indien gewenst. Kinderen tot 16 jaar bezoeken Maison Cailler gratis, volwassenen betalen CH15 per persoon. Omdat wij deelnamen aan de chocoladezoektocht kregen wij 50% korting en betaalden we dus in totaal CH15 voor ons 4.

Een goed gevulde dag deed ons stilletjes aan verlangen naar ons hotelletje ‘Ermitage‘ in Chateau d’Oex op ongeveer een 20-tal minuten rijden van Gruyères.

Het hotel ligt heel rustig, is recent vernieuwd al proef je meteen toch de Zwitserse sfeer, de hoteluitbaters zijn vrij jong en proberen echt wel hun best te doen maar je voelt dat ze nog niet helemaal ervaren zijn. Ik zou niet aanraden om te dineren in het hotel zelf want de prijzen zijn absurd. Het ontbijt daarentegen was inbegrepen bij het reserveren van de kamer en was niet uitgebreid maar bestond uit overheerlijke lokale en bio producten. Er is een laadplaats voorzien op de parking maar de Italiaanse dame die ons onthaalde was daar blijkbaar niet van op de hoogte waardoor we de wagen in het dorpje zelf hebben volgeladen (ongeveer 10 minuten wandelen van het hotel).

Over het vervolg van ons weekendje in de omgeving van Gruyères vertel ik je in een volgende Trips and tricks…

Tips and tricks 20: Bern

Naast de vele mooie bergwandelingen willen we natuurlijk graag ook Zwitserlands mooiste steden ontdekken.  Dit weekend was het de beurt aan de hoofdstad van Zwitserland: Bern.

Kleine noot, eigenlijk heeft Zwitserland geen hoofdstad maar wel een bondsstad.

Wikipedia: Bern (Duits: Bern; Bernduits: Bärn; Frans: Berne; Italiaans: Berna; Reto-Romaans: Berna) is de bondsstad van Zwitserland en bestuurlijk centrum van het kanton Bern. Bern telt volgens de gemeentelijke website ca. 129.000 inwoners (dec. 2013) en is daarmee de vijfde stad van het land na ZürichGenèveBazel en Lausanne.

De oude binnenstad van Bern is opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Dat laatste zinnetje wordt duidelijk wanneer je de oude binnenstad gaat verkennen.  Wij parkeerden de auto op parking Klösterlistutz van waar we meteen een mooie wandeling doorheen de oude binnenstad konden maken.

Wat je zeker niet mag, maar ook niet zal, missen zijn de 6 km lange gaanderijen of arcades met gezellige locale winkeltjes, antiek- en kunstzaken.  Daarnaast moet je zeker de Münstertoren, het Rathaus, Bärengraben (een berenpark), De Zytgloggetoren, uitkijken op de rivier de Aare, de Untertorbrücke,…bezoeken.

Wij volgden geen specifieke stadswandeling want in de oude binnenstad, die heel middeleeuws aanvoelt, kan je eigenlijk weinig bijzonderheden gemist hebben. 

Vector illustrated map of Bern, Switzerland. stylized landmarks and famous places. Line art.

De sfeer is er heel gezellig en de kleine steegjes, de oude gaanderijen, de typische bouwstijl, de mooie bruggen en het helblauwe water van de Aare nemen je helemaal in betovering.  Wij werden absoluut ‘zen’ door in de stad rond te slenteren en het mooie weer was natuurlijk mooi meegenomen.

In Bern kan je ook enkele musea bezoeken maar dat lieten we aan ons voorbij gaan tijdens dit blitzbezoek. Al maakten we wel 1 uitzondering voor het ‘Albert Einsteinhaus’ in de hoofdstraat van het centrum. Op het 2de verdiep van dat huis, in de Kramgasse 49, woonde Albert Einstein in 1903 samen met zijn vrouw Mileva Maric. Daar zou hij zijn relativiteitstheorie geschreven hebben en daar werd ook zijn zoon Hans Albert Einstein geboren. Van het huis hebben ze een klein museum gemaakt waar je op de 2de verdieping de woonplaats kan bezoeken zoals ze er toen zou hebben uitgezien en op het 3de verdiep van de woning is een expositieruimte met wat meer uitleg over het leven van Einstein. Dit bezoek is wel eens de moeite waard. Voor €16 spendeerden we een halfuurtje in het Einstein huis wat ideaal is voor een museumbezoek met kinderen. In diezelfde straat maar dan aan de overkant, Kramgasse nummer 32, kan je ook nog het huis vinden waar hij voor zijn huwelijk een kamertje huurde en dus ook heeft gewoond.

