Ik was er niet bij in 1944 toen er een einde kwam aan de Duitse bezetting maar toch voel ik me momenteel één of ander Vlaams moederke wiens hartje een vreugdesprongetje maakte toen uit de grote parlofoons te horen was: ‘België bevrijd, de Duitsers zijn weg…’
Vanmorgen kregen we te horen dat België een groot deel van Zwitserland als ‘oranje’ heeft gemarkeerd. Concreet wil dit zeggen dat wij vanuit Zwitserland terug naar België kunnen zonder testen of quarantaine in België. Mannekes, jullie kunnen niet geloven wat een gevoel dit teweeg brengt. 2x gevaccineerd + 14 dagen wachttijd zou ook verlossing of bevrijding brengen maar dat is nog even aftellen.
We zijn er natuurlijk nog niet, net zoals de Belgen in 44 waarschijnlijk nog niet meteen uit de miserie verlost waren na het vertrek van ‘den Duits’. Zwitserland plaatst België nog steeds op zijn rode lijst en dat wil, zonder volledige vaccinatie, zeggen dat we wel nog steeds 10 dagen in quarantaine moeten bij terugkeer uit België. En nee, zomaar over de grens rijden zonder controle is niet evident. Je rijdt namelijk van een EU land naar een non EU land en dus is de controle veel frequenter. Daarnaast lopen de boetes in Zwitserland op tot CHF10 000 per persoon. Nope, dat heb ik er niet voor over hoor als Vlaams moederke.
Maar lieve Belgjes, jullie zijn goed bezig meen ik te lezen in meerdere kranten en nieuwsberichten. Dus volhouden hé daar. En misschien is Zwitserland België nu ook wel goed gezind na ‘den schonen move’ van België naar Zwitserland toe. Komaan, bevrijdingsoperatie ten top alstublieft want dit Vlaams moederke is de sociale isolatie en het ‘gevangen’ gevoel meer dan beu.
We gaan er zoals deze soldaten vanavond dan maar een pintje op moeten drinken zeker? Gaan we voor een Stella (B) of een Feldschlossen (CH)?
Jullie weten al dat ik vaak de mosterd bij Abraham haal. Niet elke uitstap die wij maken heb ik helemaal zelf gevonden maar door het volgen van blogs, instapagina’s en andere sociale media selecteer ik wat haalbaar of tof zou zijn voor ons gezin. En zo kwam ik deze week (gelukkig voor Pieter) niet bij de mosterdfabriek maar bij Maestrani’s Chocolarium terecht.
We bezochten eerder Maison Cailler in Broc nabij Gruyère en Home of Chocolate Lindt in Kilchberg (10 minuten van onze woonplaats). Als ik tot hiertoe een soort puntenlijst moet geven aan de verschillende chocolademusea dan staat voor ons gezin op nr. 1 Maestrani’s Chocolarium, nr. 2 Maison Cailler en nr. 3 Lindt. Ik denk dan vooral aan de interactiviteit en het fun gedeelte voor kinderen. De chocolade vergelijken is moeilijker. Sowieso blijf ik fan van de Belgische chocolade maar sssst, niet verklappen aan de Zwitsers. Het ligt gevoelig.
Maestrani’s Chocolarium doet je echt wel wat denken aan Willy Wonka’s chocoladefabriek. Veel kleur, verbeelding, leuke muziekjes en allerlei voorwerpen waar kinderen aan kunnen draaien of waarop ze kunnen duwen. De inleiding in het hele verhaal gebeurt via een filmpje. Je gaat een mini cinemazaal binnen waar je mag plaatsnemen op zeteltjes die lijken op stukjes chocolade. Het filmpje is Duits gesproken met Engelse ondertitels.
Na de film word je meegesleurd in het verhaal dat het hele concept van Maestrani wil uitstralen. ‘Hoe komt geluk in Maestrani’s chocolade?’
Ik ga niet alles verklappen want dan zou het bezoekje natuurlijk niet meer zo spannend en vol verrassingen zijn. Ik zou zeggen, ga er heen en laat je helemaal meeslepen in het ‘chocoladegeluksverhaal’. Ohja, en vergeet vooral niet te proeven, mogelijkheden genoeg.
Nog even praktisch: Maestrani’s Chocolarium vind je in Flawil (Toggenburgerstrasse 41 9230 Flawil). Vanuit Thalwil een klein uurtje rijden. Voor een gezinsticket (2 volwassenen en maximum 3 kinderen) betaalden wij CHF 34. Wie wat meer info wil rond openingstijden en andere kan hier een kijkje nemen. Nog een belangrijke noot: tijdens het weekend werken de lijnen in de fabriek niet. Je kan de fabriek vanachter een glazen wand bekijken maar je ziet geen arbeiders aan het werk. Tijdens weekdagen kan dat wel.
Wij spendeerden een kleine 2 uur in het chocolademuseum en de shop achteraf. Een dagvullend programma is het dus niet. Omdat we in de buurt van Sankt Gallen waren en deze hoofdstad van het gelijknamige kanton nog niet hadden bezocht, reden we nog een 20-tal minuutjes door. Sankt Gallen heeft een heel gezellig oud dorpscentrum waar wij nog even de beentjes strekten na onze chocoladeoverload 😉
We kennen wellicht allemaal de uitdrukking ‘zijn neus achterna gaan’. Wel, gisteren gingen we niet alleen onze neus achterna maar ook de zon. Het voorjaar is dit jaar bijlange niet zo zonnig en droog als dat van 2020. Mijn facebookherinneringen doen me terugdenken aan de talrijke zwempartijtjes in het meer, picknicken langs de oever van het meer en kajaktochtjes op het meer. Dit voorjaar hebben we ‘ons’ meer vooral vanuit het grote livingraam, met naar beneden bengelende regendruppels, mogen aanschouwen.