Vanuit Zürich reden we net geen 2 uur naar Bern dus even op en af rijden is niet voor elke week maar we willen hier zeker nog eens terugkomen. Deze uitstap is eventueel te combineren met een meerdaagse uitstap in Zwitserland.

Tips and tricks 19: Wallis – Fiesch – Fiescheralp – Aletschgletsjer

Hier geen traditionele schoolstart op 1 september maar de schoolbel luidt dit jaar al op 17 augustus. 5 weken ‘Summerferien’ zijn voorbij gevlogen. En het waren weer fantastische weken waarin we heel wat beleefd hebben en waar we nog heel lang zullen van nagenieten.

Omdat ik weet dat Julia voor een schoolstart hypernerveus wordt en Gust eerder wat down bij de gedachte aan terug naar school gaan, besloten we nog een gezinsuitje te maken in eigen land. De ideale vakantieafsluiter.

Pieter is als 14-jarige met de mutualiteit naar Fiesch geweest en had toen op dagtocht een gletsjer bezocht. Maar het weer zat heel erg tegen waardoor ze de gletsjer zo goed als niet gezien hadden. Hij droomde er altijd van om dit nog eens over te doen dus boekten we een tripje richting Fiesch, gelegen in het kanton Wallis (in het Frans zegt men Valais). We besloten niet in Fiesch zelf te logeren maar vonden een charmant hotel in Fiescheralp ‘Fiescheralp is een klein dorp op 2212 meter hoogte, dat ligt in de gemeente Fiesch van het kanton Wallis in Zwitserland. Fiescheralp was vroeger vooral bekend als Kühboden’.

We vertrokken vrijdag met de bedoeling om nog voor 17.30 uur het kabelliftje in Fiesch, richting het autovrije en enkel met kabellift bereikbare bergdorpje Fiescheralp, te kunnen bereiken. Tijdens de daguren blijft het kabelliftje non-stop doorgaan maar ’s avonds is er een pauze en we waren graag toch voor het avondmaal in Fiescheralp aangekomen. De uren van het liftje kan je nakijken op de SBB-app.

De rit van Thalwil (Zürich) naar Fiesch duurt een goeie 2 uur. Op zich is de afstand niet zo groot maar je rijdt over de Gotthard pass wat een echte beleving is (tip: neem een reispilletje voor vertrek 🙂 ) en we moesten op de Furka autotrein. Om de stress in de auto achterwege te laten, koop je ofwel online een ticketje voor deze autotrein of je parkeert je wagen voor je aan de slagbomen komt om eerst in de ticketshop een ticketje te halen. Je kan GEEN ticket kopen aan de slagboom zelf zoals bij de meeste Franse payages. Ik kan als medepassagier getuigen van zweethandjes en een bonkend hart bij de chauffeur toen hij ontdekte dat dat niet werkte en de rij achter ons nogal lang was en achteruit rijden helemaal niet mogelijk was. We bedanken bij deze de kordate maar toch vriendelijke Zwitserse chauffeur achter ons die wist te vertellen dat we alsnog een ticket in de ticketshop konden kopen. Dankjewel ook aan alle wachtenden achter ons.

Uiteindelijk kwamen we rond 17 uur bij het dalstation in Fiesch (Furkastrasse Fiesch) aan. Wij vonden geen laadplaats voor elektrische wagens en moesten betalen met kleingeld (Zwitserse Franken) dus je kan je maar beter voorzien als je daar enkele dagen wil verblijven.

Gepakt met onze weekendtassen bereikten we heel vlot Fiescheralp. Meteen bij het uitstappen van de kabellift zagen we ons hotel liggen. Sukkelen met valiesjes of tassen is helemaal niet nodig.

De uitbaatster van het hotel is Zwitsers vriendelijk (er niet meer woorden aan vuil maken dan nodig maar wel alle nodige info verschaffen). We mochten eerst uitpakken voor we de administratieve zaken in orde brachten. Ik had vooraf al wat foto’s van het hotel bekeken met Julia. Ze had een kamer met een mezzanine gezien die ze wel zag zitten dus jullie kunnen haar blik wel voorstellen toen bleek dat we die kamer hadden gekregen.

Het uitzicht vanuit de kamer was meteen al schitterend en ik verheugde me op het wakker worden de volgende dag. Ze beloofden zaterdag ook prachtig weer dus dat zou vast wel goed komen.

We besloten die avond te eten in het hotel zelf. Terwijl mijn medereizigers voor de Schnitzel mit Pommes und Gemüse gingen, koos ik voor een ander typisch Zwitsers gerecht: Rösti.