Opnieuw een lang weekend voor de deur, Pinksteren. Terwijl we vorig jaar een weekendje dicht bij de Jungfrau doorbrachten, durfden we het dit jaar er niet op wagen om een 3-daagse te boeken om daarna teleurgesteld te zijn dat onze centjes letterlijk en figuurlijk in het water vielen. Ik besloot gewoon de weerkaart af te lopen op zoek naar het plekje in Zwitserland met het droogste en warmste weer. Ik zocht en ik vond. Vanaf Zürich tot aan de Bodensee (meer van Konstanz of lake Constance hieronder op de kaart) gaven ze zon en minstens 18 graden. Voldoende voor ons om er een leuke dag van te maken.
Een paar weken geleden (zie tips en tricks 44) wandelden we een stukje van de Thurgauer Rundwanderweg. Het oorspronkelijke plan was toen om Etappe 15 (Romanshorn – Altnau 12,5 km) af te stappen maar we geraakten uiteindelijk ‘maar’ tot in Kesswil (zo’n 8 km) . We vonden de omgeving zo mooi dat we toen al besloten om ooit nog het 2de deel van de etappe af te werken. Deze keer besloten we in omgekeerde richting te lopen met zicht op de bergen in plaats van zicht op Konstanz.
We parkeerden de wagen aan het station van Altnau. Daar kan je een dagticket kopen voor CHF4 per dag. De vorige keer hadden we gezien dat er naast het mooie wandelpad langs de Bodensee ook een fiets- en rolschaatspad is voorzien. Julia had toen al hardop gedroomd van rolschaatsen langs dit vlakke en schijnbaar oneindige pad maar toen hadden we de rolschaatsen natuurlijk niet mee. Deze keer waren we voorzien en namen we de wieltjesschoenen + toebehoren mee. Van aan het station vertrekt dan ook het rolschaats- of fietspad wat ideaal was. Julia’s gewone schoenen namen we mee in de rugzak.
Tijdens het rolschaatsen zong ze zomaar uit zichzelf ‘I believe I can fly, I believe I can touch the sky…’ . Geen idee van waar ze het liedje kent maar zalig om haar zo vrij en gelukkig te zien bewegen. Hopla, de eerste bonuspunten voor mama en papa waren binnen. Geen ‘saaie’ wandeling voor haar vandaag maar heerlijk vrij rollen in de natuur. Zowel Pieter als ikzelf waren stiekem een beetje jaloers dat wij geen rolschaatsen bijhadden.
Op zich vind ik het wandelpad langs het meer zelf mooier dan het fiets- en rolschaatspad evenwijdig maar enkele meters verder weg van het meer maar we maakten een compromis. We zouden Julia een stuk laten rolschaatsen en afwisselend ook langs het meer wandelen. In Güttingen, het eerste dorpje na Altnau kwamen we na zo’n 3,5 kilometer kinderboerderij Sunnehüsli tegen. Het is eigenlijk een soort bio-boerderij, tea-room, kinderboerderij en speelplaats in 1. Zeker met kleinere kinderen een absolute aanrader. Tussen de speeltoestellen staan oude, echte tractoren die de kleintjes maar al te graag beklimmen.
Aangezien het net iets na de middag was toen we Sunnehüsli bereikten, besloten we er te stoppen en iets te drinken te kopen. Onze homemade belegde broodjes aten we samen met onze gekochte drankjes aan 1 van de tafeltjes onder de fruitbomen op. Het is een heerlijke zen-plaats en eventjes voelde ik me ergens in Limburg tussen de fruitbomen (toch misschien best dat ik op dat moment niet echt in Limburg zat aangezien militair Jürgen de streek momenteel ietwat onveilig maakt). Na het eten speelden Gust en Julia nog wat op de speeltuigen en genoten Pieter en ikzelf nog van een koffietje. Daarna bezochten we samen de kinderboerderij. Er zijn geiten, konijntjes, ezels, een paard, varkentjes, kippen en eenden,…
Vanaf Sunnehüsli besloten we verder te stappen langs het meer. Eerst wandel je door en tussen de bomen tot je het dorpje Kesswil bereikt. In Kesswil namen we bij onze vorige trip de trein terug tot in Romanshorn waar onze wagen geparkeerd stond. We besloten dat we wel nog even verder konden stappen en vooral genieten van die prachtige vissershuisjes langs het water. We liepen door tot in Uttwil waar we bij tea-room en restaurant Pier langs de haven nog even een stop maakten voor een fris drankje.
Het stuk van Kesswil tot Uttwil is met stip mijn favoriete deel van de wandeling en opnieuw voelde ik me ergens aan een caraïbisch strand. In Uttwil besloten we de trein te nemen richting Altnau. De trein tussen Romanshorn en Altnau rijdt elk halfuur dus ideaal. Heel erg lang zal je nooit moeten wachten. Het station van Uttwil was 5 minuutjes van restaurant Pier verwijderd. Alleen hoorden we plots iets mopperen op de achtergrond. ‘Ik had graag nog wat langer kunnen rolschaatsen. En nu is het hier zo’n goed rolschaatspad.’ Ze heeft ergens wel gelijk. Op de meeste plaatsen in Zwitserland is rolschaatsen niet aangewezen tenzij je er met plezier een paar arm- of beenbreuken bijneemt. Enkel op de vlakke stukken langs meren is het haalbaar. Moederken kreeg medelijden met de puppy oogjes van dochterlief en instant kreeg ik een lumineus idee. ‘Wat als we nu de trein terugnemen van Uttwil tot aan het dorpje net voor Altnau, Güttingen? Daar stappen we af en mag Julia het laatste stuk (zo’n 3 km) rolschaatsen tot aan het station van Altnau.’ De puppy ogen werden stralende ogen en alle familieleden konden zich vinden in de deal. Oef! Brandjes blussen, waar moeders goed in zijn! Vader bluste ook een brandje gisteren op het terras van Sunnehüsli. Maar dan eentje om te drinken wel te verstaan 😉
Het doet me terugdenken aan mijn lagere schoolperiode toen we elke vrijdag, in de maand mei, op de speelplaats, voor het Mariabeeld (dat trouwens boven de toiletten hing) moesten zingen met de hele school: Ave, ave, ave Maria, ave, ave, ave Maria… Als een trauma heb ik het niet ervaren maar ik kan het ook geen warme herinnering noemen eigenlijk. Maar meimaand dus, dat is de maand waarin er hier bij ons door de vrouwelijke huisgenoten gevierd mag worden. Na mijn verjaardag begin mei is het half mei aan Julia. En dit jaar niet zomaar een verjaardag. 10 jaar werd deze lieve, zorgzame en fijngevoelige meid.
Vol zenuwen kroop ze donderdagavond in haar bedje wetende dat we haar vrijdagmorgen om 7 uur zouden wekken en aan de ‘verjaardag’ zouden beginnen. De traditionele liedjesserenade werd afgespeeld en de jarige mocht de versierde woonkamer verkennen. Geen cadeautjes op tafel dit jaar? Hoe kan dat nu? Enkel een brief vol raadsels. Het ene raadsel na het andere moest ontrafeld worden om de cadeautjes te kunnen vinden in en rond ons huis. Aan haar blik te zien heeft ze duidelijk genoten. Oef, missie geslaagd!
Het laatste raadsel was een knappe tekening van broerlief. Al snel had de jarige uitgedokterd wat we die dag zouden doen. ‘Heidi!!! We gaan naar het Heidihuis!!!’
Na het verjaardagsontbijt maakten we ons snel klaar om op tocht te vertrekken. De Heidiweg die ik vond vertrekt aan het station van Maienfeld wat ongeveer een klein uurtje rijden is van Thalwil. De rit alleen al is mooi en verrassend. Je rijdt vanuit Thalwil het Glarusgebergte tegemoet en wordt bijna de hele rit geflankeerd door Zwitserse meren (Zürichsee + Walensee).
We parkeerden de wagen aan het station van Maienfeld waar we CHF4 betaalden om 24 uur te kunnen parkeren. Recht tegenover het station vind je het eerste Heidi uithangbord en de eerste wegwijzer (rode pijlen) van de Heidiweg.
Na een 5 minuutjes stappen bereik je het charmante dorpscentrum waar de mooie en verrassende tocht eigenlijk echt begint. Eerst stap je door het dorpje, daarna langsheen de wijnvelden, daarna door een bosje om uiteindelijk het Heididorp na een 45 minuutjes klimmen (!!!) te bereiken. De totale rondwandeling is zo’n 6,5 km.
Vooraf had ik in reviews gelezen dat gezinnen wat teleurgesteld waren in het Heididorp. Je betaalt CHF 13,90 voor een volwassene en CHF 5,90 voor kinderen tussen 5 en 14 jaar. Voor ons gezin dus een CHF40. Maar als je inderdaad met je wagen tot aan de parking van het Heididorp rijdt, door de 4 oude huisjes vliegt en daarna nog even de shop bezoekt kan je 1 uurtje later al terug aan de auto staan. En nee, het is geen pretpark. Maar wij vonden de CHF40 voor een dagvullend (van 10.30 uur tot 16.30 uur) programma en de goed onderhouden huisjes en omgeving eigenlijk wel een faire prijs.
Je koopt je ticketjes in de Heidishop waarmee je elk afzonderlijk huisje (het winterhuis, het zomerhuis, de school en de schuur) kan betreden.
Het voelt een beetje Bokrijk, in het Vlaamse Limburg, aan maar dan veel kleiner uiteraard. De tour start bij de schuur. Daarna ga je naar het winterhuis van grootvader (in het Zwitsers Alpöhi) waar je de verschillende traditioneel ingerichte vertrekken kan bezichtigen. Daarna ga je door naar het hoger gelegen zomeralpenhuis waar Heidi en grootvader tijdens de warmere maanden verbleven tussen de koeien, geiten en schapen. In een review las ik dat het voelt alsof Heidi en Peter net vertrokken zijn uit het huis en dat gevoel klopt ook echt. Heidi haar schoentjes staan nog naast het bed en de keukentafel staat heerlijk gedekt. Het (namaak)brood ligt dan weer af te koelen op een rek op zolder. Na het alpenhuis daal je weer wat waar je het schoolgebouw nog kan bezoeken. Oude schoolbanken, een lei en vergeelde landkaarten toveren je zo terug in de tijd. Buiten kan je nog even naar het geitenpark en om af te sluiten kan je de shop nog eens bezoeken of een postkaartje met Heidistempel van daaruit versturen naar een Heidifan.
Alles samen waren wij toch een anderhalf uur in en rond het Heididorp. Daarna zetten we onze rondwandeling verder om na een 500m opnieuw te stoppen bij het Heidihof hotel en restaurant met prachtig zonneterras. Omdat je dochter maar 1 keer 10 jaar wordt lieten we ons goed verwennen met een bordje Rösti Alpöhi, een fris biertje en voor de jarige een heerlijke ijscoupe. Het terras is zeker aan te raden en sinds lang voelden we ons precies nog eens op één of ander Vlaams terras.
De rest van de rondwandeling was bijzonder aangenaam en mooi, en vooral… dalend. Je komt in een bos, een natuurdomein, je kan vanop een toren genieten van het fantastische bergzicht, je komt voorbij de Heidibron,… en om af te sluiten stap je opnieuw door het charmante dorpje Maienfeld tot aan het station.
Jong of oud, kinderen of geen kinderen, Heidifan of niet… ik kan de wandeling aan iedereen aanraden. Je beslist zelf volgens eigen goesting of budget of je de huisjes wil bezoeken maar ook al koop je geen ticketje toch wandel je tijdens deze trail sowieso door het Heididorp. Hondjes aan de leiband zijn ook welkom in het Heididorp.