Het wakker worden de volgende dag was inderdaad indrukwekkend. Terwijl manlief en kroost nog heerlijk lagen te snurken…euh slapen, bewonderde ik het prachtig uitzicht.

Ik had een mooie wandeling gevonden met als titel: Wandeling met pit van gletsjer naar water. Die wandeling zou zo’n 13 km lang zijn, we zouden 800 meter dalen en een kleine 200 meter stijgen. Dat leek me haalbaar voor ons gezin. Euheu!!! Het woordje PIT hadden we duidelijk onderschat. Ik moet er wel bij vertellen dat we een omleiding moesten maken omdat er een wegversperring was wegens gevaar. En wij beslisten zelf om tijdens de wandeling even een extra lusje bij te doen om zo dichter bij de gletsjer te komen. In totaal stapten we dus een 17 kilometer en wat ze er ook niet hadden bij verteld, is dat je die 800 meter daalt op stenen en rotsblokken.

De wandeling start door in Fiescheralp de kabellift te nemen naar Eggishorn. Eggishorn bevindt zich op 2893 meter hoogte. Vanuit Eggishorn kan je de grootste gletsjer van de alpen, de Aletsch Gletsjer, van zeer dichtbij bewonderen. Extra uitleg over de gletsjer op de foto hieronder:

Je voelt je toch wel even op ‘the top of the world’ wanneer je op de Eggishorn staat. De wandeling vertrekt van daaruit. Je daalt eerst de Eggishorn een stuk naar beneden om daarna terug te stijgen en langs de andere kant van de berg terecht te komen. Dan kom je bij de Märjelasee waar een Stube is waar je iets kan eten of drinken. Bij de Stube kan je beslissen om een stukje van de wandeling af te wijken om dichter bij de gletsjer te komen. Werkelijk tot aan de gletsjer zelf wandelen of dalen leek ons iets te gevaarlijk al waren er mensen die het deden. Na de gletsjer wandel je door de berg door middel van een 1 kilometer lange tunnel waar ze in de winter ook door skiën. Na de tunnel wandel je nog enkele kilometers op een beter begaanbaar pad tot je terug aan het hotel in Fiescheralp komt. Toch wel weer een gevarieerde wandeling maar de pit was de dag nadien heel goed voelbaar in bovenbenen en kuiten. Nog nooit zoveel pijn gehad na een wandeling.

Bij aankomst in het hotel namen we allemaal een verfrissende douche en het enige wat we die avond nog presteerden, was wandelen tot hotel Alpina aan de overkant van ons hotel. Daar genoten we van een heerlijke kaasfondue (en pizza voor de kinderen).

Op zondag besloten we, wegens teveel spierpijn, om geen wandelingen met pit meer te maken ;-). We checkten uit bij het hotel, namen de kabellift terug naar Fiesch, waar onze auto geparkeerd stond, en reden 2 dorpjes verder naar Mörel. Daar namen we een kabellift naar Riederalp (een gezellig bergdorpje zoals Fiescharalp waar iets meer te beleven valt) om daarna nog een zetelliftje te nemen naar Hohfluh op 2211 meter. Daar kan je de gletsjer vanuit een iets andere hoek bewonderen en heb je meer kans om de Matterhorn (de berg van de Toblerone chocolade) te kunnen zien. Op zaterdag hingen er boven de Matterhorn steeds wolken maar op zondag kregen we hem heel kort eventjes te zien. We plannen in de toekomst zeker nog een bezoekje aan Zermat waar je de Matterhorn veel beter kan zien schitteren.

Op terugweg naar Thalwil, iets over Fiesch, zou een houten hangbrug zijn. Daar wou ik nog even stoppen. De brug die 280 meter lang is, loopt van Fürgangen tot Ernen over de Rhône. Ernen is een oud, Zwitsers dorpje waar je iets kan eten of drinken om daarna de brug terug te nemen naar de parkeerplaats (langs de hoofdweg zijn een 15-tal betalende parkeerplaatsen voorzien. Met een tunnel bereik je daarna de hangbrug). Mensen met hoogtevrees denken best 2x na om deze activiteit te ondernemen want de brug wiebelt behoorlijk wanneer je er over stapt.

Een weekendje in de omgeving van Fiesch is dus zeker de moeite waard en wij zijn blij dat we opnieuw enkele vlagjes konden prikken op onze Zwitserse kaart.