Ik vond het een absolute meevaller en misschien is het soms goed om vooraf wat mindere reviews te lezen (idem bij de Blausee vorige week) zo kan je misschien wel positief en aangenaam verrast worden.
Terwijl ik dit blogje schrijf, ligt er naast mij (in het grote bed uiteraard) een lief slapend tienertje met een gelukzalige glimlach op haar mooie gezichtje. Misschien wel de 2de verjaardag tijdens deze pandemie maar absoluut niet de saaiste of triestigste verjaardag. De dikke dankjewel knuffel daarnet voor het slapen gaan en het inieminie traantje in haar ooghoeken omdat deze dag er al op zit, zeggen genoeg. En daar doe je het voor. Tsjakaa, moederhartje ook weer gevuld en misschien wel weer zorgen gemaakt om niks. Ahja, ’t hoort bij het moeder zijn zeker? Maria zal het wel kunnen beamen.
Het zou zo een titel van een film kunnen zijn. Ohja, juist, het is een titel van een film. Maar over deze film wil ik het eigenlijk niet hebben. Ik beschrijf mijn eigen film wel. Ik weet dat het voor iedereen lastig is op zijn of haar eigen manier. De ene mist collega’s, de andere zou liever van thuis uit kunnen werken, nog een andere vindt het oneerlijk om al maanden blootgesteld te worden aan het virus (ik denk aan zorgkundigen, leerkrachten, verkopers,…) en ga zo maar verder.
Waarom trapped in paradise? Zwitserland is mooi, heel mooi. Elk weekend voelt (nu nog steeds) als vakantie. De coronaregels zijn matig streng en we kunnen best mooie uitstapjes maken ondanks de beperkingen. De bergen en meren zijn ongelooflijk prachtig en al zeker als het zonnetje schijnt. Dan is zelfs ontbijten of lunchen op ons terras precies congé!
Maar er is een keerzijde. Het voelt momenteel alsof ik in een machtig paradijs sta vol goud, pracht en praal. Ik kan en mag er bijna alles en er is voldoende eten, er vloeit azuurblauw water en overal staan palmbomen. Kunnen jullie zich er iets bij voorstellen?
Maar er is 1 groot probleem. Je kan het paradijs niet verlaten. Er is een majestueuze houten poort en daar kan je niet voorbij. Je moet in het paradijs blijven. Achter de poort zijn je sociale contacten: familie, vrienden, vriendjes van de kinderen, oud-collega’s,…
En dat is zo verschrikkelijk hard. Zeker na al die maanden. In het voorbije anderhalf jaar was ik zelf 2 keer in België. 1 weekje in de zomervakantie en 1 weekend eind september. We waren net op tijd terug voor Zwitserland België terug op hun rode lijst plaatste. De kinderen hebben hun schoolleven nog en Pieter het minimale sociale contact met collega’s vanachter een scherm. Maar dat is het dan ook voor ons beide. We leven al anderhalf jaar afgesloten van anderen en komen met quasi niemand in contact. En net wij mogen dan niet naar België om gewoon maar eens een wandeling te maken met oma en opa in het park. Of bij nonkel en tante een aperitiefje te drinken in de tuin. Ik heb zo het gevoel dat expats in dit hele verhaal vergeten worden. Pieter omschrijft het dan weer heel kalm en droog als: ‘Waarom zouden ze met ons rekening houden, wij hebben zelf besloten hierheen te komen.’ Euheu, dat is waar maar toen ik vertrok hield ik voor ogen dat ik om de 2 maand wel eens in België zou belanden voor één of ander communiefeest, paasfeest of een andere aangelegenheid. En als ik niet naar België zou gaan, zou er zeker wel iemand klaar staan met de koffers in de hand om mij hier een een bezoekje te brengen. Dus ja, ik heb ervoor gekozen maar nee, niet op deze manier.
Het liefst zou ik nu mijn koffers pakken en naar België rijden en aan de douaniers eerlijk uitleggen dat ik er genoeg van heb en dat ik niet langer overleef zonder sociaal contact. Dankzij een lief Vlaams vriendinnetje besefte ik vandaag nog maar eens dat ook dat een basisbehoefte is. En of ik behoefte heb! Maar ik vrees dat de douaniers me eens goed zot zouden bekijken en die 10 000 Zwitserse frank boete mooi zouden incasseren. Doeme toch! Of misschien helpt het als ik hen vertel dat onze dochter komende vrijdag haar 10de verjaardag viert. ’10de meneer, hebt u het goed gehoord?’ Die wil ze graag met haar nichtjes of Vlaamse vriendinnetjes vieren want in België lijkt dat allemaal te kunnen maar wij mogen niet meevieren. Al 2 jaar viert ze haar verjaardag zonder (deur)bezoekjes. Uitsluiting? Mensenrechten? Zou hij me nog steeds niet doorlaten?
Ik ga mijn paradijs dan maar nog eens stofzuigen zeker? Of misschien is een cocktail drinken onder een palmboom een beter idee…
Vanmorgen werden we wakker in complete stilte omgeven door zonovergoten bergen in hotel Ermitage in Kandersteg (waar we de wagen trouwens gratis konden laden = pluspunt). Het ‘speciale’ moederdagontbijt bleek eerder Zwitsers overdreven maar we kunnen niet klagen: vers brood, croissants, Zwitserse Butterzopf, eitjes en spek, verschillende soorten yoghurt, kaas en ander beleg, enkele soortjes confituur, vruchtensappen en een goeie koffiemachine. Perfect voor mij om de dag te starten.
Na het ontbijt pakten we in en checkten we uit. Aangezien we de geplande Oeschinensee de dag ervoor al konden bezichtigen, moesten we nog op zoek naar een nieuwe trip. Adelboden ligt in de buurt en ooit zag ik ergens een blog of website over de ‘Giant swing‘ daar. We ontdekten een tijdje geleden een andere Giant swing in Locarno maar degene in Adelboden leek me echt wawie! Toch kon ik er in het hotel niet veel over terugvinden (lang leve een laptop om trips voor te bereiden). We besloten naar Adelboden te rijden (30 minuten van Kandersteg) en daar even te bekijken wat we konden doen. Adelboden is eigenlijk de vallei naast de vallei van Kandersteg maar je moet eerst naar Fruttigen rijden om van vallei te kunnen wisselen. 🤔
Nog niet alle kabelliftjes zijn geopend vonden we op het internet dus zouden we onze ogen wat openhouden tot we een werkend gondeltje of liftje zouden spotten. En jipie, zo blij als 4 kleine kindjes waren wij toen de Tschentenalplift open bleek. We parkeerden ons op een openbare parking in Adelboden en namen het liftje naar boven. Onderweg vielen de mondjes opnieuw open.
En dit gaan jullie nooit geloven. Bijna boven zag ik opeens de Giant Swing verschijnen. In mijn ooghoeken eerlijk waar traantjes van geluk. Totaal onverwacht en onvoorbereid. Zalig!!! Het was er ook helemaal niet druk waardoor we ons picknickdeken konden openplooien naast de swing en konden genieten van zon, veeeel bergen en deze unieke schommel. Happiness!!!
Mijn dag was geslaagd en om af te sluiten genoten we nog even na op het terras van de plaatselijke berghut bij een pintje en een typische Flammkuchen. Eentje om te delen want op het picknickdeken hadden we al gesmuld van de zelf meegebrachte sandwiches en onze eigen pot choco 😉
Dat het weer een zalig weekend was, moet ik jullie niet vertellen waarschijnlijk? Morgen back to normal. School, Google en de was wachten. Ohja, volgende week Hemelvaart. Hmmm, sounds like planning 😀
Deze trip stond al even op het verlanglijstje en nu weet ik waarom. We bevinden ons dit weekend in Kandersteg in het kanton Bern. De rit naar Kandersteg gaat van Zürich naar kanton Aargau, over Basel tot je kanton Bern binnenrijdt. Het grootste deel van de rit gaat over het vlakste stuk van Zwitserland maar eens we Kandersteg naderden veranderde het landschap in machtige en prachtige bergen. Onderaan het ontluikende groen, bovenaan de besneeuwde bergtoppen. Ik werd er weer stil, of nee, eerder wat hyper van. Hubbylief stopte zelfs op een verlaten parking langs de snelweg om mij wat mooie foto’s te laten nemen. Thanks hubbymans, it means a lot to me.
Na een goeie 2 uur rijden, bereikten we Blausee. Blausee ligt in een afgesloten natuurpark en dus betaal je ingang om het park te bezoeken. Wij kochten een familieticket voor CHF30. De meningen over Blausee zijn verdeeld. Omdat het precies wordt uitgebaat als een pretpark (met parkeerwachters, kassa’s, een scansysteem om binnen te komen,…) oogt het vrij toeristisch maar anderzijds las ik op het web dat het goed is dat het park wordt uitgebaat om zo de controle op toerisme, vervuiling en oa. natuurbeheer te behouden. Ik heb genoten, absoluut. Het heeft me niet gestoord eigenlijk. Deze plek is een Instagram hotspot en de Aziatische jonge meisjes die we vandaag ontmoetten maakten wel 2 uur lang onophoudelijk foto’s. 1,2,3, links… 1,2,3 recht… En klikken maar.
In het natuurgebied bevindt zich ook een hotel, een vakantiehuisje, een 3-tal take away mogelijkheden, een speeltuin, een forelkwekerij en een prachtig sprookjesbos. Ohja, en een gratis boottochtje is inbegrepen in de prijs. Ik had het eerlijk gezegd niet willen missen en persoonlijk vind ik dat je het toch minstens 1 keer moet gezien hebben.
‘Waarom het water zo blauw kleurt?’, hoor ik jullie denken. Er is de wetenschappelijke uitleg en de legende. De legende is net iets romantischer dan de wetenschap. Een koppeltje zou het meer regelmatig bezocht hebben. Tot de jongen kwam te sterven. Elke dag keerde het meisje terug naar ‘hun’ plekje. Haar tranen kleurden het meer blauw. Tot ze uiteindelijk zelf stierf van verdriet (booohoooo, snif, snuiter). De wetenschappelijke versie vertelt dat er zich onder het water bronnen bevinden. Door de mineralen in het water wordt bij lichtinval de rode kleur uit het kleurenpalet onttrokken met dit prachtige resultaat als gevolg (saaaiii).
Het meisje in het meer op haar knieën.
Wij bleven er een goeie 2 uur en namen onze picknick mee van thuis. Leuke en ideale picknick hotspots genoeg daar en zeker in niet toeristische periodes. Geen idee wat ik mij er op topdagen bij moet voorstellen. Maar he, dit pakken ze ons opnieuw niet meer af. Check ✅
Vanaf Blausee was het nog een tiental minuutjes rijden (klimmen) naar Kandersteg zelf waar we voor de nacht een hotelletje reserveerden. We verblijven in hotel Ermitage Kandersteg. Het hotel ligt vlak bij de kabelbaan ‘Kandersteg- Oeschinensee’. Het is een typisch Zwitsers hotel en onze familiekamer biedt naast 1 dubbel bed en 2 stapelbedden niet veel meer luxe. ‘Ah, we doen er alleen maar onze ogen toe.’ besluiten we. Voor chique hotels moet je niet in Zwitserland zijn tenzij je je graag blauw betaalt (haha, van toepassing op ons meer vandaag).
Eigenlijk planden we deel 2 van de dag pas voor morgen maar aangezien we al rond 14.30 uur in het hotel incheckten, besloten we vandaag toch nog de kabellift naar de Oeschinensee te nemen. In het hotel krijg je een reductiekaart van 20% maar met onze halftaxcard krijgen we 50% korting en betalen de kinderen niks.