Tips and tricks 18: Walensee – Betlis

Hittegolven rond onze oren en zin om nog eens een andere ‘See’ te ontdekken. Dat waren de redenen waarom we vorige zaterdag richting Walensee vertrokken. De Walensee (ook toegankelijk voor Vlamingen 🙂 ) ligt op zo’n 35 minuutjes rijden van Thalwil en toch kreeg ik precies het gevoel dat ik in één of ander paradijs was terechtgekomen. Het bestaat… paradijs op aarde.

We vertrokken goedgeluimd met onze rugzakken gevuld met een heerlijke picknick, ons zwemgerief en onze waterschoentjes. Na een goed halfuur rijden parkeerden we op parking Speerplatz in Weesen (Ziegelbrückstrasse, 8872 Weesen). Op deze parking kan je een elektrische wagen laden voor 3 CHF, lekker handig. Van daaruit was het nog een goeie 5 minuten stappen naar het haventje van Weesen zelf.

We merkten al gauw op dat we niet de enigen waren die dit plaatsje geschikt vonden voor een dagje overleven tijdens een hittegolf, al heb je in Zwitserland nooit het gevoel dat de helft van het land bij mooi weer naar hetzelfde plaatsje trekt. De krantenberichten vanuit België bewezen het voorbije weekend het tegendeel. Een overvolle kust met zelfs relletjes in verscheidene badplaatsen.

Daar hadden wij echter geen last van. We checkten de vaaruren van de plezierboot omdat we een leuke wandeling naar een waterval in Betlis hadden gevonden. Een 4-tal kilometer stappen naar en van de waterval leek ons bij deze temperaturen meer dan voldoende.

Eenmaal opgestapt op de boot kwam een dame langs aan wie je een ticketje voor je boottocht moest kopen. De dame was vriendelijk en begon spontaan in het Duits tegen de kinderen te praten. Toen ik wat hielp vertalen, besefte de vriendelijke dame plots dat we Nederlands praatten. Meteen schakelde ze over en bleek ze eigenlijk een Nederlandse van oorsprong te zijn. Toen Pieter polste hoelang ze al in Zwitserland verbleef, antwoordde ze cryptisch: ‘Al 25 jaar over de grens en al 3 jaar in deze omgeving. Ik ben als het ware een beetje een wereldreizigster’, voegde ze er nog glimlachend aan toe.

We gingen wat aan de praat met elkaar en plots vernamen we dat ze tijdens de wintermaanden eigenlijk skimonitrice is in haar eigen skischool. Ok, dit wordt interessant. Misschien ‘de’ manier om Gust en Julia volgende winter in het Nederlands skilessen te laten volgen. We kregen haar kaartje en nog heel wat fijne info in verband met de streek. Fijne ontmoeting was dat zeg!

Ondertussen waren we reeds aangekomen in Betlis waar we meteen overweldigd werden door het prachtige zicht: bergen, een helblauw meer, groene omgeving,…

De wandeling naar de waterval was best pittig. Niet door het hoogteverschil of de afstand deze keer maar door de warmte. Er waren weinig schaduwplekjes en dus bleven onze meegebrachte flessen water niet lang vol.

Maar het was zeker de moeite waard. Het was een mooie en krachtige waterval met van daaruit een prachtig uitzicht over de Walensee. Absoluut een aanrader en zeker ook te doen met kleinere kinderen (of honden ;-)) bij iets minder warm weer.

Nadat we ons opnieuw lieten overdonderen door de pracht van de natuur wandelden we langs hetzelfde pad terug richting Betlis strandje. Net voor we daar aankwamen hielden we even halt bij Restaurant Burg-Strahlegg waar we niet alleen genoten van het prachtige uitzicht maar ook van een goeie dorstlesser.

Vergeet bij het nemen van de boot zeker niet de vaaruren dubbel te checken. De boot vaart niet zo frequent als de boten op de Zürichsee en wij moesten onze laatste boot al nemen om 16.45 uur. Terugwandelen gaat ook maar daar hadden wij bij deze temperaturen weinig zin in.

We hadden nog een goed kwartier de tijd voor de boot zou aanmeren en Julia, onze ‘seemeermin’ hunkerde opnieuw naar een frisse plons in het blauwe water. Zo snel als ze kon dook ze in haar bikini en sprong ze het zalige water in. En glunderen dat ze deed. Dat is nu het voordeel van kind zijn en altijd en overal je bikini zomaar kunnen aantrekken.

Met nog een halfnatte Julia sprongen we om 16.45 uur terug de boot op maar ons miss had tijdens de heentocht haar oog al laten vallen op een strandje nabij Weesen. Daar lag op het water een vlot met een glijbaan. We beslisten dat we bij deze temperaturen nergens beter konden zijn dan aan of in het water en dus nog de rest van de late namiddag aan het strandje zouden doorbrengen. Plezier verzekerd kan ik jullie vertellen!

Om de dag helemaal goed af te sluiten, durfden we het nog eens aan om in Zwitserland uit te gaan eten. We ontdekten een gezellig en betaalbaar restaurantje in Weesen (Restaurant Elite, Hauptstrasse 44, 8872 Weesen) en lieten ons als echte Zwitsers plezieren met een Schnitzel mit pommes und ein grosses Bier. We komen zeker nog terug!

Safety first

We hadden ons voor de verhuis al laten vertellen dat Zwitserland een veilig land is. Dat je bij wijze van spreken je geldbeugel kan kwijtraken en dat die een paar uur later nog netjes en gevuld (niet onbelangrijk) op dezelfde plaats op je zal liggen wachten.

Onze geldbeugel raakten we gelukkig niet kwijt maar gisteren kwam ik tot de vaststelling dat we wellicht ons duikmasker, Julia haar verjaardagscadeau in mei, waren kwijtgespeeld.

Gust, Julia en ikzelf brachten naar goede gewoonte een mooie zomerse namiddag door aan de strandbadi. Achter ons op de grasweide zit een mama met 2 zoontjes. Plots verschijnen die jongens met exact hetzelfde duikmasker als dat van ons. Ik zag hier nog nooit exact hetzelfde exemplaar dus had ik de reflex om even in onze zwemtas te piepen. Helaas, geen duikmasker te vinden. Ik sprak er Gust en Julia even over aan maar omdat het niet in ons zit om meteen mensen te verdenken, zijn we er alledrie quasi zeker van dat het masker wel thuis bij de zwemspullen zal liggen.

Eens thuis controleer ik toch vrijwel meteen of dat effectief zo is. Nergens in en rond het huis is het masker te bespeuren en als toppunt komen we er achter dat zelfs de mini surfplank is verdwenen. Die kreeg Gust vorig jaar als verjaardagscadeau van 1 van zijn musketiervrienden. We begrepen er niks meer van. En de angsthaas in mezelf vertikte het om terug te gaan naar de badi en die dame met zoontjes even doodleuk te vragen of het masker weldegelijk van hen was.

Ik voelde mij de hele avond niet goed bij het idee dat we 2 spullen kwijt raakten. Ik, miss controlefreak, die altijd dubbel check wanneer we ergens vertrekken. We overliepen even wanneer we beide zaken voor het laatst hadden gebruikt of meegenomen naar de badi. We kwamen tot de conclusie dat we exact een week geleden daar waren met de nichtjes. Zou het…? Toch probeerde ik het jammerlijke voorval naast me neer te leggen want er zijn natuurlijk ergere zaken in het leven.

Vandaag besloten we bij deze warme temperaturen terug wat te gaan verfrissen bij de badi. Gust en Julia plonsden naar lieve lust en menig bommetje werd in het water ontploft. Ik maakte vandaag zelfs een sprong van het vlot op aanvraag van dochterlief (die de mama naast ons cool vond omdat zij wel spontaan sprong…grrr). Toen we even later gingen opdrogen aan de graskant zagen we een klein ventje, hij moet een jaar of 2 geweest zijn, rondlopen met opnieuw datzelfde masker. Zijn mama wees hem er vriendelijk en kordaat op dat dat niet hun masker was en dat dat van hen op hun handdoek lag. De mama wees naar een tuinhokje en maande de kleine ‘dief’ aan om het masker daar terug te brengen.

De Sherlock Holmes in mij schoot meteen in actie. Ik stuurde Julia er achter aan om even te checken wat daar precies te vinden was. En jullie geloven het nooit maar precies na 1 week lagen daar ons duikmasker EN de surfplank netjes op ons te wachten. Het berghok bleek een soort ‘verloren voorwerpen’ plaats te zijn waar mensen tijdens hun bezoek aan de badi ook strandspullen kunnen lenen. Dat verklaart misschien de 2 jongens van de dag ervoor met het masker.

Opgelucht en blij keerden we vandaag terug naar huis en zeg nu nog eens dat een Zwitser niet eerlijk is. Toch wel ferm onder de indruk van deze vaststelling.

Tips and tricks 17: de Limmat afvaren (op een unicorn)

1 augustus vierden de Zwitsers hun nationale feestdag.  Dat werd iets uitbundiger gevierd dan in ons Belgenlandje waar de inwoners vooral gewoon blij zijn met de extra dag verlof en bij goed weer massaal naar het zeetje trekken.