Een steile klim neemt je mee langs de bergen naar boven. De Oeschinensee zelf zagen we nog niet meteen. We moesten zo’n anderhalve kilometer stappen (vooral dalen) om het betoverende (ook weer blauwe) meer te bereiken. Al waren we een klein beetje teleurgesteld. Het meer was nog steeds bevroren (in de winter kan je een ice walk maken op het meer) waardoor zijn prachtige blauwe kleur niet zo zichtbaar was. Maar niet getreurd, de omliggende bergen en rotsen zijn zo adembenemend dat we het bevroren meer minder erg vonden.
Nadat we wat genoten van het uitzicht op de rotsblokken aan het meer keerden we terug richting kabelbaan. Het laatste ritje vertrekt om 17 uur richting dal en aangezien we in het heengaan vooral daalden, wisten we dat we nog een klimmetje tegoed hadden. Het pintje aan het bergstation met zicht op de bergen smaakte als nooit tevoren.
Terug beneden genoten we nog even in de tuin en op het terras van het hotel voor we ons klaarmaakten voor het avondmaal. Het Zwitsers 3-gangen menutje ging vlotjes binnen en na het avondmaal pikten we nog de ondergaande zon op de bergtoppen mee.
Benieuwd wat de dag morgen brengt? Ik weet alvast hoe hij starten zal: wakker worden met zicht op de bergen en een moederdagontbijt aangeboden door het hotel. ‘Morgen is het een beetje anders dan anders mevrouw. Dan serveren we ons moederdagontbijt.’ Woehoe!!! Mijn dag kan nu al niet meer stuk. Aan alle meelezende moederkes jong of oud (en dan vooral mijn eigen moederke natuurlijk)… Happy mother’s day!
Maandag 3 mei was het zover. Tiny in de bergen, herself, werd 41 jaar. Vorig jaar 40 in volle lockdown verzacht door de liefde en kleine attenties van mijn lieve huisgenoten. Dit jaar 41 en nog steeds ver verwijderd van familie en vrienden. Ik droomde stiekem al enkele weken van een lekkere taart in één of andere Vlaamse tuin overgoten door volop Vlaamse gesprekken en getater. Maar het mocht niet zijn. 7 dagen quarantaine + 2 testen bij het reizen naar België en op de koop toe 10 dagen quarantaine bij het terugkeren naar Zwitserland. Nope, daar gaan we niet aan beginnen. Nog even geduld dan maar zeker?
Maar ik mag niet klagen. Mijn Couckemannetjes waren al vroeg uit de veren en dat op zich is al heel speciaal. Pieter stond om 7.20 uur bij de bakker om dan vast te stellen dat die pas om 7.30 uur open ging. Ik heb het mogen horen 🙂
Ik werd verwend met een overheerlijk ontbijt en een erg praktisch geschenk. De mooie foto’s op social media en mijn blog werden tot hiertoe steeds gemaakt met de Google Pixel 4 camera op Pieters smartphone die hij via het werk verkreeg maar met trots kan ik vanaf nu vermelden dat ik zelf de trotse bezitter ben van zo’n Pixel 4a camera/smartphone. Niet enkel een cadeau voor mezelf maar Pieter is stiekem blij dat hij eindelijk tijdens de wandelingen en uitstappen zijn eigen GSM terug heeft.
Maar de Pilatus dus. Huisberg van Luzern, waar ik al eerder mijn hart verloor. (Pilatus is een berg met een hoogte van 2137 meter boven zeeniveau in centraal Zwitserland en is gelegen aan het Vierwoudstrekenmeer in de buurt van de stad Luzern. De berg is een geliefde bestemming voor toeristen. Het hoogste punt wordt de Tomlishorn genoemd. Wikipedia) De Pilatus valt een beetje in de categorie van de toeristische Jungfrau berg die we het voorbije coronajaar ook al konden bezoeken zonder overvolle bussen of treinen toeristen voor ons. Het leek ons slim om de Pilatus, die na corona waarschijnlijk ook weer overspoeld zal worden, nu nog mee te pikken. En we hadden geluk. We waren er bijna alleen. Deze week is er nog voorjaarsvakantie in kanton Zürich maar in de meeste andere kantons is de vakantie al voorbij. Dat in combinatie met een voorspelde zonnige dag leek ons het ideale recept voor een bezoekje aan ‘Mount Pilatus’.
We reden met de wagen een klein uurtje naar Kriens, naar het startpunt van de kabelbaan (Schlossweg 1, 6010 Kriens). Daar parkeerden we de wagen op de voorziene parking waarvoor je CHF5 per dag betaalt. We kochten met onze Halfcard en Junior cards 4 ticketjes naar het bovenste bereikbare puntje van de Pilatus, nl. Pilatus Kulm. De kinderen reizen gratis en wij betaalden CHF36 per persoon. De gondellift neemt je mee van Kriens naar Krienseregg waar we bleven zitten. Van daar met de gondellift door naar Fräkmüntegg. In Fräkmüntegg moesten we overstappen op de grote gondellift die om de 15 minuten vertrekt richting het hoogste punt, Pilatus Kulm 2132m.
Op het kaartje hierboven zie je beide mogelijkheden om de top van de pilatus te bereiken. Voor de toeristen wordt de ‘Goldene Rundfahrt’ aangeboden. Op die manier maken toeristen gebruik van gondelliften, een kabelspoortrein, de boot op het Vierwaldstedenmeer of de combinatie van trein en bus. Wij kozen voor een heen- en terugticket Kriens – Pilatus Kulm.