Hier zijn ze niet vies van wat vuurwerk (lees: 1 op 3 Zwitsers staken wat gespetter en gekletter af) en vieren velen lekker gezellig aan de oevers van de Zürichsee of zijn verlengde aan de Limmat rivier.

Via een Vlaamse kennis die ook in Thalwil woont, kregen we een fijne tip.  ‘Waarom gebruiken jullie mijn unicorn en boot niet terwijl ik op reis ben.  Zo kunnen jullie met de kinderen de Limmat afvaren.’

Zo gezegd, zo gedaan.  Volgeladen met een boot, een unicorn, een pomp, peddels en de verplichte reddingsjasjes vertrokken we met de trein naar Zürich Hauptbahnhof.  Van daaruit namen we de tram naar Wipkingerplatz waar je mond letterlijk openvalt.  Honderden mensen staan er langs de kant hun bootje of drijvend vlot op te pompen en springen vervolgens de rivier in.  Dat alleen al is de moeite waard.

Dus wij volgden mooi ‘den hoop’ en begonnen vol enthousiasme te pompen.  Al een geluk hadden we superpapa bij want met de pompkracht van zoonlief waren we nu misschien nog bezig.

Ik besloot samen met Gust het bootje uit te proberen.  Dat leek ons het meest berekend op de rivier met een toch wel sterke stroming hier en daar.  Pieter en Julia werden dus verbannen naar de unicorn.  Ik moet er geen tekening bij maken dat ik vooraf ook wel had bedacht dat dit beeld bij ons allen heuse hilariteit zou opwekken.

Gust en ikzelf zaten confortabel en gezellig in ons bootje.  Het reddingsvestje diende als ruggensteuntje.  Achter ons zagen en hoorden we vooral wat gemopper: ‘Wie dat hier heeft uitgevonden?  En hoe kan je nu peddelen met een gevleugelde unicorn?  En heeft een unicorn überhaupt eigenlijk vleugels?’.

Halverwege besloten Gust en ik om het duo achter ons het voordeel van het bootje even te gunnen al was zomaar stoppen langs de kant en gezellig even overstappen geen simpele klus.  De zwemkunsten van Gust en Julia werden hierbij bewezen.

Onderweg en bij aankomst in Dietikon ontpopten heuse volksfeesten met verscheidene foodtrucks.  Niet meteen coronaproof leek ons dus wij lieten de verschillende geuren voor wat ze waren en namen vanuit Dietikon de trein terug naar Thalwil…met een natte broek en natte zwemschoentjes aan. 

Het zwarte gat

Neen, ik ontwikkelde niet plots een grote belangstelling voor astronomie en neen, ik ging niet zonder zonnecrème naar een naaktstrand.

Al heeft mijn blogje deze keer wel met vakantie te maken maar dan eerder met de vakantieblues.

Toen we in januari naar Zwitserland vertrokken maakten we met familie en vrienden de belofte om elkaar op tijd en stond terug te zien.  Een paasuitstap met de familie naar Zeeland, een huwelijk van vrienden in juni, het bezoek van 2 collega’s in mei,…  Corona gooide echter roet in het eten.  We begrepen de situatie en wisten heel goed dat thuisblijven voor ieders gezondheid de beste keuze was.

Tot de zomervakantie naderde.  Coronacijfers zakten geleidelijk.  Eerst in Zwitserland en daarna ook in België.  De vooruitzichten voor de zomer zagen er voorzichtig goed uit.  Zouden de gemaakte plannen kunnen uitgevoerd worden?  Stilletjes aan begonnen we na 6 maanden onder ons 4 terug te snakken naar sociale contacten.  Gewoon even in het (West) Vlaams kunnen klapp’n en leute maken onder familie en vrienden. 

Tijdens de maand juni schoot ik als een bezetene in actie.  Schoonbroer en schoonzus zouden begin juli in Zwitserland aankomen en catsitten combineren met een fijne vakantie in het Alpenland en wij zouden onze trip in België starten met het traditioneel familieweekend in Watou. Daarna zouden we doorreizen naar zee waar we een hoop vrienden (van zowel onszelf als de kinderen) zouden treffen om vervolgens terug te keren naar Zwitserland en aansluitend mijn familie hier voor het eerst te mogen ontvangen en rondleiden naar de meest adembenemende plaatsjes die wij de voorbije maanden mochten ontdekken.

Er moest gepoetst en gewassen worden, lijstjes werden gemaakt en aangevuld, winkelkarren vol voorraad werden ingeslagen en bij elk klusje werd het verlangen naar de geplande ontmoetingen en activiteiten groter.

Op woensdag 8 juli was het dan eindelijk zover.  Schoonbroer en schoonzus, ons eerste bezoek na vele en lange maanden, arriveerden in Thalwil.  Het was een gezellig en hartelijk weerzien en het duurde niet lang voor nonkel Dries samen met Julia een bommetje placeerde in de Zürichsee.

Daags na hun aankomst, vertrokken wij meteen na schooltijd richting België.  De boekentassen werden zelfs niet meer leeggemaakt en vlogen meteen de kast in.  Sommerferien was aangebroken!

Daarna belandden we in een ware rollercoaster.  Maar echt wel een fijne en warme rollercoaster.  Tijdens het familieweekend in Watou kon jong en oud zijn hartje ophalen.  De kinderen verdwenen na het ontbijt richting de go-carts of het grasveld terwijl oud en minder oud (uhum) gezellig kon bijpraten, lachen of zelfs meegenieten van één of andere play-backvoorstelling.  Tina Turner, Andrea Bocelli en zelfs André Hazes passeerden de revue.  Het weekend vloog voorbij en de jaarlijkse familiefoto mocht uiteraard niet ontbreken.

Het weekje zee dat hierop volgde was druk en vooraf strak gepland want we wilden natuurlijk graag zoveel mogelijk vrienden terugzien.  Die planning was niet simpel en sommige verlofperiodes overlapten jammergenoeg en zelfs Corona stak hier wat stokken tussen de wielen maar toch konden we enorm genieten van heel wat gezellige momenten.

Maar ook dat weekje vloog natuurlijk veel te snel voorbij.  Al konden we nog steeds blijven uitkijken naar wat kwam.  We waren heel erg benieuwd naar de verhalen en avonturen van schoonbroer en schoonzus in Zwitserland en wisten dat we na hun vertrek de handen vol zouden hebben aan het praktisch voorbereiden van het bezoek van mijn 9-koppige familie.

Op 23 juli was het dan zo ver en konden we oma en opa ophalen in de luchthaven van Zürich.  Geen geknuffel maar een hartelijke elleboogstoot toonde het enthousiasme van beide kanten.

In de namiddag arriveerde mijn broer met zijn gezin en konden we van start gaan met het goed uitgedokterde en zorgvuldig geplande weekje Zwitserland.  Tijdens de weken voor hun bezoek herhaalden we wel 100 keer: ‘Dit moeten we zeker doen wanneer de Bertelootjes komen!’  We wilden hen onze nieuwe leefwereld, cultuurverschillen en adembenemende plekjes laten zien maar bovenal ook vééél aperitieven en gezellig bijpraten tijdens de maaltijden op het terras.  We wisten dat het een drukke bedoening zou worden met z’n 11 in 1 huis maar het lukte zeer goed en iedereen stak een handje uit de mouwen.  De ene ontpopte zich tot vaatwasvuller terwijl de ander meer getalenteerd was in het ledigen van dat toestel en anderen dan weer master werden in het bereiden van de perfecte gin-tonic.

En toen kwam het afscheid na 7 dagen ontdekken, genieten en verwonderen. Ik dacht dat we ergens blij zouden zijn om na 3,5 weken terug onder ons gezin te zijn (en begrijp me niet verkeerd dat was ik natuurlijk ook wel) maar ik had nooit verwacht dat ik hierna in het ‘zwarte gat’ zou vallen.

Geen plannen meer, geen lijstjes meer, een lege agenda, geen afspraken meer en al helemaal geen vooruitzichten meer.

Pieter verdween afgelopen maandag na 3 fantastische weken verlof terug in zijn bureaukamertje hier thuis. Thuiswerk blijft voor Google nog even de norm. Het leven gaat terug zijn gewone gangetje en de laatste stapels beddengoed van de logeerbedden verdwijnen netjes gewassen en geplooid terug in de kast.

Sommerferien loopt hier stilletjes aan op z’n einde. Nog anderhalve week en dan vliegen ook Gust en Julia er weer in. Enerzijds wel goed voor hun Duits en het terug opkrikken van de sociale contacten die ze voor de vakantie net wat beter begonnen op te bouwen. Anderzijds toch wel gek om begin augustus de boekentassen te wassen en te vullen met nieuw schrijfgerief en de turn- en zwemzakken aan te vullen met sportmateriaal.