Eigenlijk planden we vanuit Pilatus Kulm een kleine wandeling naar het allerhoogste topje van de Pilatus berg, nl. Tomlishorn. De korte wandeling die wij planden, maar wegens nog teveel sneeuw niet mogelijk was, vind je hier: https://swissfamilyfun.com/pilatus-tomlishorn/
In Kriens vertrokken we met een kleine 20 graden en bij Pilatus Kulm zakte de temperatuur tot een luttele 2 graden. Gelukkig hadden we winterjassen (die vorige week netjes gewassen en opgeborgen werden grrr), mutsen en handschoenen bij. In het bezoekerscentrum van Pilatus Kulm zijn er voor de kinderen enkele leuke belevenissen en activiteiten rond de drakenlegende en kan je klimmen naar een uitzichtspunt van waar je normaal een prachtig zicht hebt op het Vierwaldstedenmeer maar uiteraard ook de hoogste bergen van Zwitserland kan spotten. We hadden pech want 1 vervelende wolk bleef koppig rondom ons zweven. We hoopten en probeerden zelfs eventjes hard te blazen maar tevergeefs.
En eigenlijk heel bizar maar toen we van Pilatus Kulm de gondellift terug namen naar Fräkmüntegg duurde het geen minuut tot we uit de wolken waren en het meer zagen schitteren.
Foto’s tijdens het dalen van Pilatus Kulm naar Fräkmüntegg.
In Fräkmüntegg moesten we sowieso uitstappen om het kleine gondelliftje terug naar Krienseregg of zelfs Kriens terug te nemen maar we besloten toch nog even daar te blijven om te genieten van het uitzicht en een koffietje op het terras van het plaatselijke restaurant. We ontdekten dat er in Fräkmüntegg voor kinderen veel te beleven valt. Er is een rodelbaan (die nu nog gesloten was), een touwenparcours (gratis) een klimparcours (CHF21 voor 3 uur) en de dragon glider (CHF6 voor een ritje).
Gust en Julia probeerden het gratis touwenparcours uit en genoten van een ritje op de Dragon glider. In deze coronatijden toch fijn dat ze naast alle wandelingen ook eens van zo’n activiteiten kunnen genieten. Het blijven kinderen, niet?
Na de hippe activiteiten in Fräkmüntegg zakten we wat verder richting Krienseregg waar Julia in het heengaan al een leuke speeltuin had ontdekt vanuit het gondelliftje. Ook daar maakten we een stopje en terwijl Pieter en ik nog even konden nagenieten, in het zonnetje met een lekker biertje, speelden Gust en Julia op de speeltuin. Zalig zo even dat momentje onder ons tweetjes.
Voldaan en blij dat we de Pilatus in deze kalme, niet-toeristische periode konden bezoeken, keerden we terug richting Thalwil waar nog een heerlijk birthday kaasfonduetje op me stond te wachten. Ik heb genoten en vond de 41 precies iets minder pijnlijker dan de 40. En dat stukje taart in één of ander Vlaamse tuin zal ik tegoed houden. Het (West) Vlaamse getetter ook.
Schrijven helpt… dus dan doe ik dat maar. Want dat het nodig is, is heel duidelijk. De mascara is serieus uitgelopen deze namiddag en een pleistertje met eenhoorns zal deze keer jammergenoeg niet volstaan.
Waar begin ik? Eind januari vroeg de mama van een Zwitsers vriendje van Gust of hij geen zin had om mee te gaan op omnisport kampje. Haar zoon zou deze Frühlingsferien (de komende 2 weken hebben de kinderen hier lentevakantie) en tijdens de zomer een kampje volgen bij Milandia. Ik twijfelde. De zomer was geen optie. Nog te ver weg en ik wou de kans om naar België te gaan of hier mensen te kunnen ontvangen niet mislopen tijdens de ‘slechts’ 5 weken durende zomervakantie. Maar misschien was de lentevakantie wel een optie. De tweede week zou Pieter een weekje verlof nemen dus week 1 werd de kampweek.
Ik vulde braafjes in het Duits het online inschrijfformulier in en stuurde de bevestigingsmail ter controle nog eens naar de mama. Alles geregeld en gedaan. Zowel Gust en Julia zouden tijdens week 1 op kamp gaan. Mijn weke moederhartje twijfelde wel of ik hier goed aan deed: Ik heb eigenlijk geen opvang nodig, het kampje is Zwitsers geprijsd, de kinderen gaan dagelijks 40 minuten zelf met de trein (een begeleider pikt hen op in de trein) richting kampplaats,… Maar dan heb je stoere en sterke maximan die de gemoederen bedaart en er van overtuigd is dat Gust de week van zijn leven zal beleven samen met de vriend en Julia opnieuw zoveel grenzen zal verleggen door nieuwe vriendjes te maken.
We betaalden netjes het inschrijvingsgeld en ik las de toegestuurde infobrochure helemaal na. Vandaag besloot ik de mama van het vriendje nog even te Whatsappen om concreet af te spreken voor maandag. I know… Miss ‘van plannen is nog niemand doodgegaan’.
Maar toen ik het berichtje van de mama terug kreeg schoof de aarde toch even onder mijn voeten weg. Of nee, pak het hele universum anders. De mama schreef doodleuk dat ze 3 weken geleden het omnisport kampje een weekje verschoof. Ze had 2 weken opvang nodig en tijdens week 1 was er plaats vrijgekomen in het tafeltenniskampje. Dus efkes vlot geswitcht. Ohja, ik kreeg er nog even bij vermeld dat ze helemaal in haar gedachten had dat de jongens in de zomer samen zouden gaan en niet in de voorjaarsvakantie. En dat was het dan. Ze stelde nog even voor om in mijn plaats in het Duits te bellen of ik eventueel ook nog de andere week kon nemen. Euh merci, Pieter kan de 100 ingeplande online meetings niet zomaar even van week verschuiven. Misschien een klein technisch detail.
Ik heb gehuild, geroepen, tegen de muur geklopt… Ik was en ik ben kwaad. Kwaad maar vooral teleurgesteld. Ken je dat gevoel wanneer iemand met z’n voet een sigaret uitduwt op je hart. Wel, zoiets ongeveer.
Gelukkig nemen Gust en Julia het nog fijn op. Julia wil echt gaan en Gust zei (hij is nooit een kampjesfan geweest): ‘Ik had al niet veel zin en nu heb ik nog minder zin maar kzal wel gaan.’ Knap van hen, echt waar.
En toch doet het nog zeer. En na een gesprek met een good ‘old’ Vlaams vriendinnetje (zo eentje van die soort waar je wel op kan rekenen) besefte ik waarom het uren later nog zoveel pijn deed. De mama van dat vriendje is mijn bijna enige sociale contact hier. De persoon waaraan ik iets kon vragen tot hier toe. Kleine dingen: de naam van een goeie oogarts of een toffe kinderbrillenwinkel in town, de Duitse naam voor ‘aangetekende zending’, waar je goeie mayonaise kan vinden (blijft ter discussie ;-)),…
Deze teleurstelling zit dus dieper. Ik dacht op iemand te kunnen rekenen hier en met 1 WhatsApp viel deze ‘droom’ aan dingelen. Ploep, ballonnetje doorprikt.
Voor de mama slechts een ‘Oeps, misverstand!’ maar voor mij een kras op het hart. En er zitten er nog, meer dan eentje.
We gaan maar duimen dat het straks een onvergetelijke week mag worden voor mijn kanjers en dat ze goed voor elkaar zorgen (ben ik eigenlijk zeker van) maar het zal toch met een klein hartje zijn hier. En je zou Miss plan niet zijn als het lijstje voor volgende week niet al opgesteld is: ruiten kuisen, skikleren wassen en opbergen, de auto vanbinnen schoonmaken, de berging opruimen,…
We hebben de vakantie vanavond toch een beetje gezellig ingezet met een traditioneel Zwitsers racletje nadat ook Julia vanavond met geschaafde knieën thuiskwam. Opnieuw gevallen met de step onderweg naar huis: ‘Ik wou de vakantie invliegen mama maar ik vloog plots iets te snel.’ Ah, die knietjes genezen wel, vlugger dan je denkt.
We sliepen goed in Hotel des Voyageurs in Lausanne en na een verkwikkende douche verschenen we alle 4 fris en monter (de één al wat meer dan de ander) aan het ontbijtbuffet.
We hadden geluk, we waren de eersten dus alles was nog lekker onaangeroerd en de uiterst vriendelijke dame die het buffet constant aanvulde was blij om volk in haar ontbijtruimte te mogen ontvangen. We sloegen een Frans praatje met haar aangezien Lausanne zich in het Franssprekend deel van Zwitserland bevind. Ik was verwonderd dat het me na meer dan 1 jaar Duits praten toch nog steeds beter afgaat om een gesprek in het Frans te voeren. Ik denk dat mijn leerkracht Frans van het 6de middelbaar bijzonder verwonderd zou kijken als ze dit zou lezen. In Humbeek hadden we een Franstalige poetsvrouw. Néné, oh wat mis ik haar. Niet voor het poetsen op zich maar wat was dat een warme vrouw. Elke woensdag sloegen we een praatje voor ik haar naar huis bracht met de wagen. En mijn Frans werd er week na week beter op. De flaters zullen we hier maar niet opnoemen hé Pieter 😉
Na het ontbijt maakten we ons valiesje, checkten we uit en wandelden we terug naar Parking du Centre waar we tijdens de nacht de auto gratis konden laden. Rond 10.30 uur reden we met een volgeladen wagen richting Montreux (Montreux is een stad in het kanton Vaud in Zwitserland en maakt sinds 1 januari 2008 deel uit van het district Riviera-Pays-d’Enhaut. Voor 2008 maakte de gemeente deel uit van het toenmalige district Vevey. Het ligt aan het meer van Genève en heeft 25.440 inwoners. Wikipedia)
Van Lausanne naar Montreux rijd je ongeveer een halfuurtje. Rond 11 uur parkeerden wij de auto in één van de ondergrondse garages langs de Grand Rue in Montreux. Van daaruit kan je de hoofdweg oversteken en kan je meteen de prachtige wandeling starten langs de ‘Seeufer’. Ik voelde me precies op vakantie. Een wandelpromenade, wat marktkraampjes, leuke kunstobjecten langs de kaai… maar vooral de bloemenpracht. Kilometers lang wordt de wandelpromenade van het meer gescheiden door een kleurenpracht. Allerlei soorten, vormen en kleuren bloemen die ik nog nooit eerder zag. We hebben oma Bibo meermaals genoemd. Want oma Bibo hield van bloemen, maar niet van paarse bloemen. Ze zou haar ogen uitgekeken hebben. En dan voel je opeens die drang om haar op te bellen en haar en opa bibo honderduit te vertellen over deze uitstap. Zoals afgesproken maken we een hartje met onze handen en vertellen we het hen op deze manier. Opa en oma Bibo zijn vorige week trouwens respectievelijk 9 en 4 jaar geleden overleden. Mooier konden de bloemen in Montreux niet zijn, speciaal voor hen.
We bleven langs de promenade wandelen tot we Chateau de Chillon bereikten (ongeveer 6 kilometer wandelen van Montreux naar Chateau de Chillon). Het middeleeuws kasteel dat precies half in het water staat had ik al vaker op brochures of foto’s van Zwitserland zien verschijnen. Ik wou er zeker ooit eens naartoe. Et voila, we waren er. Een familieticket kost CHF 35 en je mag er zolang vertoeven als je wil. Je kan een bewegwijzerde route volgen zodat je zeker alle verborgen kamers en gangen van het kasteel kan bezichtigen. Het kasteel is vrij groot en zeer goed bewaard gebleven. Wij waren er net iets minder dan 2 uur. Wie zeker wil zijn, kan vooraf tickets online bestellen.
Na het bezoek namen wij recht tegenover het kasteel de bus die ons in een goeie 10 minuten terug naar het centrum van Montreux bracht. We besloten opnieuw richting Thalwil te keren na een heel fijn en verrassend weekend.