Ik ben enorm dankbaar voor wat ik de voorbije weken allemaal mocht beleven. Mijn hartje is weer gevuld met heel wat mooie en warme herinneringen die ik de komende weken en maanden heel hard ga koesteren.

En ondertussen ga ik toch voorzichtig proberen om een nieuw ontmoetingsmoment met onze lieve familie en vrienden aan te stippen in de lege agenda.

Tips and tricks 16: Wägitalersee

Vanmorgen vertrokken we voor een 13 km lange rondwandeling langs de Wägitalersee.

Dit (stuw)meer is op 34 km of zo’n 40 minuutjes rijden van Thalwil te bereiken. Als startpunt van de wandeling geef je Innerthal Post in op de GPS. Er zijn voldoende parkeermogelijkheden. Wij parkeerden op de ‘Gemeindeplatz’ in Innerthal waar je voor CHF7 een hele dag kan parkeren. Toch hebben we gemerkt dat je tijdens de wandeling ook gratis (maar minder comfortabel) kan parkeren.

Wanneer je vertrekt van de Gemeindeplatz volg je de weg langs het meer met de wijzers van de klok mee. Belangrijk om te vermelden is dat de wandeling vlak is en je steeds op een asfalt weg(je) loopt. Deze wandeling is dus zeker ook haalbaar met een kinderwagen.

Je wandelt volledig rond de Wägitalersee. Ergens onderweg je wandeling inkorten is dus niet mogelijk. Iets over de helft kan je even verpozen bij bergrestaurant Au waar je iets kan eten of drinken. Het uitzicht van op het terras is alvast fantastisch en het frisse pintje met een bordje kaas gingen vlot binnen.

We merkten wel dat sommige toeristen de Wägitalersee op een luiere manier willen ontdekken en er met de auto of moto volledig rondrijden wat niet zo aangenaam is voor de wandelaars of fietsers.

Wanneer je de 13 km niet helemaal ziet zitten kan ik jullie nog een alternatief aanbieden. Sla net voor je het meer bereikt, na de tunnel, rechts af. Iets verder kan je parkeren langs het meer en van daaruit wandel je bv. tegen de wijzers van de klok tot restaurant Au. Dan heb je zeker kunnen genieten van de mooie uitzichten op de bergen en het meer maar is de afstand voor bv. kleinere kinderen realistischer.

Onderweg kan je het pad even verlaten en de wegwijzer naar ‘Hundlochquelle’ volgen. Daar zie je een grot en een waterval die wel de moeite waard zijn om even halt te houden.

Wanneer je de volledige rondwandeling hebt gemaakt, kan je bij het eindpunt nabij de parkeerplaats nog even nagenieten van iets lekkers bij Gasthaus Stausee. Mijn caffè latte heeft alvast gesmaakt terwijl de benen terug op hun positieven kwamen en de voeten blij waren om de wandelschoenen even vaarwel te kunnen zeggen.

Freiwilliger Schulsport und Freizeitkurse

Deze week mochten we nog eens getuige zijn van de Zwitserse vlotheid en efficiëntie.

Hobbys en sporten in België zorgen wel eens voor frustraties bij menig ouders.  Je moet eigenlijk al weten wanneer je zwanger bent welke sport je zoon of dochter zal beoefenen.  Toch in Vlaams-Brabant, ik vermoed dat het in West-Vlaanderen nog net iets vlotter verloopt als ik naar de verhalen van familie of vrienden luister.

Zwemlessen, de voetbalclub, ballet of danslessen… alles zit reeds vol nog voor je er aan dacht en de wachtlijsten zijn ellenlang.  Soms kom je via via toch wat dichter op de wachtlijst wat dan ook weer voor frustraties zorgt.  En geef toe, helemaal eerlijk is dat niet, toch?

Maar niet hier.  Nee hoor!  Vorige week kregen de kinderen een flyer mee naar huis met als titel ‘Freiwilliger Schulsport und Freizeitkurse‘.  Als je het zou willen, kan je je kind elke avond een andere sport of hobby laten proeven.  Een greep uit het aanbod: tekenles, ballet, yoga, tennis, tafeltennis, kunstschaatsen, zeilen, voetbal, meisjesvoetbal, street dance, multisport, krachttraining, theater en zelfs circus acrobatiek.

Het volledige aanbod werd op 1 website gebundeld en met een paar muisklikjes ben je ingeschreven. 

Zo gezegd, zo gedaan.  Volgend jaar gaat er eentje samen met een klasgenootje Street dancen en eentje gaat voetballen.  Van efficiëntie gesproken!